Amsterdamse Havenpool

Dagvaarding 5 januari 2001

op verzoek van:

1. Joannes Theodorus BAKKER, wonende te Andijk
2. Bernard Frederik BRASTER, wonende te Utrecht
3. Johan DROS, wonende te Harderwijk
4. Hendrik DUIVEMAN, wonende te Zuid Scharwoude
5. Hendrik Albertus ELOUT, wonende te Amsterdam
6. Gerrit FOEKENS, wonende te Amsterdam
7. Cornelis DE HAAN, wonende te Amsterdam
8. Leopold Raoul HERMAN, wonende te Purmerend
9. Faisal Emiliano Clyde JUBITANA, wonende te Zaandam
10. Aart KOELEWIJN, wonende te Spakenburg
11. Leonardus Dirk LAUPPE, wonende te Zaandijk, gemeente Zaandam
12. Cornelis MANTOUA, wonende te Amsterdam
13. Hendrikus Johannes Petrus NEIJTS, wonende te Haarlem
14. Gijsbertus Johannes POTHOVEN, wonende te Amsterdam
15. Rudolf Johannes POTHOVEN, wonende te Amsterdam
16. Cornelis Wilhelm Johannes RIETVELD, wonende te Hoorn
17. Johannes Jacobus ROEDOE, wonende te Amsterdam
18. Klaas SMIT, wonende te Amsterdam
19. Josephus TIEKEN, wonende te Amsterdam
20. Rudolf Gerardus TOORNMAN, wonende te Amsterdam
21. Hendricus Albertus VINK, wonende te Amsterdam
22. Hendrik Jacobus DE VINK, wonende te Purmerend
23. Bouke DE VRIES, wonende te Amsterdam Zuid-Oost
24. Pieter VAN WELL, wonende te Heerhugowaard
25. Ab DE WILDT, wonende te Amsterdam
26. Theo VAN ZANDVOORT, wonende te Amsterdam

Eisers,

voor deze zaak woonplaats kiezende te (2011 NB) Haarlem aan de Nieuwe Gracht 5a op het kantoor van hun advocaat Mr W.G. Fischer, alsmede te (1054 GE) Amsterdam aan de Vondelstraat 54 op het kantoor van mr Th. Gardenbroek, advocaat en procureur, die door eisers in deze procedure tot procureur wordt gesteld, tevens woonplaats kiezende te Amsterdam aan de Parnassusweg 222 ter griffie van de Arrondissementsrechtbank,

krachtens daartoe verstrekte last,

GEDAGVAARD IN KORT GEDING

1. De naamloze vennootschap N.V. WERK AMSTERDAM, gevestigd en kantoorhoudende te (1062 HN) Amsterdam aan de Overschiestraat 55;

Aldaar exploot doende, sprekende met en afschrift latende aan:

2. GEMEENTE AMSTERDAM, gevestigd/zetelend te Amsterdam (1011 PN) aan de Amstel 1;

Aldaar exploot doende, sprekende met en afschrift latende aan:

3. De rechtspersoonlijkheid bezittende stichting STICHTING PERSONEELSVOORZIENING AMSTERDAM NOORDZEEKANAALGEBIED OPERATIONEEL (SPANO), gevestigd en kantoorhoudende te (1013 BG) aan de Nieuwe Hemweg 8 (Postbus 282, postcode 1000 AG);

Aldaar exploot doende, sprekende met en afschrift latende aan:

Ik heb N.V. Werk Amsterdam, de gemeente Amsterdam en SPANO gedagvaard om in persoon of vertegenwoordigd door een procureur op vrijdag 5 januari tweeduizend en een des voormiddags om 9.30 uur te verschijnen in kort geding voor de President van de Arrondissementsrechtbank te Amsterdam. Deze zitting wordt gehouden in het Gerechtsgebouw aan de Parnassusweg 222 te Amsterdam.

Ik heb gedaagden aangezegd dat bij verschijning een vast recht geheven zal worden van f 400,--, waarvan in geval van on- of minvermogen vermindering kan worden verleend.

