welkom
commentaren
Solidariteit

Commentaar 105 - 26 oktober 2008

Kom naar Afrika, hier is het veilig!

Klaas Stutje

"En dan hebben we het nog niet eens over Afrika!" Het is een bekende wending in de vele klaagzangen die te zingen zijn over de crises die de wereld op dit moment teisteren. Op het moment zit ik voor een studieproject in Senegal, West-Afrika, en het is waar. Moeiteloos sommen de Senegalezen de prijsstijgingen van de afgelopen maanden op als gevolg van de voedselcrisis.

En wie de gevolgen niet ziet van Gore's oprukkende droogte is ziende blind. Hier geen koopkrachtcompensatie, hier geen deltaplan. Maar in de meest recente crisis, de financiële, gaat de 'Afrikaanse' overtreffende trap niet op.

Alles gaat zijn gang

Al enkele malen is mij gevraagd in hoeverre de financiële paniek in Senegal is toegeslagen. Om eerlijk te zijn, merk ik in directe zin niets van de financiële crisis. Het dagelijks leven gaat zijn gang en bij de banken heb ik nog geen lange rijen kunnen ontdekken. In die zin blijven de alarmerende berichten die ik krijg van het thuisfront een beetje onwerkelijk en abstract.
Wel heb ik zitten nadenken over de eventuele gevolgen voor de gemiddelde Senegalees als de crisis werkelijk doorzet. Hier geen overheid die de aandeelhouders en bankdirecteuren een hand boven het hoofd kan houden met miljardeninjecties. Hier geen overheid die garanties afgeeft aan spaarders dat ze in het geval van een bankfaillissement een deel van het bedrag terugkrijgen. Simpelweg geen geld, gok ik zo. Toch zou ik Afrika niet de laatste sacramenten willen toedienen want, op zijn Cruyffiaans, 'As je geen geld heb, dan ken je het ook niet kwijtraken!'. Drie omstandigheden werken in het voordeel van de inwoners van de ontwikkelingslanden van West-Afrika.

Geen noodstructuren

Allereerst onderhoudt het grootste deel van de bevolking geen relaties met welke financiële instelling dan ook. Ter illustratie: minder dan de helft van de Senegalezen heeft een bankrekening. Een bancaire lening hebben ze evenmin. Om een bedrijfje te beginnen leent het niet-kapitaalkrachtige deel van de bevolking bij familie en vrienden, al dan niet woonachtig in het Westen, of klopt het aan bij religieuze genootschappen die hier een maatschappelijk belangrijke rol van zelfhulp vervullen. Weinig ouderen ontvangen een pensioen en verzekeringen zijn lang niet zo algemeen als in Europa. Deze doorgaans somber stemmende gegevens brengen één voordeel mee: in ieder geval in directe zin blijven de armere Senegalezen verschoond van de gevolgen van financieel wangedrag in het Westen.

Ten tweede is de micro-economie in Senegal eenvoudiger en ook meer autonoom georganiseerd dan in Europa. Hoe lang houdt u het uit als de pinautomaat geen geld meer verstrekt? Hoeveel boeren, vissers of jagers kent u? Als gevolg van de minder ver voortgeschreden arbeidsdeling zijn de lijnen in Senegal, misschien met uitzondering van Dakar, tussen de vele ambachten en handeltjes kort. Jarenlang leven in een kwetsbare economie heeft ertoe geleid dat de mensen hier gewend zijn te werken in een netwerk van 'contactjes'. Zelfs families kennen een grote diversiteit van beroepen. Zowel voor het individu als voor de samenleving is een dergelijke economie stabieler dan de Westerse. In tijden van individuele tegenspoed, ziekte of werkloosheid, kunnen de Senegalezen bij elkaar terecht, en bij een financiële crises zijn ze niet afhankelijk van bedrijven die van de ene op de andere dag massa's mensen op straat kunnen zetten.
Dat is overigens in tegenspraak met het gebruikelijke beeld van Afrika - vooral aangehangen door bepleiters van de vrije wereldhandel - dat de economieën te eenzijdig zijn gericht op de voortbrenging van één of enkele producten. Dat geldt zeer zeker voor de macro-economie van Senegal. Het land leunt zwaar op de export van vis, aardnoten, oliën en fosfaten. Voor wat betreft de micro-economie lijkt het echter minder van toepassing. Diversiteit en risicospreiding zijn hier de sleutelwoorden.

Precair was en is het

Ten derde vermoed ik dat, een stapje hoger, ook de macro-economie van West-Afrika minder afhankelijk is van de economie van de Verenigde Staten dan bijvoorbeeld Europa. De risicovolle beleggingen en ingewikkelde financiële constructies zijn niet afgesloten in de financiële centra van West-Afrika, maar toch vooral in de kantoren van Manhattan en London City. Daar vallen dan ook de klappen. Daarbij zijn de aandeelhouders van de grote Afrikaanse bedrijven die eventueel hun 'zuur verdiende centen' zouden kunnen kwijtraken, in merendeel niet-Afrikaans. Desperado's in Parijs en New York die "de groeimogelijkheden van Afrika" hebben gezien, zouden het wel eens zwaar kunnen krijgen. Maar de gemiddelde Senegalees heeft niet eens een bankrekening, laat staan een bundeltje aandelen BICIS (de plaatselijke Fortis).

De schadelijke gevolgen van de financiële crisis in Afrika moeten daarom niet gezocht worden in de financiële positie van de Afrikaanse man of vrouw. Die was precair en blijft precair. Slechts op de lange termijn, en in indirecte zin, zou de prijs van bepaalde grondstoffen kunnen dalen, zouden private investeerders weg kunnen blijven of zouden Westerse donorlanden nog minder geneigd zijn om beloftes waar te maken. Dat gaat Dakar aan, dat gaan de IMF en Wereldbank aan en dat gaan de Captains of Industry van Senegal aan. Maar me dunkt dat de bakkers, vissers en meubelmakers van Senegal daar niet wakker van liggen.

Klik hier