welkom
commentaren
Solidariteit

Nog even Haïti ....

Rob Lubbersen

Nog even staat Haïti op de voorpagina's van de kranten. Over enkele weken is dat voorbij. Dan zijn de meeste slachtoffers geborgen, is de ergste nood gelenigd en zijn de laatste wonderbaarlijke overlevers uit het puin bevrijd. Er zal niet meer elke dag, elk uur een beroep worden gedaan op medegevoel en in het verlengde daarvan goedgeefsheid. Hier gaan we over tot de relatief comfortabele orde van de dag. Maar hoe vergaat het Haïti verder?

De aardbeving op 12 januari 2010 was een verschrikkelijke ramp. Vijftigduizend of tweehonderdduizend doden, het is nauwelijks te bevatten. Meer dan een miljoen mensen heeft minstens één familielid of vriend of vriendin verloren. Verdriet. Hun huis en haard zijn veranderd in troosteloze ruïnes. Verlies. Het is volkomen terecht dat alles uit de kast is gehaald om zo snel mogelijk zo veel mogelijk hulp te verlenen.

Het reddingswerk

In Nederland heeft de eerste hulpactie zich verzameld rond Giro 555. Daar is niet veel mis mee. Achter Giro 555 zitten eerbiedwaardige hulporganisaties als Cordaid, het Rode Kruis, Oxfam Novib en Unicef. Met de ruim honderd miljoen Euro die in Nederland voor hulp aan Haïti beschikbaar is gekomen, doen zij zonder twijfel uitstekend werk. Wel jammer is dat Artsen zonder Grenzen (AzG) niets meekrijgt van de opbrengst van de gezamenlijke inzamelingsacties. AzG heeft zich in 2005 teruggetrokken uit de Giro 555-club, toen er gedoe ontstond rond een overschot aan geld dat was opgehaald na de tsunamiramp. Maar op Haïti was het wel de eerste organisatie die in actie kwam. Er was al een medisch team aanwezig. Dankzij bekendheid met de plaatselijke situatie en vertrouwen bij de bevolking kon AzG ook hulp verlenen in 'gevaarlijke buurten'. Gebieden die door andere organisaties aanvankelijk om veiligheidsredenen werden gemeden. Wie Artsen zonder Grenzen alsnog wil steunen, kan dat doen via Giro 4054.

De wederopbouw

Na het reddingswerk komt de wederopbouw. Dat lijkt een technische en neutrale aangelegenheid, maar dat is het niet. In een voortreffelijk artikel schrijft Alex de Jong over Haïti: een natuurramp en menselijke misdaden (www.grenzeloos.org). Daarin geeft hij aan waarom de aardbeving tot zo'n gigantische ramp kon leiden. Dat heeft alles te maken met een historie van uitbuiting en onderdrukking. Een geschiedenis van tweehonderd jaar, waarin walgelijke wrede dictators als Papa Doc, met steun van Frankrijk en Amerika, het land en de bevolking hebben leeggezogen. Haïti is niet zomaar het armste en kwetsbaarste land van het westelijk halfrond geworden, het is zo gemáákt. En bij de wederopbouw moet dus sterk worden ingezet op het veranderen van de sociale en economische verhoudingen. Op het aanpakken van politieke en culturele factoren die het eiland in zo'n miserabele conditie hebben gebracht.
Nieuwe huizen en voorzieningen, prima! Maar dan wel tegelijk met de opbouw van een democratisch systeem. Om te voorkomen dat wederom criminelen, een elitekliek hand in hand met 'buitenlandse investeerders', er met de buit vandoor gaan en het land plunderen. Gelukkig is een aantal hulporganisaties, zoals de Novib, zich sterk bewust van het belang van zelfwerkzaamheid van onderop om daadwerkelijk en duurzaam vooruit te komen. Een andere organisatie die zich wat dit betreft nadrukkelijk laat gelden is het Haïti Emergency Relief Fund (HERF). Dit fonds ondersteunt al zes jaar op Haïti vakbonden, vrouwenorganisaties, mensenrechtenactivisten en onderwijsprojecten. Voor een eventuele 'nagift' is dit fonds te vinden op: www.haitiaction.net.

De solidariteit

Er is discussie over de vraag of de Haïtianen (al) in staat zijn om zelf de wederopbouw, inclusief een democratisch bestel, ter hand te nemen. Die discussie is niet helemaal onzinnig. De puinhoop is letterlijk en figuurlijk groot, de traditie van solidair zelfbeheer is zwak. Heel veel Haïtianen vragen om een soort van ondertoezichtstelling. The Economist pleit voor een internationale autoriteit die zelfs tijdelijk voorbij moet kunnen gaan aan democratische processen en procedures op Haïti. Dat is begrijpelijk, maar absoluut de verkeerde weg. Er ís geen weg binnendoor.
De internationale gemeenschap kan niet in de plaats treden van het Haïtiaanse volk. En wie is die gemeenschap dan wel: de Verenigde Naties of, godbetert, in hun naam de Verenigde Staten? De toekomst van Haïti en dús de vormgeving daarvan, kan slechts het werk zijn van de Haïtianen zelf. Alleen zo kan er ervaring worden opgedaan, alleen zo kan er geleerd worden. Ongetwijfeld gaat dat met vallen en opstaan. De mensen, hun basisorganisaties en hun democratische instellingen mogen daarbij rekenen op solidaire hulp.
Ondersteuning JA - Ondertoezichtstelling NEE.

Klik hier