Welkom Commentaren

Solidariteit - Commentaar 551 - 16 november 2025

Links hangt in de touwen

Sjaak van der Velden (1)

Rechts wint, links ligt uitgeteld. De recente Tweede Kamerverkiezingen hebben het bevestigd: Nederland is opnieuw rechtser geworden. De partijen die we traditioneel als links beschouwen, liggen uitgeteld in de hoek. Het percentage Kamerleden dat je met enige goede wil socialistisch kunt noemen, was sinds 1917 niet meer zo laag: vijftien. Het liberale D66 reken ik daar niet toe. De partij "Denk" die vooral met identiteit bezig is, evenmin.

Bovendien schuiven betekenissen: het huidige PvdA/GroenLinks-blok is ideologisch ver verwijderd van de oude SDAP. Eigenlijk komen alleen de SP en Bij1 nog in de buurt van klassiek socialisme. Hoe dan ook: links krijgt klap na klap, en er lijkt geen einde aan te komen. De situatie doet denken aan de vakbeweging die evenzeer in het defensief verkeert.

Drie oorzaken van de malaise

De neergang laat zich herleiden tot tenminste drie ontwikkelingen die sinds de jaren zeventig onze maatschappij hebben veranderd.

Geen enkele linkse partij wist deze spanningen te verbinden tot een geloofwaardig verhaal. Sterker nog: een deel van links werkte zelf mee aan het afbreken van de verzorgingsstaat. Privatiseringen, marktwerking in zorg, vervoer en energie, versoepelde arbeidsmarkt — allemaal met de handtekening van sociaaldemocratische bewindslieden. En wie vanuit oude volkswijken klaagde over verloedering of culturele veranderingen, kreeg sussende woorden of werd weggezet als racist of fascist.
Dat maakte de geloofwaardigheid van links er niet beter op. De PvdA, ooit goed voor een derde van het electoraat, likt haar wonden. Maar ook de SP — de enige partij die zich verzette tegen liberalisering en dicht bij de volksbuurten stond, is meegesleurd. Mijn oude club, ooit 25 zetels sterk, blijft steken op drie.

De idealen van vroeger

Wat rest, is vooral nostalgie — en bij mij soms ook. Ik blijf stug SP stemmen, maar het voelt als een achterhoedegevecht. In mijn jeugd, begin jaren zeventig, had ik drie grote dromen.
De eerste was meer economische gelijkheid. We riepen alle macht aan de arbeiders, maar dat kregen die arbeiders nooit. Wel steeg de algemene welvaart misschien verdween juist daardoor dat ideaal uit beeld.
De tweede droom was het einde van religie. Als ex katholiek juichte ik het kwijnen van de kerken toe. We dachten dat de macht van het geloof voorbij was, maar inmiddels vullen nieuwe religieuze gemeenschappen het vacuüm. The Passion, EO-jongerendagen, groeiend moskeebezoek en openbaar belijden van de islam — het seculiere tijdperk bleek korter dan gedacht. ​
De derde droom was het einde van oorlogen. We demonstreerden voor vrede, tegen kernwapens en imperialisme. Maar Joegoslavië, Oekraïne en talloze conflicten elders, tonen dat staatsgeweld en oorlogen nog steeds het wereldtoneel beheersen.
Drie idealen — drie teleurstellingen. En dan heb ik het nog niet eens over de zelfcensuur die kunstenaars en cabaretiers soms voelen bij gevoelige thema’s.

De paradox van de welvaart

Toch is er veel bereikt. De wereldwijde levensverwachting steeg sinds 1970 van 56 naar 73 jaar. In Nederland verdubbelde het reële loon, groeide het eigenwoningbezit van 40 naar 69 procent en werken we jaarlijks honderden uren minder. De meeste mensen hebben het beter dan ooit — mede dankzij linkse politiek van weleer.
Desondanks heerst er grote onvrede. In het stemhokje vertaalt die welvaart zich niet in steun voor links. Tijdens lezingen hoorde ik vakbondsleden verzuchten: We hebben het eigenlijk te goed. Daardoor krijgt links de rekening gepresenteerd voor alles wat fout voelt. Voor de zorg die onpersoonlijk is geworden, het openbaar vervoer dat te duur is, de straten die vervuild zijn, het verlies van gemeenschapszin. Links wordt vereenzelvigd met de elite die dat liet gebeuren.
De oude arbeider die we nu 'werknemer' noemen, is economisch opgeklommen, maar soms cultureel vervreemd. Wie zich niet gehoord voelt, zoekt nieuwe vertegenwoordigers. En die zoekt hij/zij niet meer bij links. Hoe tegenstrijdig het ook lijkt, rechts ging ermee op de loop.

