Voorwoord
Over de grenzen
Greetje Lubbi 1
23 Jaar Solidariteit staat voor evenzoveel jaren van kritische discussie over versterking van de vakbeweging. Wat mij in Solidariteit aanspreekt, is dat het debat altijd over grenzen heengaat. Over de grenzen van bonden èn van landen. Ik herinner me bijvoorbeeld de samenwerking bij acties tegen de aanwezigheid van Shell in Zuid Afrika, eind jaren tachtig.
Zelf ben ik in die 22 jaar steeds meer 'over de grens gegaan'. In mijn jaren bij de Voedingsbond FNV lag mijn hart al vaak bij de strijd van collega's in andere delen van de wereld. Die bond zag immers meer in het bij elkaar brengen van kaderleden wereldwijd dan in het bezoeken van internationale vakbondscongressen. Die rechtstreekse contacten met mensen van de werkvloer brachten fascinerende gesprekken op gang, bijvoorbeeld tussen collega's in de cacaoproductieketen uit Ghana, Brazilië en de Zaanstreek. Wat weer leidde tot concrete initiatieven als het in Nederland op de markt brengen van Max Havelaar cacao.
Een belangrijke persoonlijke ervaring was mijn eerste bezoek aan Chili, in het midden van de jaren tachtig. Ik was daar als lid van een FNV-delegatie, om steun te betuigen aan de vakbondsmensen die onder de dictatuur van Pinochet met gevaar voor eigen leven bleven opkomen voor mensenrechten, en voor de vrijheid je te organiseren in onafhankelijke bonden. En ze hebben hun doel bereikt, want mede dankzij de vasthoudende strijd van de brede Chileense vakbondscoalitie is het regiem van Pinochet verdreven.
Toen ik na dertien jaar afscheid nam van de vakbeweging, lag de overstap naar Novib voor de hand. Ik stapte over de grens van vakbond naar ontwikkelingsorganisatie. De wereld werd mijn werkterrein. Ik werkte aan het bouwen van wereldwijde allianties voor armoedebestrijding, voor het recht op onderwijs voor iedereen, voor eerlijke handelsvoorwaarden, en schuldkwijtschelding voor de armste landen. Allianties die zeer divers zijn samengesteld, uit vakbonden, basisbewegingen, vrouwengroepen, niet-gouvernementele organisaties, kerkelijke basisgroepen. Samenwerken over grenzen heen: van landen, van culturen, van organisaties en bewegingen. Die allianties laten zien dat je het niet over alles eens hoeft te zijn om op een aantal punten effectief met elkaar samen te werken. Dat je in het belang van verbreding van de beweging over meningsverschillen heen kunt stappen. Zonder dat je de verschillen hoeft weg te poetsen. Diversiteit en pluriformiteit zijn steeds vaker kracht in plaats van zwakte.
Met voldoening zie ik dat in de afgelopen jaren organisaties als Novib en Oxfam International steeds vaker samenwerken met vakbonden. Omdat je internationale campagnes beter kunt voeren met een brede coalitie dan in je eentje. Zo zien we sinds 1999 elk jaar onderwijzers in de hele wereld samen optrekken met Non-gouvernementele Organisaties in hun strijd voor goed basisonderwijs voor alle jongens en meisjes. In de campagne Fair Play op de Olympische Spelen streden bonden samen met Oxfam en de Schone Kleren Kampagne tegen de uitbuiting van arbeiders in de sportkledingbranche.
In 2005 komen veel campagnes samen in de Global Call to Action Against Poverty. Deze wereldwijde beweging roept regeringsleiders op hun afspraken na te komen. Afspraken om de armoede te bestrijden, om eerlijker handelsverhoudingen af te spreken, meer en betere ontwikkelingshulp te geven, en om de schulden van de armste landen kwijt te schelden.
Door hun diversiteit krijgen deze campagnes draagvlak in veel landen en bij veel mensen. En daardoor kunnen politici deze beweging niet langer negeren.
In Nederland zagen we dat vorig jaar toen in Amsterdam de grootste vakbondsdemonstratie aller tijden plaatsvond. De massale opkomst verraste vriend en vijand, en dwong het kabinet een deel van zijn plannen terug te nemen. Wat menigeen toen vreesde, lijkt echter waar te worden - het ging slechts om een beperkte of tijdelijke intrekking.
Daarna vond eind november de eerste versie van het Nederlands Sociaal Forum plaats. Toegegeven, het was nog even wennen, maar de bereidheid elkaar op te zoeken en tot een gezamenlijke aanpak te komen is aanwezig bij een grote groep betrokken organisaties. De uitdaging is nu om dit initiatief te verbreden naar een veel groter publiek. Preken voor eigen parochie kunnen we immers wel ieder op onszelf. Maar samenwerken in een brede alliantie moet ook echt tot een breed aansprekend evenement leiden. Een ontmoeting van mensen met diverse meningen die elkaar vinden in de behoefte om als actieve burgers een (wereld)samenleving vorm te geven, waarin ruimte is voor verschillen, maar geen ruimte voor armoede en uitsluiting.
Een wereld waarin solidariteit een plaats heeft, en steeds opnieuw vorm krijgt. Dat gebeurt in oude en nieuwe sociale bewegingen die een andere globalisering voorstaan. Mijn wens is dat dit boek mensen inspireert daaraan een actieve bijdrage te leveren.
Aan 22 jaar Solidariteit mag dan in zijn papieren vorm een eind komen, dat is hopelijk niet het einde van de uitwisseling van kritische ideeën over waar het naar toe moet met de mondiale samenleving en de rol van de vakbeweging daarin in Nederland en daarbuiten.
1Onder meer voorzitter Jubilee Nederland, coalitie van maatschappelijke organisaties voor schuldkwijtschelding aan de armste landen. (terug)
|