De rechtsstaat en het gelijkheidsideaal
Pim Fischer
De rechtsstaat. En niet te vergeten de rechtsorde. Als we over de rechtstaat spreken, is het goed om het eerst maar eens over de orde te hebben. De burgerlijke orde. En in die burgerlijke orde hoort het zo te zijn dat alle burgers gelijk zijn.
Iedereen een gelijk recht om een huis te kopen in Bloemendaal en ieder even veel recht om onder de brug van Avignon te slapen. Zonder gelijkheid geen gelijke concurrentie. Zonder gelijkheid niet een gelijk recht om tegen loon arbeidskracht te verhuren.
Compensatie
Maar dat is wat kaal. Want gelijke kansen betekenen ook dat ongelijkheid gecompenseerd wordt. Immers, de gehandicapte gelijk behandelen aan degene die gezond van lijf en geest is, dat is ook ongelijk. Het gaat er om dat iedereen gelijke kansen heeft en dat een ongelijke positie ook door de maatschappij wordt gecompenseerd. Zo ontstaat er in het denken over gelijkheid een speciale plicht om kwetsbare mensen te helpen.
Zo wordt algemeen gevonden dat het kind beschermd moet worden. Het kind mag ook de rekening niet worden gepresenteerd voor het onverantwoorde gedrag van de ouder. Dat staat in het kinderrechtenverdrag, ondertekend door alle landen in de wereld, behalve de Verenigde Staten en Somalië.
Gehandicapten moeten ook gelijke kansen krijgen en dus moeten we in de openbare ruimte met hen rekening houden. Doen we dat niet, dan moet de blinde en de rolstoelafhankelijke thuis blijven zitten en hebben ze geen gelijke kans om aan het dagelijks leven deel te nemen. En ook dat is in de bestaande verhoudingen zo vanzelfsprekend dat de Europese Unie dit verdrag mee heeft ondertekend.
Bescherming
Het gelijkheidideaal is in een groot aantal verdragen het uitgangspunt. En de verschillende mensenrechtencomités en internationale mensenrechtenrapporteurs hebben dat nader uitgewerkt. Het gemeenschappelijke ideaal volgt volstrekt logisch voort uit het gelijkheidsideaal, een voorwaarde om de burgerlijke rechtsorde op een natuurlijke manier te kunnen laten functioneren.
Maar die compensatieplicht kost geld. En het zijn toch altijd minderheden die belang hebben bij die hulp. Voor de mensen die deze hulp niet nodig hebben, is het dan balanceren. Ze hebben geen bijstand nodig en betalen voor hun eigen rechtshulp. Als ze oud en ziek zijn, betalen ze voor hun eigen verzorging. Zij hebben die hulp om gelijke kansen te krijgen niet nodig. En de plicht die op de Staat rust om kwetsbare mensen te helpen, botst weer met het gedachtegoed dat iedereen zijn eigen problemen moet oplossen en dat sociale achterstelling de eigen verantwoordelijkheid is. Die gelijkheid vereist wel dat de Staat helpt en beschermt. En dat is niet iets waar we Rutte, Verhagen en Wilders veel over horen.
Het blijft dus een ongemakkelijke verhouding. Het gelijkheidsideaal in het kapitalisme afschaffen, dat is toch lastig. En het recht op gelijke behandeling en dus ook het recht op ongelijke behandeling, dat is ook een mooi ideaal. Het hoort toch bij die orde. Maar die verhouding tussen burgerlijke idealen en die burgerlijke rechtsorde is in werkelijkheid toch veel minder natuurlijk.
|