welkom
commentaren
Solidariteit

Commentaar 132 - 8 november 2009

De FNV, de PVV en solidariteit

Wim van Noort

Kort geleden was er ophef in de FNV, toen voorzitter Jongerius suggereerde bereid te zijn met de PVV te praten over gemeenschappelijke acties tegen de verhoging van de AOW-leeftijd. De verontwaardiging was niet van de lucht en Jongerius zag zich genoodzaakt te verklaren dat ze niet van plan was met PVV-leider Wilders samen te werken.

Het conflict lijkt daarmee bezworen te zijn, maar het werkelijke vraagstuk is daarmee in het geheel niet opgelost. Dat werkelijke vraagstuk is dat een groot deel van de leden van de bij de FNV aangesloten bonden zich aangetrokken voelt tot de PVV, een partij wier standpunten in veel opzichten haaks staan op die van de vakbeweging. De vraag is dan ook: hoe moeten kritische vakbondsleden zich opstellen tegenover de aanhangers van de PVV.
Het is te simpel te stellen dat de FNV de PVV moet mijden (en misschien ook bestrijden), maar wel 'in gesprek moet' met de aanhangers. Dat suggereert dat de PVV sympathisanten meer aanspreekbaar zijn op hun standpunten dan Wilders en andere PVV voorlieden. Dat nu is zeer de vraag.

Xenofobie

Het is tijd dat we onder ogen zien dat een deel van de Nederlandse bevolking xenofobe standpunten heeft, dat wil zeggen angst voor en afkeer van 'vreemdelingen'. Meindert Fennema verwees onlangs in NRC-Handelsblad nog naar een uitspraak van Marcus Bakker op een CPN-congres dat de Nederlandse arbeiders niet racistisch zijn. Inmiddels weten we beter. Nederlandse arbeiders hebben zich aangetrokken gevoeld tot de Centrum Democraten en de LPF en voelen die aantrekkingskracht nu in groten getale van de PVV. Nederland verschilt in dat opzicht niet van landen als Frankrijk, Oostenrijk en België of Vlaanderen, waar grote aantallen laag opgeleiden op extreem-rechtse partijen stemmen. Zij stemmen op de PVV, het Front National, de FPÖ en het Vlaams Belang niet ondanks maar dankzij de xenofobe opvattingen van die partijen.
De 'linkse beweging' is er niet in geslaagd een massale overgang van laag opgeleiden naar rechts-populistische bewegingen te voorkomen. Dat is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle linkse partijen en de FNV. De PvdA heeft de afgelopen vijftien jaar het neoliberalisme krachtig ondersteund en de FNV heeft hier weinig tegenwicht aan geboden. GroenLinks heeft de onvrede van veel mensen die last ondervinden van de globalisering, niet serieus genomen. Dat geldt wel voor de SP die echter op dit moment ook niet meer lijkt te weten hoe ze de rechts-populistische opmars moet stuiten.

Profiel van de PVV-aanhangers

Het bureau Motivaction heeft eerder dit jaar een onderzoek uitgevoerd onder PVV-aanhangers. Vergeleken met de kiezers van andere partijen zijn PVV-stemmers volgens de onderzoekers veel meer gericht op het eigen leven. Zij hebben weinig belangstelling voor de wereld om hen heen, zijn (uiteraard) weinig tolerant voor allochtonen, hebben een lager verantwoordelijkheidsgevoel voor anderen en staan graag in het middelpunt van de belangstelling. PVV-stemmers zijn zeer kritisch over anderen, maar weinig geneigd tot introspectie. Ze zijn voor 'law and order', maar vinden het tegelijkertijd vaker acceptabel dan anderen om geweld te gebruiken en doen voor de spanning vaker dingen die tegen de regels zijn. PVV-aanhangers maken vaker dan anderen misbruik van iemands vertrouwen en zijn tegelijkertijd meer voor grotere gelijkheid én voor meer marktwerking.
Ook al moeten we dit soort onderzoeksgegevens met enige voorzichtigheid interpreteren, duidelijk is wel dat we PVV-aanhangers niet snel zullen associëren met 'solidariteit'. Het beeld dat ontstaat, is dat van laag opgeleide mensen die een zekere welstand bereikt hebben, zich door onder andere nieuwkomers bedreigd voelen en rancunes koesteren jegens de 'elites'. Voorzover zij lid zijn van een vakbond, zal dat op basis van eigen belang zijn en niet vanwege 'solidariteit'.

Wat te doen?

Het lijkt me een illusie te verwachten dat het mogelijk is de PVV-ers te 'bekeren' tot andere standpunten. Al tenminste sinds de jaren negentig is er een groot potentieel aan xenofobe stemmers aanwezig. De CD had op haar hoogtepunt, bij de raadsverkiezingen van 1994, grote aanhang in 'volksbuurten'. De xenofobe kiezers richtten in 2002 hun hoop op de LPF. Die partij is even snel ingestort als opgekomen, maar het fiasco van de LPF weerhoudt een groot aantal kiezers er niet van hun heil bij vergelijkbare partijen te zoeken. Eerst (alleen in de peilingen) bij Trots Op Nederland en nu bij de PVV. Deze kiezers voelen zich miskend, niet begrepen, in de steek gelaten en zijn in ieder geval te verbitterd om open te staan voor andere geluiden. Zij zijn alleen aanspreekbaar op - wat ze opvatten als - hun eigen belang.
Er zijn verschillende mogelijkheden om met deze mensen om te gaan. De eerste mogelijkheid is om een anti-racistische campagne te voeren en de vakbeweging zoveel mogelijk te 'zuiveren' van PVV-elementen. Dat zou mijns inziens een averechts effect hebben, want dat vergroot alleen maar de verbittering onder deze mensen en gaat voorbij aan de reële grieven die ze hebben, zoals de overlast die velen ondervonden van de 'multiculturele samenleving' en de problemen die bijvoorbeeld Oosteuropeanen nu opleveren.
De tweede mogelijkheid is alle begrip voor de PVV-kiezers te hebben en hen als slachtoffers te zien. Dat lijkt me evenmin een handige tactiek. PVV-aanhangers mogen wel degelijk aangesproken worden op hun tegenstrijdige en in sommige opzichten a-sociale opvattingen en praktijken.

De vakbeweging biedt nog steeds de gelegenheid voor hoger en lager opgeleiden elkaar te ontmoeten. Er treedt een steeds grotere kloof op tussen hoog en laag opgeleiden, waar ook de PvdA het slachtoffer van is. Hoger opgeleiden trekken naar D66 en GroenLinks, lager opgeleiden naar SP en PVV. Als de FNV er niet in slaagt beide groeperingen te binden, is het gedaan met de vakbeweging. Met elkaar in gesprek gaan, oog hebben voor reële onvrede, maar elkaar ook aanspreken en de confrontatie aangaan: het zal niet meevallen, maar het is uiteindelijk de enige weg die naar solidariteit leidt. Solidariteit binnen de vakbeweging tussen hoger en lager opgeleiden en solidariteit in de samenleving als geheel, ook tussen 'wit' en 'zwart'.

Klik hier