welkom
commentaren
Solidariteit

Solidariteit - commentaar 195 - 8 april 2012

Niet vergeten

Jan Taat

Het is zomer in de Filipijnen en vakantie. Tijd voor een dik boek dat al erg lang op de plank staat. In dit geval Age of Extremes, the short Twentieth Century 1914-1991 van de historicus Eric Hobsbawm (1994). Volgens Hobsbawm neemt het historisch besef hand over hand af. Dat verklaart volgens mij veel van de hardnekkige misvattingen over de Nieuwe Economie en de moeizame weg voorwaarts van de vakbeweging.

Hobsbawm over de Grote Depressie van 1929: "De lonen bleven, zoals wel vaker bij sterke groei van de vrije markt, achter bij de winsten. De rijken bemachtigden een groter gedeelte van de nationale koek. Maar de vraag kon de snel stijgende productiviteit niet bijhouden en dat resulteerde in overproductie en speculatie. Om een crisis te vermijden werd vooral in de VS de vraag gestimuleerd met consumentenkredieten. Eerder waren de prijzen op de vastgoedmarkt dramatisch gestegen en kopers wijsgemaakt dat dit prima in orde was. Een populaire slogan was: 'elke dag word ik in ieder opzicht beter en beter'. De banken zaten echter vol met giftige leningen. Ze weigerden nieuwe leningen en vernieuwing van oude. De consumptie van luxe goederen stagneerde en tussen 1929 en 1931 halveerde de autoproductie in de VS." (p. 100, vrije vertaling JT).
De Sovjet Unie kwam ongeschonden uit de Grote Depressie en zelfs bij rechts was elke fiducie in een volledig vrije markteconomie verdwenen. Theorieën van Keynes werden in praktijk gebracht en de staat kreeg een belangrijke rol in de beheersing van de economische fluctuaties.

Nieuwe Economie

Vijftig jaar later was de les van de Grote Depressie vergeten. Toen Hobsbawm in 1994 Age of Extremes schreef, was het neoliberale gedachtegoed wijd verspreid. Daarna ontstond de mythe van een crisisvrije economie. Globalisering, technologische ontwikkeling, internet, telecommunicatie en exploderende beurskoersen vormden de basis van de Nieuw Economie. Zo ging in november 2000 het Haagse vakbondscafé Solidariteit over de volgende stelling: "Als de nieuwe economie crisisvrij is, is de vakbeweging overbodig. In het verleden hebben economen wel vaker gedacht dat de hoogconjunctuur geen einde kende, bijvoorbeeld in de jaren twintig. De geschiedenis heeft echter steeds het tegendeel laten zien. Dat betekent dat de vakbeweging paraat moet zijn voor een recessie."
De stelling laat ons ongeloof in de Nieuwe Economie zien en werd in 2001 met de uiteenspatting van de internetzeepbel bevestigd. Veel bellen en luchtballonnen volgden met als gevolg de financiële crisis in 2007 die nu zijn schaduwen werpt op de reële economie.

Dooddoeners

De mythe van de crisisvrije,Nieuwe Economie ging gepaard met kortingen op sociale premies. Als je aanneemt dat de beurskoersen snel blijven stijgen, hoeven de pensioenfondsen alleen maar te beleggen in aandelen en kunnen de premies omlaag. Dat geldt ook voor de werkloosheidsverzekeringen, omdat in een crisisvrije economie de werkloosheid minimaal is. Opmerkingen dat dit niet zo verstandig was, werden genegeerd. Lastenvermindering is populair.
Iedereen is ondertussen overtuigd van de misvatting van de crisisvrije Nieuwe Economie. Ideeën zoals volledige werkgelegenheid, overleg op gelijkwaardige basis tussen individuele werknemer en werkgever en de wenselijkheid van individualisering zijn echter blijven hangen. Onderhuids verspreidt de gedachte zich dat sociale voorzieningen er alleen voor losers zijn en aangezien niemand loser wil zijn, is hakken in voorzieningen oké. En dan de dooddoeners: "pensioen op 65-jarige leeftijd is niet van deze tijd", "zekerheid bestaat niet", "vaste banen zijn er alleen voor babyboomers", "de beste bescherming tegen werkloosheid is werkgelegenheid", "vergrijzing maakt voorzieningen onbetaalbaar", "bodemloze put", "werk genoeg", "laat de markt zijn werk doen".
Het gejuich over de Nieuwe Economie is gedeeltelijk omgeslagen in negativisme, terwijl positivo's zoals GroenLinks blijven dromen van een maatschappij waarbij iedereen zijn eigen boontjes kan doppen. Zowel de negativistische als de positivistische stroming ondersteunen de neoliberale agenda van het uitkleden van de sociale voorzieningen en zekerheden. Ondanks de afgang van de Nieuwe Economie blijft die agenda dominant.

De geschiedenis herhaalt zich niet

De economische beschrijving van de dynamiek van de Grote Depressie door Hobsbawm in 1994, vertoont verbijsterende overeenkomsten met de crisis sinds 2007 (overproductie, boomende huizenmarkt, het idee dat de bomen tot in de hemel groeien, stimulering consumptie met leningen, banken die omvallen, ineenstorting van de reële economie). De huidige situatie is echter niet rechtstreeks te vergelijken met die in het begin van de jaren dertig.
Ten eerste is de huidige crisis een meervoudige crisis op wereldschaal. Niet alleen de economie, maar ook de toenemende schaarste aan grondstoffen, voedsel, water, energie en de groeiende milieuproblemen drukken steeds sterker op de ontwikkeling. De oplossing voor het ene probleem veroorzaakt een ander (wet van behoud van ellende). Dit is de schaal waarop economische grootmachten en transnationale bedrijven opereren, waar onze interventie noodzakelijk is.
Ten tweede is er nu geen golf van kritiek op de vrije markt van het kapitalistische systeem. Oplossingen worden binnen dit systeem gezocht, wellicht bij een gebrek aan ideologisch alternatief, wellicht met de gedachte dat nu alles beter is dan vroeger. Dankzij de verworvenheden van de vorige eeuw is de situatie in de ontwikkelde landen nu niet zo schrijnend als tijdens de Grote Depressie. Dat neemt niet weg dat terugdraaien van verworvenheden geen vooruitgang is. Je zou kunnen zeggen als vooruitgang achteruitgang wordt, het 'conservatisme' van de sociaaldemocraten beter is dan 'progressiviteit' van linkse liberalen. Naar een weg vooruit moeten we echter zoeken. De redactie van het jaarbroek Kritiek heeft groot gelijk dat het tijd is voor onverkende alternatieven voor de bestaande orde en de wegen ernaar toe.

Bijna twaalf jaar geleden constateerden we dat de vakbeweging zich moest voorbereiden op de crisis. Daar zijn we niet in geslaagd. Nu de crisis er is, gaat de vakbeweging zich mogelijk vernieuwen. Hopelijk vergeten we in dit tijdperk van individualisering niet wat ons sterk maakt.

Klik hier