welkom
commentaren
Solidariteit

Solidariteit – commentaar 225 - 2 juni 2013

Multiple Stress

Jan Taat

Kijk naar het volgende lijstje jaartallen: 1916, 1957, 1982, 2009 (2x), 2011, 2012. Je hebt geen hogere wiskunde nodig om te begrijpen dat hier iets aan het veranderen is: het gebeurt steeds vaker. Een verhaal over overstromingen, groeistuipen en globalisering.

Het lijstje jaartallen heeft betrekking op ernstige overstromingen in Cagayan de Oro in het zuiden van de Filipijnen. Dit is snel groeiende provinciehoofdstad (220.000 inwoners in 1980 en 600.000 in 2010) aan de monding van een rivier.
De twee overstromingen in 2009 waren het gevolg van langdurige regen. Op 16 december 2011 kwam de tropische storm Sendong. Meestal trekken tropische stormen noordelijk voorbij, maar deze kwam recht over en midden in de nacht. Niemand was voorbereid. Er vielen ongeveer tweeduizend doden. In 2012 zag iedereen de tyfoon Pablo aankomen. Bewoners van eerder overstroomde gebieden werden geëvacueerd. Daarom was er in Cagayan de Oro alleen schade - voor de vierde keer in vier jaar - maar elders vielen veel slachtoffers. De vraag is: wat is er aan de hand?
We nemen drie verklaringen onder de loep: Klimaatverandering, landgebruik en bevolkingsgroei. Op de achtergrond speelt altijd de economie een rol.

Klimaatverandering

De verwachting is dat door klimaatverandering vaker extreme gebeurtenissen optreden. Dat kan zowel intensieve regenval als langdurige droogte zijn. De overstromingen passen in dit beeld. Het globale klimaatdebat komt echter niet verder dan een meningsverschil over wie verantwoordelijk is en wie verantwoordelijkheid moet nemen. De daders wijzen naar elkaar. Waar kunnen de slachtoffers maar toe?

Voor de lokale bestuurder kan klimaatverandering als oorzaak een gemakkelijke oplossing zijn. Daar kunnen we nu eenmaal niets aan doen, is de dooddoener. Er is oog voor aanpassing aan de klimaatverandering - het voorkomen van rampen, met bijvoorbeeld waarschuwingssystemen, dijken en ontruiming van bedreigde gebieden. Geld voor onderzoek komt uit het buitenland en wordt uitgevoerd met buitenlandse expertise. Maar wie betaalt het doorvoeren van maatregelen?

Landgebruik

Het stroomgebied van de Cagayan de Oro rivier is 1.360 vierkante kilometer groot (provincie Utrecht). Tot in de jaren zeventig bestond het uit bos. In twintig jaar tijd is het bos gekapt en verkocht. Bos houdt regenwater en bodemmateriaal vast. Zonder bos stroomt het water sneller af en vindt erosie plaats. Kleine boeren die de vrij gekomen grond gebruiken, hebben een moeizaam bestaan: gebrek aan wegen (transport) en gebrek aan water in de droge periodes draaien hun de nek om. Jongeren vertrekken naar de stad of naar het buitenland. Land komt braak te liggen, maar de bossen komen niet vanzelf terug.
Sinds 2000 breiden multinationals hun (gepacht) gebied snel uit. Herverkaveling, grootschalige plantages, goede drainage en wegen maken het land productief. Overigens niet ten bate van de bewoners, de armoede neemt niet af. Goede drainage zorgt er ook voor dat het regenwater sneller in de rivier komt. Dat maakt de stad aan het eind van de rivier kwetsbaar.

Oplossingen zijn mogelijk, zoals herbebossing, maatregelen om water vast te houden op plantages, voorkomen van erosie … De schaal van de verandering in landgebruik is groot, dus die van de maatregelen moeten dat ook zijn. Het planten van 50 hectare bos voor 5.000 hectare ananas heeft symbolische waarde, maar lost niet het probleem op als het regenwater van de ananasplantgages onmiddellijk in de rivier verdwijnt. Berging van water kost echter geld, lozen is makkelijker.

Bevolkingsgroei

De bevolking in de Filipijnen groeit snel en vanwege leegloop van het platteland groeien de steden nog sneller. Het werk (kleine handelaren) is in het centrum, transport is duur, alleen laag gelegen grond is betaalbaar. Daarom wordt op sompige grond bij de rivier gebouwd. Begrippen als 'uiterwaarde' of 'ruimte voor de rivier' zijn onbekend. Projectontwikkelaars bouwen betonnen kolossen, ook pal langs de rivier. Aangezien de rivier geen ruimte heeft, stapelt het water bij harde regen op. Voor de kolossen geen echt probleem, maar voor de mensen in de houten huisjes wel. Verantwoordelijke instanties te over: gemeente, sociale zaken, provincie, milieudienst, regionale openbare werken, rijk … Iedereen wijst naar elkaar of naar de onmogelijkheid om iets te doen.

Vakbeweging

Het begin van de ellende - klimaatverandering en onverantwoord landgebruik - heeft duidelijk globale dimensies. Wie gaat dat aanpakken? De maatschappelijk verantwoorde ondernemers? De overlegorganen van de machtige landen zoals G7, G8, G20 of de Verenigde Naties? Het brevet van onvermogen en onwil is ondertussen afgegeven.

In de vakbeweging is een stroming die de vakbond uitsluitend ziet als de belangenbehartiger van de leden. Alles buiten de directe belangenbehartiging is de taak van anderen. "De vakbond is geen politieke partij" is voor hen het motto. De politiek moet het maar oplossen. En een aanzienlijk gedeelte van die politiek is van mening dat de overheid zich nergens mee moet bemoeien, alleen moet faciliteren. De markt lost het wel op.
Solidariteit maakt zich sterk voor een brede vakbeweging. Daar horen standpunten en verantwoordelijkheden in globale kwesties bij. Druk uitoefenen op zowel ondernemingen als politiek. Niet als gedoogd extra, maar als één van de pijlers van de vakbeweging. Dat kan in een internationaal kader, want de International Trade Union Confederation (ITUC) ziet de strijd tegen klimaatverandering als vakbondswerk.
Met FNV in Beweging is dit het moment om de discussie over de brede vakbeweging opnieuw te starten. Patrick van Klink, kaderlid van FNV Bondgenoten bij Unilever, doet dat in Grenzeloos van 30 maart 2013. Volgens hem moet de missie van FNV in Beweging breder: inclusief sociaal rechtvaardige oplossingen voor de gevolgen van de milieucrisis. Dat is uiteindelijk ook het belang van de leden.
Tijd voor een maatschappelijk verantwoorde vakbeweging.

Klik hier