Naam : Dirk ter Wisscha
Woonplaats : Alphen aan den Rijn
Leeftijd : 58 jaar
Beroep : vakbondsbestuurder

Legt de belofte af

Ik ben sinds 17 december 1997 voorzitter van SPAN. Ik ben sinds 23 juni 1998 ook voorzitter van SPANO. SPAN en SPANO zijn van elkaar te onderscheiden stichtingen, ieder met een eigen jaarrekening. In juni 1998 is uitvoering gegeven aan het hoofdlijnen-accoord in die zin, dat toen de tweede fase is ingegaan. Daarvoor heeft de ondernemingsraad van SPAN te kennen gegeven geen behoefte te hebben aan het geven van een advies. Uit productie 22 blijkt dat de OR bezwaar zou hebben tegen de punten die door het bestuur naar voren zijn gebracht. Er staat ook dat de OR bezig is duidelijkheid te krijgen over de invloed die zij nog zou kunnen uitoefenen. De OR is vervolgens op de zaak niet meer teruggekomen. Daaruit heb ik afgeleid dat, zoals hiervoor verklaard, de OR geen behoefte had te adviseren. Op de vraag of met de OR overleg is geweest dan wel de OR advies heeft gegeven n.a.v. de bestuurs-mededeling die als productie 25 is overgelegd antwoord ik dat mij bij staat dat daarover overleg is geweest tussen OR en directie. Ik ben daarvan echter niet volstrekt zeker op dit moment. Ik sluit niet uit dat al voor 15 juni 1998 tussen OR en directie overleg heeft plaatsgevonden over de punten die in de brief van 15 juni 1998 zijn genoemd. Op dit punt kan ik nu duidelijk zijn zonder dat ik eerst nog stukken zou moeten raadplegen, nml. dat ik er zeker van ben dat het bestuur vooraf of achteraf geen overleg heeft gehad met de OR over de punten die zijn genoemd in de bestuursmededeling van 15 juni 1998. Ik kan niet staven dat voor 15 juni 1998 tussen OR en directie overleg heeft plaatsgevonden over de in de bestuursmededeling van 15 juni 1998 genoemde criteria. Ik had echter wel de indruk dat zulk overleg heeft plaatsgevonden.

Op enig moment heb ik de lijst met 110 namen getoetst. Ik weet dat ook Heilig een toetsing heeft uitgevoerd. Wij hebben die toetsing afzonderlijk van elkaar gedaan. Bij mijn toetsing had ik de lijst met 110 namen voor mij. Ik heb slechts een globale toetsing uitgevoerd. Ik heb er alleen op gelet of was voldaan aan de criteria die het bestuur had gegeven voor wat betreft leeftijdsopbouw, functie's, verdeling Pendelaars/ Amsterdammers. Bij die globale toetsing heb ik er niet op gelet of er ook nog mensen bij waren met medische beperkingen. Mij was verzekerd dat daarop was gelet en ik heb voetstoots aangenomen dat dat ook is gebeurd. Ik heb gezien dat alle OR leden zouden overgaan naar SPANO. Dat was mij de globale toetsing waarover ik hiervoor heb verklaard nog niet opgevallen. Dat is mij pas opgevallen nadat op 17 juni 1998 de lijst openbaar was gemaakt en over het punt dat alle OR-leden daarop voorkwamen enig rumoer was ontstaan.

De lijst is niet voor de openbaarmaking daarvan in een bestuursvergadering ter tafel gekomen noch is over de inhoud van de lijst gesproken. De secretaris J. Heilig en ik hebben tegen de andere leden van het bestuur gezegd dat wij de lijst zouden toetsen. Ik begrijp dat verzoekers graag zoveel mogelijk exact de data willen weten. Ik ben bereid na te gaan op welke dag ik de lijst onder ogen heb gehad en ik zal dat dan mr. Van der Stege meedelen. Ik hoor mr. Van der Stege zeggen dat hij dat dan aan mr. Fischer zal meedelen.

Wij komen nu te spreken n.a.v. een lijst met namen die begint met De Haan en eindigt met Vink. Mij is niet bekend om welke reden of redenen deze personen niet op de lijst van 110 terecht zijn gekomen. Ik wil hierbij overigens opmerken dat het bestuur geen individuele beoordeling heeft gepleegd van personen die wel cq niet konden overgaan gaan SPANO.

Ik neem aan dat ook Heilig de lijst onder ogen heeft gehad bij zijn toetsing. Ik zie niet in hoe hij zonder dat tot een toetsing zou kunnen overgaan.

Op de lijst waren leeftijd, functie en woonplaats vermeld. De toetsing kon daarom betrekkelijk snel worden uitgevoerd. Ik heb de toetsing ook betrekkelijk snel uitgevoerd.

