Solidariteit – commentaar 226 - 16 juni 2013
Ereplicht van Nederland, stilstaan bij slavernij en slavenhandel
Harry Peer
De Nederlandse bemoeienis met Suriname begon met de verovering door de Zeeuwen op de Engelsen in 1667. In 1682 verkochten ze hun rechten voor 260.000 gulden aan de West-Indische Compagnie (WIC). In 1683 werd de Sociëteit van Suriname opgericht, met drie gelijkwaardige aandeelhouders: de WIC, de stad Amsterdam en de familie Van Aerssen van Sommelsdijck. Zo kwam Suriname in het bezit van een multinational, een stadsbestuur en een schatrijke familie. 1
Heel symbolisch vertrok op zaterdag 1 juni 2013 om half vier een bonte stoet Surinamers vanaf De Bazel, het vroegere hoofdkantoor van de Nederlandsche Handel-Maatschappij aan de Vijzelgracht, voor een tocht door de stad ter herinnering aan de slavernij.
Amsterdamse rijkdom
Af en toe trommelde de stoet extra hard en zong bij het huis van een vroegere slavenhouder. Soms klommen een paar demonstranten het bordes op van een duur grachtenpand, waarbij ze de vlag van Suriname ontvouwden. Zelfs de ambtswoning van de burgemeester aan de Herengracht was ooit van een slavenbezitter. Een deel van de rijkdom van de hoofdstad is te danken aan de slavenhandel.
Op vele manieren wordt dit jaar in Nederland en met name in Amsterdam stilgestaan bij de afschaffing van de slavernij in Suriname en de Antillen - 150 jaar geleden, op 1 juli 1863. Nederland geniet internationaal de twijfelachtige reputatie van de wrede behandeling die de slaven overzee kregen. Een tentoonstelling in de hal van De Bazel, het stadsarchief, laat daar iets van zien.
Tijdens de reis van het slavenschip "De Juffrouwen Anna en Marcia" in 1763-1764 worden slaven mishandeld tot de dood erop volgt. Een ooggetuige: "Onder andere gezien dat de oppermeester een negerin op het halve dek op een rooster had vastgebonden, omdat de negerin niet eten wilde en aangaf dat zij ziek was. Daar sloeg hij geen acht op, maar had de wreedheid om haar het eten met de stok van de zweep in de keel te duwen, en op erbarmelijke wijze te slaan. Waardoor zij enkele dagen later een miskraam had, en kort daarna kwam te overlijden."
Compensatie
Er waren mensen die waarschuwden tegen het (meedogenloos) straffen, al was het alleen maar omdat de slaven daardoor wegliepen of tot opstand konden komen. In de vorige eeuw heeft Anton de Kom (1898-1945) het lot van de slaven en hun verzet opgetekend in het nog veel gelezen Wij slaven van Suriname. Een gedreven eigentijdse, historische romanschrijver over Suriname is Cynthia McLeod, de dochter van Johan Ferrier (1910-2010), de laatste gouverneur en de eerste president van de Republiek Suriname. In haar boeken geeft ze een indringend beeld van de koloniale samenleving met de raciale verhoudingen. 2
Op 1 juli 1863 kregen de slaven in Suriname en de Antillen hun vrijheid. De eigenaren werden met driehonderd gulden per slaaf gecompenseerd voor het verlies van hun bezit, nota bene betaald uit de baten van het Cultuurstelsel in Indië. De slaven moesten nog tien jaar hun diensten op de plantage verrichten. Dat tijdsbestek gaf de ondernemers de gelegenheid elders arbeidskrachten aan te trekken, Brits-Indiërs (Hindoestanen), Javanen en Chinezen. Van Syntax Bosselman is wat meer bekend geworden. Deze slaaf uit Paramaribo kreeg op veertigjarige leeftijd zijn vrijheid. In 1883 maakten de Amsterdammers kennis met hem in een Surinaams dorp, dat onderdeel was van de Wereldtentoonstelling op het Museumplein.
Keti Koti festival 1 juli
Het is buitengewoon pijnlijk dat het vorige kabinet de subsidie heeft ingetrokken voor NiNSee, het Nationaal instituut Nederlands Slavernij verleden en erfenis. "Ze hebben er nog steeds niets van begrepen", hoorde ik een Surinamer zeggen. Hij heeft helemaal gelijk. Het NiNsee had tot taak onderzoek te bevorderen naar en kennis te verspreiden over het Nederlands slavernijverleden en de gevolgen daarvan voor de hedendaagse samenleving. Gelukkig heeft de gemeente Amsterdam op projectbasis een deel van de activiteiten van het NiNsee heel toepasselijk ondergebracht in De Bazel.
Allerlei herdenkingsfestiviteiten zijn nog te bezoeken, ze zullen op 1 juli uitmonden in een groots politiek en cultureel festijn. De afschaffing van de slavernij zal op die dag gevierd worden bij het Slavenmonument in het Oosterpark in Amsterdam met het festival Keti Koti ("de ketenen verbroken").
Met de erfenis van de slavernij moeten we allemaal leven; het maakt niet uit of we geboren of opgegroeid zijn op de Antillen, in Suriname of in Nederland. In het onderwijs, de politiek en het arbeidsbestel en bij politie en justitie kan de verwerking van deze zwarte bladzijde uit de geschiedenis helpen bij de beoordeling en bestrijding van allerlei moderne vormen van slavernij. "Gedeeld verleden, gezamenlijke toekomst", staat er op het aangrijpende monument.
1 | Ontleend aan: Ewald Vanvugt, Zwartboek van Nederland overzee, p. 134, Soesterberg 2002. Zie ook: L. Dalhuisen, M. Hassankhan, F. Steegh, Geschiedenis van Suriname.
Verder aanbevolen: het interessante en rijk geïllustreerde boek van Leo Balai, Geschiedenis van de Amsterdamse slavenhandel en van Marcel van Engelen, hij bespreekt het continent waar de slaven vandaan werden gehaald: Het kasteel van ELMINA. In het spoor van de Nederlandse slavenhandel in Afrika. (terug)
|
2 | Cynthia McLeod schreef onder andere De vrije negerin Elisabeth, Hoe duur was de suiker? en Tweemaal Marienburg. (terug)
|
|