Solidariteit – commentaar 218 - 24 februari 2013
Sociale beweging en socialistische politiek
Sjarrel Massop
Het kan niet verbazen dat de kwalijke pogingen van rechts om de crisis op te lossen reacties oproepen van links. De gevolgen voor de arbeidersklasse zijn zeer voelbaar en het verzet tekent zich voorzichtig af. De thuiszorgers komen in actie, op de oude Hoogovens is het weer onrustig en bij het spoor laait de strijd op. Kortom, sociale bewegingen roeren zich, de klassenstrijd lonkt naar een plek op de sociale agenda.
Een interessant probleem is de rol van socialistische partijen, actueel in Nederland de Socialistische Partij, in hun verhouding tot sociale bewegingen, met name de vakbeweging. In het debat over het mandaat dat FNV-voorzitter Heerts krijgt om zijn sociale agenda uit te onderhandelen, houdt de SP zich opmerkelijk afzijdig. En dat, terwijl juist nu zich een goede gelegenheid aandient in de opnieuw ontluikende klassenstrijd passende eisen aan te leveren. Dat is de taak van socialisten in de vakbeweging, als uiting van een socialistische politiek.
Dóór de mensen
In Spanning (januari 2013), maandblad van het Wetenschappelijk Bureau van de SP, bespreekt Ronald van Raak de biografie "Ferdinand Domela Nieuwenhuis. Een romantisch revolutionair" van Jan Willem Stutje. Onder de kop "Us Domela en onze SP" zegt Ronald dat de SP schatplichtig is aan de eerste socialisten. Dat zou blijken uit een principiële kwestie als de massalijn, de opvatting dat socialisten geen politiek bedrijven vóór maar mét de mensen.
Ik sprak Jan Willem hierover. Hij vertelde mij dat Domela dit toch anders zag en de opvatting huldigde dat de strijd slechts dóór de mensen gevoerd kon worden. Wat is dan de rol van de socialistische partij? Rosa Luxemburg heeft die eens beschreven als "gids in de vereiste richting".
Inderdaad zijn we, als socialisten in de 21ste eeuw, onze voorouders schatplichtig. Maar dan moeten we goed bekijken welke schatten aan inzicht en ervaringen de socialisten van het eerste uur ons werkelijk geboden hebben. Ronald schrijft dat ons socialisme vrij uniek is en dat Domela ook een beetje van de SP is. Dit betekent volgens mij dat binnen de SP de discussie gevoerd moet worden over de ontwikkeling van de juiste analyse en standpunten. Wordt vervolgens voor de juiste massalijn gekozen, dan kunnen de consequenties voor de huidige koers van de SP niet achterwege blijven.
Want feitelijk is te zien dat de SP niet noemenswaardig in de sociale beweging aanwezig is. De strategie is meer een eigen lijn uitstippelen en actievoeren ter ondersteuning van een parlementaire strategie; dus los van de massalijn. Met als actueel voorbeeld, de strijd van de thuiszorgers, waarbij de SP gekozen heeft voor een eigen lijn, buiten die van Abvakabo FNV om. Dat heeft twee ernstige consequenties. Ten eerste toont de SP daarmee nauwelijks een gevoel voor wat er werkelijk onder de betrokken thuiszorgers leeft; in het algemeen vertaalt ze niet wat in de vakbeweging speelt. Ten tweede is de SP niet in staat de juiste eisen in te brengen, omdat ze opgescheept is met de parlementaire waan van de dag en reactief handelt. Daar tegenover zou juist vandaag eenheid in de strijd moeten staan. En wel door de verbinding van de acties van de thuiszorgmedewerkers met de strijd die de schoonmakers al gevoerd hebben en waarop de werkers in de zorginstellingen zich voorbereiden.
Echte betrokkenheid
Het is voor socialisten belangrijk de politieke actualiteit goed te analyseren. Dat kan alleen bij een echte betrokkenheid in de actuele realiteit van de arbeidersklasse en de stand van de klassenstrijd. Daarvoor is nauw contact met de klasse wezenlijk. Nu is het zo dat bij de nood en dreiging die op de mensen afkomen, de verleiding groot is mee te gaan in de alledaagse, en dat zijn de verkeerde, keuzes. Met de stijging van de werkloosheid wordt al gauw de schuld gelegd bij de 'baantjes inpikkende' Oost-Europese arbeiders. Neoliberale politici en de ondernemers spelen hier graag op in en proberen systematisch delen van de arbeidersklasse tegen elkaar uit te spelen. Jongeren tegen ouderen, mannen tegen vrouwen, allochtonen tegen autochtonen, enzovoort. Behalve dat het ook hier de taak van socialisten is om de eenheid in de strijd te bevorderen, is het zaak de juiste eisen in te brengen.
Neem bijvoorbeeld '65 blijft 65'. Mensen voelen heel goed aan dat langer doorwerken grote onzin is. Ouderen worden massaal uit het arbeidsproces verwijderd, nog geen 10 procent van de mensen boven de 60 werkt nog. Het is ondoenlijk om ouder dan 55 jaar een betaalde baan te vinden. Een andere kwestie die mensen terdege voelen, is de groeiende onzekerheid op de arbeidsmarkt, de zogenoemde versoepeling van het ontslagrecht, plus het fameuze Nieuwe Werken dreigen als een donderwolk. Een belangrijke eis om vandaag in te brengen in de sociale beweging moet zich richten op de verdeling van de beschikbare arbeid. Arbeidstijdverkorting met behoud van loon! Daarbij is timing van groot belang. Dergelijke eisen plompverloren presenteren, werkt contraproductief. Maar om de nodige fijngevoeligheid te ontwikkelen, zijn activiteiten in de vakbeweging een voorwaarde.
De geschiedenis van de sociale beweging en de linkse politiek kent inderdaad een ware rijkdom. Vallen en opstaan, maar ook een geschiedenis als leerschool voor de arbeidersklasse en daarmee een richting naar een mooie socialistische toekomst.
De belangrijkste les voor mij is en blijft dat de strijd dóór de arbeidersklasse gevoerd moet worden. Niets kan deze bepalende factor in de strijd voor het socialisme vervangen, zeker niet de politieke partij, dat zag 'Us Domela' goed. Zij is er immers slechts voor een gids in de goede richting te zijn.
|