De ter zitting van 5 januari 2001 in te stellen eis wordt gebaseerd op de volgende gronden:

DE GRONDEN:

1. De N.V. Werk Amsterdam, de Stichting Personeelsvoorziening Amsterdam Operationeel (SPANO) en de gemeente Amsterdam zijn een wervingscampagne gestart voor havenpersoneel. In een publicatie van N.V. Werk Amsterdam, het najaar 2000, Nu of Nooit, wordt op pagina 6 gesteld dat er weer werk in overvloed is in de Amsterdamse haven. Er zouden zich steeds meer nieuwe bedrijven vestigen en in het afgelopen jaar alleen al 30% meer goederen worden overgeslagen. Daarop volgt dan:

Maar straddle carrier- en heftruckchauffeurs en stuwers zijn er niet. Dus zullen die moeten worden opgeleid. Dat is dan ook precies wat er gebeurt: er is in een instroompool in het leven geroepen, die mensen opleidt voor deze functies, met baangarantie.

De opleiding is gratis. In het eerste jaar, tijdens de opleiding, worden de salarissen van de pooldeelnemers trapsgewijs opgebouwd tot het salaris van de haven C.A.O.

2. Het initiatief om tot een dergelijke instroompool te komen is afkomstig van verschillende partijen. De projectperiode loopt van 1 oktober 2000 tot 1 maart 2002. In het plan van 2 november 2000 staat (pagina 1, Projectplan):

In concreto willen namens de gemeente, de bestuursdienst MEC (hierna kortweg MEC) en de N.V. Werk samen met SPANO (de Amsterdamse Havenpool) het initiatief nemen om een instroompool voor de Amsterdamse haven te ontwikkelen. Doel van de instroompool die SPANO en MEC/N.V. Werk gaan oprichten is om voor velerlei functies op te leiden, al naar gelang de vraag naar personeel in de Amsterdamse haven.

Inmiddels is het project op het Amsterdamse stadhuis gepresenteerd en is aldaar aangekondigd dat de wervingscampagne op 7 januari 2001 van start zal gaan. Op de lokale televisiezender AT5 zijn voorafgaande aan de officiële start inmiddels opnames te zien waarin de volkszanger André Hazes werkloze Amsterdammers tracht over te halen in de Amsterdamse haven te komen werken.

3. De mededeling van N.V. Werk dat er geen geschoold personeel voorhanden zou zijn is onjuist. De mededeling dat een baangarantie geboden zou kunnen worden is misleidend.

4. Eisers zijn na een materieel en formeel onzorgvuldig verlopen selectieprocedure, ontslagen door SPAN (Stichting Personeelsvoorziening Amsterdam Noordzeekanaalgebied) in de periode tussen juni 1999 en januari 2000, al naar gelang de geldende opzegtermijn. SPAN heeft haar bedrijfsactiviteiten gestaakt, terwijl SPANO deze activiteiten van SPAN voort heeft gezet, zodat de rechten en plichten van de werknemers van SPAN ook mee overgegaan zijn naar SPANO. Eisers hebben zich gewend tot de kantonrechter en herstel van de arbeidsovereenkomst c.q. wedertewerkstelling gevorderd. Eisers stellen zich op het standpunt dat de wijze waarop een splitsing op 16 juni 1998 is gemaakt tussen een groep van 144, waarvoor maart 1999 ontslagvergunning is gevraagd en verkregen en een groep van 110, die hun baan mochten behouden, in strijd met het recht heeft plaatsgevonden.

Deze zaak staat voor vonnis op 16 januari 2001.

5. SPAN en SPANO hebben zich tot op heden steeds op het standpunt gesteld dat er een noodzaak was voor een reorganisatie omdat er geen werk voorhanden was. Zowel de secretaris van het stichtingsbestuur van SPAN en SPANO (de heer J. Heilig), als wel de advocaat van SPAN en SPANO (mr R. van der Stege), hebben evenwel toegezegd dat, indien er wel werk voorhanden zou zijn, eisers benaderd zouden worden. Laatstelijk nog op de zitting voor de kantonrechter d.d. 21 november 2000 heeft de advocaat van SPAN en SPANO toegezegd dat zij: Haar oude werknemers zal aanwenden, als er een verbreding van de werkgelegenheid komt.

