Solidariteit - commentaar 206 - 9 september 2012
Sociaaldemocratie
Hans Boot
Ik hoor stemmen. Wat is erger, de terugval in de peilingen van de Socialistische Partij of haar regeringszucht met programma-aanpassingen in de traditie van de sociaaldemocratie? Of hangen deze twee verschuivingen zo samen dat de opleving van de Partij van de Arbeid, ook weer in de peilingen, daarvan het gevolg is? En bevindt 'dus' de sociaaldemocratie, in tegenstelling tot wat velen beweerden, zich niet in een crisis?
Een paar maanden geleden, vrij kort na het einde van het 'gedoogkabinet' hoorde ik een gesprekje, waarin een senator van de SP uitlegde dat zijn partij wilde gaan scoren. Zichtbare resultaten boeken, daar wachtten de gewone mensen op. Dat zou de koers van de SP worden, mocht dat ten koste gaan van eerder ingenomen standpunten - hij noemde de AOW en het pensioen - dan moest dat maar. Alleen aan de knoppen, kun je wat veranderen. Deze keuze, vond hij, was het risico waard dat de traditionele aanhang zou verslappen en het onderscheid met de PvdA zou vervagen. De peilingen suggereren dat dit risico te groot is gebleken.
Socialistenfobie en polarisatie
Hoewel het enige moeite kost, blijft hier 'de politiek' als televisiepretpark, gammele cijfershow en stropdassenparade buiten beschouwing. Geen partijleider waagt het afstand te nemen van de wereld van halve zinnen, hijgerige sportsfeer en zich oppompende journalisten.
Toch heeft deze verkiezingsperiode een verhelderende polarisatie opgeleverd die ook het zo bewierookte politieke midden niet kan maskeren. Dank zij onder meer de krant van de wakkere natie, het zakenblad Quote en ondernemersvoorzitter Wientjes, tevens prominent lid van de VVD, blijkt kapitaalgezind Nederland nog steeds bevangen door een socialistenfobie. Vast en zeker ingefluisterd door persoonlijke coaches en eredivisie-zzp'ers is de sympathie voor de PVV gniffelend verborgen achter angstvisioenen van een nieuw Moskou of het Peking van een jaar of veertig geleden.
Deze breuk in de door CDA en D66 gekoesterde moraal van het gemeenschappelijk belang zou leerzaam moeten zijn voor de interimvoorzitter van de FNV Heerts en diens supporters. Sprak Jongerius ooit over het gestrekt been, waarmee ze het SER-overleg in zou gaan, Heerts spreekt in even stoere taal "we zijn de afgelopen decennia afschuwelijk belazerd, het is de dood of de gladiolen". Maar ja, in stakingen tijdens verkiezingstijd en politieke acties ziet hij niks: "We zijn niet voor de SP of tegen de PvdA. Want we hebben onder onze leden bijvoorbeeld ook heel veel PVV-stemmers" (NRC Handelsblad, 25/26 augustus 2012). Een merkwaardige uitspraak. Want 1) Hij volgt de SP in de afwijzing van een staking, waarover de PvdA veelzeggend zwijgt. 2) Hij was van 2006 tot en met 2010 voor de PvdA lid van de Tweede Kamer. 3) Hij houdt kennelijk ernstig rekening met de volgelingen van Wilders. Hij rommelt dus. En nu maar afwachten of de 'nieuwe' FNV de herhaalde lokroep van Wientjes zal weerstaan om plaats te nemen aan de grauwgroene poldertafel.
Overloop en hergroepering
Terug naar de SP. Parlementaire behoedzaamheid is troef, radicaliteit lijkt verdacht en premierwaardigheid staat centraal. Terwijl een hopeloze vondst als "geen breekpunten, maar maakpunten" zelfs een klassieke redenaar tot lispelen brengt, wordt de veel geprezen stelling "65 is 65" vanwege de Inschatters van het Centraal Planbureau verlaten. Een dergelijk tot 2020 te handhaven beleid zou niet in cijfers uit te drukken zijn ... Het is als de vraag aan Van der Staaij van de Staatkundig Gereformeerde Partij te willen bewijzen dat god niet bestaat, en wanneer hij daarna zegt dat niet te kunnen, zelf dan maar besluiten zondags naar de kerk te gaan.
Wat mij betreft, staat deelname van een politieke partij aan het parlement niet ter discussie en is een stem voor de SP volstrekt gerechtvaardigd. Gegeven de maatschappelijke verhoudingen sinds jaren en nog eens jaren lijkt me de eventuele toevoeging 'bij gebrek aan beter' overbodig. Het zijn juist de maatschappelijke krachtsverhoudingen die het streven naar een regeringsdeelname zinloos maken. Zal die regering, om maar eens één kwestie te noemen, de leuze "haal het geld waar het zit" in daden kunnen omzetten?
Als het waar is dat de activistische SP'er ontevreden is over de kwaliteit van het interne debat, de ruimte voor kritiek en de actiegerichte aanwezigheid in de wijken, dan is dat geen onontkomelijk, maar wel een voorspelbaar gevolg van de prioriteit voor de premiersoptie en regeringsdeelname. Hetzelfde geldt voor de 'overloop' van delen van het electoraat naar de PvdA, decennialang een partij van bestuurders, ministers en minister-presidenten. Een switch die tekenend is voor het politiek bewustzijn en geheugen van de betrokken kiezers, want het is juist de PvdA die het door de SP zo bestreden neoliberalisme in de politieke praktijk heeft gebracht. Een reden te meer te twijfelen aan een breed gedragen radicaliteit bij de afhakende SP-stemmers.
Tot slot. Ondanks de verschillende politieke herkomst en geschiedenis van de Partij van de Arbeid en de Socialistische Partij en hun uiteenlopende programmaonderdelen ontwikkelen zij zich naar een stromenland in de sociaaldemocratie. Van gematigd naar radikaal. In die zin is er dan geen sprake van een sociaaldemocratie in crisis. Wel van één pot nat, of komt er een hergroepering tot een brede Partij voor het Socialisme die de ware tribune in het parlement introduceert? Eindelijk zou vervolgens de FNV de polder onder water kunnen zetten. Met Wientjes.
|