Wat kan links nog doen?

Moet links grote beloften doen die onhaalbaar blijken, of nostalgisch terugverlangen naar oude leuzen? De SP probeerde het met de werkende klasse, maar zonder succes. De PvdA/GroenLinks-combinatie vindt vooral aansluiting bij hogeropgeleiden in de stad. Bij1 viel ten prooi aan interne verdeeldheid en overmatig identiteitsdenken.
Misschien is het tijd voor iets anders: een nuchter, praktisch links. Dicht bij de mensen, eerlijk over wat politiek kan en niet kan. Streng op machtsmisbruik, solidair zonder moralisme. Met oog voor gemeenschapszin, maar ook voor vrijheid. Geen nostalgie, maar nieuw realisme.

Het beeld uit mijn jeugd — met de vuist omhoog strijden voor een vrije samenleving — is vervaagd. Maar af en toe, bij demonstraties of acties, voel je dat oude vonkje nog. Misschien als herinnering aan een tijd waarin we nog geloofden dat we de wereld konden verbeteren.
De grote demonstraties van enige tijd geleden gaven mogelijk voedsel aan de gedachte dat links terug is, maar dat bleek niet het geval. Mensen liepen mee vanuit humane motieven of uit afkeer van Israël. Daar kan niet echt een massaal links gevoel aan gekoppeld worden zoals de verkiezingsuitslag liet zien. De groei van het aantal jonge vakbondsleden die onlangs door het CBS is gepubliceerd, geeft misschien meer hoop. Maar we moeten eerst maar zien of het geen eendagsvlieg is in een organisatie die al jaren met zichzelf in de knoop ligt.

Links - voltooid of hernieuwd?

​Misschien is het allemaal minder dramatisch dan het lijkt. De grote verworvenheden achturige werkdag, vakantiegeld, onderwijs, sociale zekerheid — zijn verankerd. Dat is de historische verdienste van links en de vakbeweging. Misschien is in die zin de rol van de arbeidersbeweging grotendeels voltooid: de basisrechten zijn veroverd.
Maar tegelijk groeit de ongelijkheid weer, beheersen miljardairs en bedrijven met algoritmes de economie en holt de democratie uit. Oorlogen keren terug, de aanpak van de klimaatcrisis treft vooral de armeren en de solidariteit staat onder druk. Als links dat niet meer aanpakt, wie dan wel? Rechts zeker niet, en de markt nog minder.
Misschien hoeft links geen grote ideologie te herstellen, maar een houding: eerlijk, realistisch, solidair. Met een vuist waar nodig, een open hand waar mogelijk. Dat zou al een revolutie op zichzelf zijn — een stille terugkeer naar de sociaaldemocratie van weleer.

Een vergezicht hoeft niet abstract te zijn, zoals het vroeger vaak was. Er zijn volop kansen om via korte termijn doelen, mensen mee te nemen. Niet alleen defensief, maar met alternatieven: een basisloon, investeren in buurtinitiatieven, coöperaties, een ander Europa, een publiek algoritme voor de netwerkeconomie waardoor grote bedrijven de wind uit de zeilen wordt genomen Ontwikkel concrete, werkbare alternatieven om uit de touwen te klimmen — en wees minder defensief en reactief.
Ik blijf SP stemmen, zij het met twijfel. Niet uit nostalgie, maar omdat zonder links de samenleving iets verliest dat moeilijk te meten is: het besef dat macht moet worden beteugeld, dat vrijheid zonder gelijkheid leeg is, en dat vooruitgang pas iets betekent als iedereen meekomt.

Zonder links verdwijnt het idee dat macht begrensd moet worden en vooruitgang eerlijk gedeeld.

(1) Sjaaks Histohoek

Stempel Solidariteit blijft