Of de lijst die als productie 27 is overgelegd de lijst is die ik voor mijn globale toetsing onder ogen heb gehad durf ik niet met zekerheid te zeggen. Mij is niet opgevallen dat op de lijst die ik onder ogen heb gehad een aantekening stond over eventueel vakbondslidmaatschap. Ik zie dat op de lijst die is overgelegd geen aanduiding staat van de functie's, althans geen aanduiding die voor mij herkenbaar is. Of men al dan niet pendelaar is zou grofweg aan de hand van de woonplaatsen kunnen worden beoordeeld. Op deze lijst is evenmin te, zien of deze personen voldeden aan de meer subjectieve criteria, zoals opstelling, instelling, attitude en teamgeest. Op de lijst die ik onder ogen heb gehad stonden geen aantekeningen waaruit bleek of men al dan niet aan deze criteria voldeed.

Bosschieter heeft de lijst van 110 opgesteld. Mij is niet bekend dat Bosschieter overleg heeft gepleegd met of advies heeft ingewonnen omtrent individuen bij anderen, zoals bestuursleden, Schwarzwälder of opdrachtgevers. Met mij heeft hij in elk geval geen overleg gepleegd noch heeft hij mij om advies gevraagd.

Ik weet niet of het selectieproces is te reconstrueren aan de hand van schriftelijke bescheiden.

Ik kan mij voorstellen dat Bosschieter, die het selectieproces heeft uitgevoerd, dat heeft gedaan met behulp van schriftelijke bescheiden. Ik weet niet of dat ook in werkelijkheid het geval is geweest. Op de vraag of het bestuur van SPAN na 17 juni 1998 het initiatief heeft genomen tot het oprichten van een OR antwoord ik dat dat niet het geval is geweest.

Ik meen dat collega Koning van het FNV een brief aan de FNV-

leden onder de werknemers van SPAN heeft gestuurd die hierop betrekking had. De strekking van die brief staat mij echter niet meer precies bij.

Ik weet dat in de melding collectief ontslag is gesteld dat uitvoerig overleg is gevoerd met de OR. Ik zie dat de melding collectief ontslag is overgelegd als productie 32.

Er heeft inderdaad uitvoerig overleg plaatsgevonden. Dat had betrekking op de noodzaak, mede in relatie tot het accoord op hoofdlijnen. Op de vraag of het bestuur dat overleg heeft gevoerd antwoord ik dat het kan zijn dat de directie dat heeft gedaan. Ik dacht dat het is geweest in november 1998. In die tijd is echter ook een delegatie uit het bestuur een aantal malen in de vergadering van de OR geweest. Ik kan mij niet voorstellen dat bij die gelegenheden niet over dit onderwerp is gesproken. Zelf heb ik tenminste een keer deeluitgemaakt van zo'n delegatie. Er was na 17 juni 1998 maar een OR. Deze OR bestond geheel uit leden die voorheen als werknemer bij SPAN in dienst waren en vanaf 17 juni 1998 als werknemer in dienst van SPANO. Er is met het oog op de mededeling collectief ontslag een brief uitgegaan zowel naar het CNV als naar de FNV. Ik weet dat de FNV niet op die brief heeft gereageerd. Of het CNV heeft gereageerd weet ik niet. Er heeft met de bonden aangaande deze melding geen overleg plaatsgevonden.

Het administratieve personeel van SPAN is op een uitzondering na per 17 juni 1998 overgegaan naar SPANO. Sindsdien verzorgt de afdeling administratie van SPANO ook de administratie van SPAN. Het is juist dat voor wat betreft het personeel van SPAN er al voor 17 juni 1998 een probleem was voor wat betreft de inhoudingen, niet alle gepleegde inhoudingen waren afgedragen. Dat probleem heeft zich trouwens voor een deel ook bij SPANO voorgedaan. Ik heb als voorzitter van het bestuur van SPAN en SPANO de deskundigheid georganiseerd om dat probleem op te lossen. Voorts heb ik het initiatief genomen om te komen tot de beëindiging van het dienstverband met een bepaald persoon werkzaam op de administratie. Het genoemde probleem is nog niet definitief opgelost, niet alleen niet voor SPAN, maar ook nog niet voor SPANO.

Mij is niets bekend over personeelsdossiers. Gezien de cultuur die er heerste kan ik mij echter niet voorstellen dat er structureel functioneringsgesprekken zijn gevoerd.

Er worden nu vragen gesteld die betrekking hebben op de financiele posities van SPAN en SPANO. Ik kan namens beide besturen verklaren dat zowel SPAN als SPANO bereid zijn aan verzoekers inzicht te verstrekken in de bedrijfs-economische posities zoals die in de loop der tijd ontwikkeld zijn.

Taxe nihil

Voorgelezen, volhard en getekend,

D. ter Wisscha