Commentaar nr. 15, 15 mei 2005
Werken is schadelijk voor de gezondheid
Jan Taat
Sinds 2003 promoot de International Labour Organization (ILO) een veiligheids- en gezondheidsdag voor arbeiders ("Workers Memorial Day"). Deze herdenkingsdag op 28 April is in 1989 ingesteld na een bezettingsactie van het Veiligheids- en Gezondheidbureau in Canada. Voor de herdenking van arbeidsslachtoffers bestaat alle reden. Alleen al in Nederland wordt het jaarlijkse aantal doden dik boven de 5.000 geschat.
In 2005 bracht de ILO voor de tweede keer een rapport uit over ongelukken en ziekten. Voor het eerst met een schatting van het aantal doden per jaar: 2,2 miljoen op basis van cijfers uit 2001. Dat zijn vier tsunamies om maar een vergelijking te maken. De doodsoorzaken verschillen sterk, afhankelijk van land en sector:
- Ongelukken en geweld (19 procent), waarbij de bouw een triest hoogtepunt vormt. Daar vindt in geïndustrialiseerde landen 25-40 procent van de dodelijke ongevallen plaats, terwijl er slechts 6-10 procent van de werknemers werkt.
- Ziekten, met als belangrijkste: kanker, hart- en vaatziekten, besmettelijke ziekten en schade aan luchtwegen; respectievelijk 32, 23, 17 en 7 procent. Opvallend is dat geestelijke aandoeningen slechts 1 procent van de doodsoorzaken vormen. Arbeidsstress is misschien wel een epidemie, maar is moeilijk te kwantificeren.
- Gevaarlijke stoffen, ook in de landbouw (pesticiden). Asbest leidt meestal tot kanker. Vrouwen die in de derde wereld op het land werken, lopen een verhoogde kans op besmettelijke ziekten, zoals malaria. Daarnaast zijn rook en uitlaatgassen van verwarmingsinstallaties een bron van problemen.
De ILO constateert dat jongeren en ouderen het meest gevoelig zijn voor gezondheidsschadelijke arbeidsomstandigheden. Jongeren, omdat zij in de groei vatbaar zijn voor kankerverwekkende stoffen. Ouderen, omdat hun conditie verslechtert. Hoewel de cijfers voor de geïndustrialiseerde landen relatief gunstig zijn, waarschuwt de ILO dat door de vergrijzing het aantal slachtoffers zal toenemen.
Nederland
De FNV heeft een verkennende studie naar de sterfte door arbeid in Nederland laten uitvoeren. Dat gebeurde in het kader van "Workers Memorial Day". De schatting van het jaarlijks aantal slachtoffers is zeer voorzichtig: 2.600. De verdeling in percentages is als volgt:
kanker: 65 | suïcide: 4 |
hart- en vaatziekten: 11 | zenuwstelsel: 3 |
long- en luchtwegaandoeningen: 11 | infectieziekten: 1 |
ongevallen (inclusief werkverkeer): 4 | geweld: 1 |
Over deze cijfers bestaat veel onzekerheid. De studie meldt ook de hogere schatting van 5.500 die meer overeenkomt met de cijfers van de ILO. Op zich is het overigens opmerkelijk dat pas in 2005 pogingen worden gedaan de effecten van werk op de gezondheid in cijfers op tafel te krijgen. Het aantal slachtoffers per jaar is in ieder geval veel groter dan de watersnoodramp in 1953 of het aantal jaarlijkse verkeersslachtoffers - om nog maar eens een vergelijking te maken.
Meer aandacht voor de relatie werk en gezondheid is dus urgent. Zeker met een vergrijzende bevolking en een regering die je tot de laatste snik wil laten doorwerken. Helaas komt die aandacht van de verkeerde kant: namelijk van het kabinet Balkende en van Bolkestein.
Balkenende staat voor deregulering en wil af van een groot aantal regels in de Arbo-wet. Met name voor de risico's die hij als laag inschat, bijvoorbeeld: extreme hitte en kou, hand- en armtrillingen, geknield/gehurkt en staand werk, bescherming van de ogen en werken bij daglicht. Het kabinet gaat daarbij zover dat het in conflict dreigt te komen met de Europese regelgeving.
Balkenende kiest ook hier voor meer eigen verantwoordelijkheid, waarbij werknemers en werkgevers het maar onderling moeten uitmaken. Maar op de plaats van handeling, de werkvloer en het bedrijf in het algemeen is geen sprake van een gelijkwaardige positie van werknemers en leidinggevenden. Zonder te kunnen teruggrijpen op regels in de Arbo-wet en op de arbeidsinspectie is het voor werknemers (nog) moeilijker misstanden aan te kaarten. De beperktere rol van de ondernemingsraad in de nieuwe wetgeving maakt de situatie er niet beter op.
Bolkestein heeft een Richtlijn achtergelaten, waarbij Europese werknemers kunnen werken onder de regels van het land van herkomst. Concurrentie op de arbeidsvoorwaarden en dus arbeidsomstandigheden is daarvan het gevolg. Hoe meer de nationale regels vrijgelaten worden, hoe meer kans op export van arbeid bestaat. Dat is niet in het belang van de werknemers die het werk in het buitenland moeten uitvoeren volgens hun 'eigen' gevaarlijke regels. En dat is niet in het belang van de werknemers in het land waar dat werk wordt verricht; dicht bij huis zouden ze volgens veilige regels kunnen werken, maar het werk is hun ontnomen.
Tegen de Richtlijn demonstreerden 19 maart jongstleden in Brussel 90.000 mensen, waaronder 3.500 leden van FNV-bonden. Volgende maand wordt een enigszins aangepast versie behandeld, we zijn er dus nog niet van af. De website die de FNV gebruikte om te mobiliseren voor de demonstratie (www.eenbetereuropa.nl) staat nu vol met propaganda vóór de Europese Grondwet. Niets meer over Bolkestein.
De FNV opende in april de website www.reddearbowet.nl en hield een enquête over de arbeidsomstandigheden - de moderne manier van actievoeren. Binnen afzienbare tijd zal de SER advies uitbrengen en houdt de FNV een Arbo-festival. Is het dan weer over en uit?
|