6. Nu er echter nieuw personeel wordt geworven en eisers geen aanbod wordt gedaan gaat de facto de situatie ontstaan dat SPAN en SPANO mogelijk haar toezegging niet gestand kunnen doen. Indien immers inmiddels de banen in de haven zijn vergeven, zou de situatie kunnen ontstaan dat herstel van de dienstbetrekking praktisch onmogelijk wordt. Wil de vordering van eisers niet op voorhand illusoir worden, dan hebben zij een groot en spoedeisend belang bij staking van de wervingscampagne. De wervingscampagne voor personeel in de Amsterdamse haven is onrechtmatig jegens eisers.

7. Op de eerste plaats is de mededeling van N.V. Werk Amsterdam dat geen geschoold personeel voor handen zou zijn misleidend. Kennelijk wordt hiermee het doel gediend bij derden de indruk te wekken dat er geen voldoende geschoold personeel zou zijn en dat een baan in het vooruitzicht gesteld kan worden. Op deze wijze wordt op onbehoorlijke wijze aan derden een voorsprong geboden ten opzichte van eisers. Bovendien is de mededeling dat een baangarantie geboden wordt onjuist. De instroompool stelt in haar plan (projectplan, pagina 5) instroompooldeelnemers te gaan detacheren binnen de haven van Amsterdam conform de sector-CAO. Echter, een dergelijke detachering is in strijd met die zelfde CAO. Conform artikel A9 van de geldende CAO mogen CAO-partijen voor het inlenen van werknemers slechts gebruik maken van eigen personeel dan wel werknemers die beschikbaar zijn gesteld door SPANO, de rechtsopvolger van de Stichting Samenwerkende Havenbedrijven Amsterdam. Van deze regel kan uitsluitend worden afgeweken, indien hierover tussen partijen bij de C.A.O. overeenstemming is bereikt. Geen van gedaagden heeft met de betrokken vakorganisaties overleg gevoerd.

Van overeenstemming is dan ook geen sprake. Dat de instroompool, zonder in strijd met de CAO te geraken, werknemers zou kunnen detacheren bij Amsterdamse havenbedrijven is een misleidende mededeling. Het voorbijgaan aan deze CAO-bepaling raakt direct de belangen van eisers.

8. Op de tweede plaats is de schending van de toezegging van SPANO jegens eisers onrechtmatig. Terwijl SPAN en SPANO hebben toegezegd dat voor het geval er werk zou zijn eisers het eerst zouden worden benaderd, houdt SPANO zich thans niet aan die toezegging en werken N.V. Werk Amsterdam en de gemeente Amsterdam aan deze constructie mee. De gemeente Amsterdam is betrokken geweest bij de totstandkoming van SPAN en SPANO. De wethouder Economische Zaken en Haven, mevrouw P. Krikke heeft medio september 1997 verschillende partijen bij elkaar gebracht om over de situatie in de Amsterdamse haven te overleggen. De wethouder heeft aangegeven een studie te laten verrichten naar de mogelijke opzet van een nieuwe arbeidspool. Mede op grond van dat initiatief hebben alle betrokken partijen een convenant op 3 oktober 1997 getekend. In dat convenant onderschrijven alle partijen de noodzaak van een arbeidspool. Met betrekking tot de bij de havenpool werkzame werknemers wordt onder punt 7 overeengekomen:

Partijen zullen al het mogelijke doen om voor overcomplete medewerkers van de oude pool een passende oplossing te vinden (voorrang bij vacatures bij de havenbedrijven, dienstverbanden met uitgestelde prestatieplicht in de tweede pool, gezamenlijke inzet ter verwerving van financiering van een sociaal plan etc.)

