welkom
boeken
inhoud
Boek "Om de vereniging van de arbeid"

Stekeltje

De otjemedoor leeft nog

Henny Zwart

Bijna niemand weet meer wat een otjemedoor is.
Het is ook een oeroud woord en de uitleg ervan niet simpel. In het kermiswezen werd het begrip ondergebracht bij levensgevaarlijke attracties. Is me indertijd verteld.
Het burgervolk komt dichter bij de ware betekenis, zo zou een otjemedoor best de eigenaar kunnen zijn van een rijke olieader, mits die man niet woont in een land waar zowel oliebron als pijplijn ontbreken. De tijd vóór Slochteren dus.

Maar het kan ook een conducteur zijn van de NS die gedwongen, doch toevallig op verkeerd spoor zit, zelfs al is dat mans eigen schuld.
Wat eigen schuld! En waarom?
Omdat die bewusteling van het noodlot nog voordat het officiële vertreksignaal door de intercom geklonken had op z'n eigen fluitje driemaal snerpend had gefloten waarop de deuren zich gewoonlijk automatisch sluiten. Zoals het nu gebeurde.
En dat terwijl de meester - de belangrijkste figuur in het ganse raderwerk van het spoorwegwezen -DEN MACHINIST - z'n koffie nog niet op had in de eigen gelagkamer op perron 1.
Wat er uiteindelijk toe had geleid dat die allerbelangrijkste persoon van de hele NS nota bene z'n eigen trein miste!!

Maakt niks uit, moet de conducteur die z'n eigen trein wel gehaald had, laconiek opgemerkt hebben tegen ongeruste passagiers. Die het later navertelden en klaagden dat een trein onmogelijk veilig kan rijden zonder machinist.
Er waren er die bij hun huisdier en hun moeder zworen dat zij die eerst aangewezen persoon van het spoor nog gezien hadden voordat hij dus niet ingestapt was.
Er waren passagiers die steeds weer herhaalden dat de arme machinist min of meer verweesd achtergebleven was op perron nummer dertien noordzijde! Waarvan de trein was vertrokken.
Ze hadden nog wel opgemerkt dat de goede vakman tot het laatst toe geagiteerd had gezwaaid met een rood vlaggetje.
Een beetje reiziger weet wat dat betekent.
Namelijk niet vertrekken zonder mij.

Net toen ik dacht "verroest, kon ik de zaak maar redden en heb ik nou helemaal niks bij me", schoot me een beperkte mogelijkheid te binnen. Ik pakte dus m'n gewassen roze zakdoek uit m'n reistas en ging er als een idioot mee aan de gang. Zwaaien maar. Met m'n blote handen. Zonder stokje of fluitje! Maar wel keihard blèren: "Ho, ho, stop deze trein, stop deze trein!!!"
Maar de conducteur, in de spoorweghiërarchie altijd de mindere van de meester, deed of hij niks gezien had en negeerde mijn pogingen.
De vent trok dus niet aan de noodrem, maar riep door zo'n ding z'n meelijwekkende boodschap dat iedereen de mogelijkheid zou krijgen bijtijds uit te stappen.
Maar dan wel bij het eerstkomende station zo'n veertig kilometer verderop!
Die boodschap viel niet goed bij ons, de reizigers, mensen, die mokten, zeurden en scholden. Dat werkte weer op de zenuwen van een conductrice buiten dienst die op een valies in het gangpad zat. Ze schold ons grof uit.
En ik concludeerde dus dat we hier vrijwel zeker te maken hadden met een vrouwelijke otjemedoor, ergo een otjemedoRA. Daarna dacht ik "zouden ministers, zelf meestal otjemedores, ook een vrouw hebben die een DORA is?".
Van Aartsen bijvoorbeeld is het prototype van een OT ...
Waarom heeft de familie Van Aartsen Hirsi Ali geen asiel aangeboden. Zal het behelpen zijn in een klein type kamertje, een zijkamertje eventueel. Wat maakt het uit. Het gebaar telt. Dat gebrek aan solidariteit.
Dat vooral hindert me. Het zal je zuster, je dochter, je vriendin, een verre nicht, een oudtante, desnoods je eigen vrouw maar zijn. Die in een volkomen vreemd, koud en doorgaans nat land bij de mariniers te slapen wordt gelegd. Dat is heel wat erger dan in een trein zitten zonder machinist, niet dan?