welkom
commentaren
Solidariteit

Solidariteit - commentaar 192 - 26 februari 2012

Een toekomst voor de vakbeweging?

Marten Buschman

Sinds de moderne vakbeweging in 1905 is opgericht door sociaal-democraten heeft ze zich telkenmale vernieuwd. Nu wederom: naar een nieuwe vakbeweging. Sympatico, no? Dat is de eerste reactie van velen. En dat geldt ook voor mij, behept met het adagium van de literaire 'beweging van tachtig': een nieuwe lente en een nieuw geluid.

Toch klinkt het ook een beetje als een reclamekreet: vernieuwd! Alweer vernieuwd? Wat willen de kwartiermakers van de Nieuwe Vakbeweging eigenlijk?

Specifieke belangen

De reacties, op de webpagina's van Solidariteit, maar ook elders, was van 'we gaan er voor', maar ook klonk wat cynisme door. Rob Lubbersen tekende voor het we gaan er voor, terwijl Hans Boot veel realisme inbracht. Daarbij komt dat de website van de kwartiermakers van de Nieuwe Vakbeweging nou niet echt een sprekend voorbeeld is van nieuwe ideeën. Vanaf 14 februari staat er een powerpoint met de procedures en één met ideeën waarover gesproken gaat worden. Ik mag hopen volgend jaar betere Valentijnskaartjes te ontvangen. Over de procedure heb ik slechts één kritische kanttekening: on- en andersgeorganiseerden kunnen zich aansluiten, maar de kwartiersmakers gaan niet op zoek.

De crux zit wat mij betreft in twee vragen: waarom is de vakbeweging nodig? Wat is de inhoud, missie en koers van de NV? Houd je met deze vragen - en later de antwoorden - de vergrijzing tegen? En de dalende organisatiegraad, de te verdedigende houding, sterk in de aflopende industrie en ambtenarij en zwak in de dienstensector en weinig toekomstdenken. Ik denk het niet. Het volgende bericht uit CNV-hoek is niet echt positief: "De Politiebond ACP, aangesloten bij het CNV, maakte bekend zich los te zullen maken van het CNV. Met als belangrijkste reden dat de bond zich als beroepsorganisatie van politiemensen niet meer thuis voelt in het CNV als brede vakcentrale. Die zou te weinig oog hebben voor de belangen van specifieke beroepen." Zie ook het bericht van de ACP.

Vakbeweging nodig? En hoe?

Aan de wieg van het NVV stond de sociaal-democraat en diamantbewerker Henri Polak. Hoe luiden zijn ideeën en wat hebben ze nog voor waarde?
Polak zag centralisatie en discipline als onvermijdelijke voorwaarden voor een succesvolle vakbeweging. Hij maakte een vergelijking van de vakvereniging met het menselijk lichaam: beide worden "bestuurd vanuit een centraal punt vanwaar alles wordt beheerscht en overzien, vanwaar alle actie uitgaat, waarin alle communicatiedraden uitlopen, en dat dus het uitgangspunt van het leven zelf is." Wat een democratie!
Ondanks alle veranderingen en pogingen tot verbeteringen (de plannen voor een Labourpartij van Roel Stenhuis in de jaren twintig, het bedrijvenwerk van de jaren zestig, de bedrijfsledengroepen van weer later, maar ook het ontstaan van FNV Bondgenoten en de veranderingen bij AbvaKabo FNV (zo'n naam is toch een uiting van denkarmoede) van 2010/11 hebben niet betekend dat de organisatievorm van NVV/FNV en de centrale plaats van bestuurders veranderd is.

Ik denk dat een vakbeweging wel nodig is, maar niet die van de FNV-organisatie.

Over buitenstaanders, muren en organisatiegraad

De maatschappij is sinds 1906 flink veranderd. Vele arbeidsvormen, zoals lopende band en ZZP-ers, bestaan naast elkaar. Dit besef van een andere maatschappij dan honderd jaar geleden dringt helaas niet goed door bij de mensen die betrokken zijn bij de Nieuwe Vakbeweging. Immers dan zouden zij minder belang hechten aan de bestuurders van de vakorganisaties en meer aan de vele Nederlanders die niet of anders georganiseerd zijn en met name de buitenstaanders.

Eigenlijk kan je zeggen dat veel arbeid verricht wordt door nieuwkomers op de arbeidsmarkt (jongeren, buitenlanders) die weinig belang hechten aan de gevestigde orde van de bestuurders en leden van de vakbond. En die vaak tegen minimumloon of daaronder, zonder vaste arbeidscontracten en vaak ook nog zwart/illegaal vuil werk verrichten. De huidige acties door de schoonmakers is een voorbeeld van actief betrekken van werkers in een moeilijke situatie.

Er zijn nog twee overwegingen die ik wil toevoegen. De eerste is het 'idee fixe' dat alle arbeiders dezelfde belangen hebben en dat daardoor één ongedeelde vakorganisatie noodzakelijk is. Niets is minder waar: een ge- en verdeelde vakbeweging naar beroep, ideologie en geloofsovertuiging is de norm in Nederland. Naar mijn idee zou je niet hoeven te streven naar één organisatie: als de organisatiegraad maar omhoog gaat.

De arbeidsvoorwaarden van de huidige vakbondsleden zijn over het algemeen goed te noemen. Het lijkt echter of we een muur gebouwd hebben rondom hen. Dat is meer geprobeerd, bijvoorbeeld rond de diamantbewerkers in Amsterdam met hoge lonen en een hoge bondscontributies. De ANDB is er aan kapot gegaan. Met andere woorden: slecht die muren en haal alle werkers over om organisaties te vormen en vergeet vooral even het nationale overleg. Ik hoop niet alleen dat de kwartiermakers van de NV, op zoek naar een missie, naar niet-leden kijken en luisteren, maar dat met name de critici van Solidariteit actief gaan deelnemen.

Klik hier