N.V. Werk Amsterdam was formeel niet betrokken bij het tot stand komen van dit convenant. De enig aandeelhouder van N.V. Werk Amsterdam, de gemeente Amsterdam, echter wel. In ieder geval is nu sprake van een samenwerkingsverband waarbij voorbijgegaan wordt aan hetgeen havenbedrijven en vakverenigingen beogen, namelijk bij voorrang vacatures aan overcomplete havenwerkers aanbieden.

9. Op de derde plaats is de verplichting om tenminste, alvorens nieuw personeel te werven, werkloze havenarbeiders te benaderen indien werk voor handen is, verankerd in de Dock Work Convention, 1973. In deze conventie van de International Labour Organisation, aangenomen op 25 juni 1973, door Nederland geratificeerd op 14 september 1976 is overwogen "that dockworkers should share in the benefit secured by the introduction of new methods of cargo handling". In Nederland hebben alle 'losse arbeiders' een vast dienstverband met een havenpool. Alle aldus geregistreerde 'losse havenarbeiders' bouwen pensioen op. Onder artikel 3 lid 2 van de conventie is nu bepaald dat "Registered dockworkers shall have priority of engagement for dock work." Eisers beroepen zich op deze conventie. Eisers stellen zich op het standpunt dat, voordat nieuw personeel geworven mag worden, zij eerst moeten worden benaderd.

10. Op de vierde plaats is de campagne ook onzorgvuldig jegens eisers, omdat gedaagden verzuimd hebben tenminste voor het starten van deze campagne in overleg te treden met eisers. Er heeft geen overleg plaatsgevonden met vakverenigingen en betrokken werknemers. Aan de gerechtvaardigde belangen van de overcomplete werknemers is volkomen voorbij gegaan. Voor het geval de kantonrechter gaat bepalen dat de arbeidsovereenkomst moet worden hersteld willen eiseres voorkomen dat inmiddels hun arbeidsplaats door nieuw geworven werknemers is ingenomen. Met werven moet gewacht worden tot het moment dat omtrent de positie van eisers meer duidelijkheid bestaat.

Voor het geval de dienstbetrekking niet moet worden hersteld zijn eisers van mening dat zij, alvorens nieuw personeel wordt geworven zij eerst, conform toezeggingen, convenant en verdrag werk moet worden aangeboden.

11. Gedaagden sub 2 en sub 3 hebben op de toegezonden fax van 18 en 19 december 2000 niet schriftelijk gereageerd. Gedaagde sub 1 heeft bij fax d.d. 22 december 2000 gereageerd. N.V. Werk Amsterdam stelt dat "eventuele toezeggingen U geen enkel rechtsgrond opleveren om onze onderneming dan wel de Gemeente Amsterdam waar dan ook op aan te spreken." Voorts stelt N.V. Werk Amsterdam dat de wervingscampagne nog niet gestart zou zijn en ook niet aan te geven zou zijn wanneer er wel met werven begonnen zou worden.

N.V. Werk Amsterdam geeft aan dat zij "niet het juiste aanspreekpunt zou zijn" en weigert toe te zeggen, eerst met werven te beginnen nadat eisers werk is aangeboden, zodat eisers een spoedeisend belang hebben.

REDENEN WAAROM:

de President van de Arrondissementsrechtbank te Amsterdam verzocht wordt om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad en op de minuut,

- gedaagden te gebieden de wervingscampagne voor werknemers in de haven te staken, dan wel op gelijke wijze waarop eerder is aangegeven dat een wervingscampagne zou starten aan te geven dat geen sprake is van een wervingscampagne, binnen 24 uur na betekening van het te wijzen vonnis op verbeurte van een dwangsom van f 100.000,-- voor iedere dag dat niet bekend wordt gemaakt dat geen personeel wordt geworven dan wel op welke wijze dan ook wordt voortgegaan met het werven van personeel;

- gedaagden te gebieden met eisers in overleg te treden alvorens personeel van buiten de haven wordt geworven, onder verbeurte van een dwangsom van f 100.000,-- voor iedere dag dat gedaagden in verzuim zijn;

met veroordeling van gedaagden in de kosten van dit geding,