Stekeltje
De baksteen en het latje
Henny Zwart
Er is een oud spreekwoord dat handig is in moeilijke situaties: "Wie wind zaait, zal storm oogsten." Als je die redenering doortrekt, zal een met een hek omgeven bassin van een willekeurig Sportfondsenbad straks kunnen gaan lekken!
Waarom? Omdat een hek nou eenmaal geen stenen bevat als afsluitende materie. Het is een in vaktaal omschreven techniek 'die velerlei substanties zonder hindernissen door zal kunnen laten'.
De enig juiste conclusie luidt dan ook dat het bouwtechnisch beter is om lekkage sowieso te vermijden door preventieve maatregelen.
Ten eerste, geen doorlaatbare hekken plaatsen.
Ten tweede geen zwembaden aanleggen in een bebouwde kom. Niet in de stad noch in een dorp of gehucht. Dus nooit binnen een gemeentegrens! En wil men dan toch zwemmen, dan zal men in plaats van een hek moeten zorgen voor een gedegen stenen WAL, in het grootste naslagwerk van de stenenindustrie omschreven als 'ondoordringbare gemetselde bouwsystemen'.
Deze techniek heeft trouwens consequenties voor andere en/of soortgelijke bouwsels van vroeger. Zoals ik trouwens zelf heb ervaren. Ik woon namelijk. in een pand dat in 1890 opgeleverd werd. Het voormalige bewonersdom is dus al dood, ligt hoog en breed begraven op de dichtstbijzijnde begraafplaats, te weten Zorgvliet aan de Amstel.
We kunnen die slachtoffers van het ouwe bouwen dus niet meer verantwoordelijk stellen voor de architectuur zonder buitenhekken. Met alle gevolgen van dien. Want meer dan tachtig keer per dag rijden de trams 24, 3 en 12 langs mijn voorpui. En daar ook voorbij, zoals dat de bedoeling is van het gemeentelijk vervoerbedrijf.
Logisch dus dat mijn kozijntjes steeds meer verzakken.
Tot drie jaar terug kreeg ik m'n ramen nog gewoon en handmatig open middels schuiven. Nu moet ik eerst een latje op het kozijntje leggen, wil ik zomers een beetje frisse lucht binnenkrijgen. Iedere dag een latje zetten, lijkt te doen, maar is toch erg hinderlijk. Want om zo'n eenvoudig latje op de juiste plaats te houden, heb je ook een flinke enkelzijdige, onbeschilderde, zorgvuldig gekartelde roodstenen baksteen nodig. Van vijftig bij vijftig, en acht centimeter dik.
Nou kan je daar tegenwoordig als particulier wel aankomen, mits je bereid of zo gek bent een verpakte volle kuub te nemen en te betalen!
Hoeveel bakstenen er in één kuub zitten?
Duzenden! Zeggen de boeren die stenen verkopen.
Wat moet een burgerhuishouding met tienduizend bakstenen uit de voortreffelijke IJsseldelta?
Ergo, het is inderdaad onmogelijk om als eenvoudig individu aan één enkel baksteentje te komen (dus van vijftig bij vijftig plus acht centimeter dikte).
Dus wat doet een mens in z'n nood? Die pikt een brood, is me altijd voorgehouden. Want ik ben weliswaar erg arm, maar heel goed opgevoed.
Zodoende heb ik nachtenlang door de buurt gezworven. Om werken in aanbouw op te sporen. Als een kind zo blij was ik, wanneer ik in zo'n beschermd gebied met hekken omgeven, stapels opgetaste bakstenen ontdekte. Een enkele keer ben ik zelfs over het hek geklommen. Maar zwaar dat zo'n tegel is, niet te tillen!
Daarom weet ik echt waarover ik praat.
Dus ik vraag steun of support zoals men dat noemt aan mijn buurman. De buurvrouw vraagt meteen waarom. Ik leg m'n plan uit. En dan krijgt de buurman permissie van z'n eigen opperwezen. Maar ze wil nog wel weten of hij dan weer over hekkies moet springen "zoals laatst toen buuf dat smalle latje voor iets nodig had".
Ja, dat latje. Waarom alles draait, en dat niet op z'n plaats blijft als daar geen tegel van vijftig bij vijftig met een naakt gewicht van acht kilogram tegenaan geschoven ligt.
Zod
|