Solidariteit – Commentaar 233 – 22 september 2013
Visie gevraagd!
Servaas Storm
Uit de jongste cijfers over de economische groei in de Europese Unie (EU) en de Eurozone blijkt dat Nederland het met een economische krimp van 0,2 procent duidelijk minder doet dan de meeste andere eurolanden (die wel een groei laten zien: 0,3 procent). En dit is al het vierde kwartaal op rij dat de Nederlandse economie krimpt. Bezuinigen?
Door de economische terugval komt het begrotingstekort 'veel te hoog' uit - op 3,9 procent van het Bruto Binnenlands Product BBP). Dat is bijna 1 procent hoger dan de EU-begrotingsnorm van 3 procent. Dus moet er extra bezuinigd worden (zo'n 6 miljard euro), althans dat vindt het VVD-PvdA kabinet dat onverkort vasthoudt aan de EU-norm onder het motto: 'We moeten verder door het dal, het is niet anders.'
Deze halsstarrigheid is opmerkelijk. Opmerkelijk, omdat er langzamerhand onder economen een ongewoon brede consensus aan het ontstaan is dat nú extra bezuinigen - op de thuiszorg, op de lonen in de publieke sector en extra kortingen op alle ministeries - echt onverstandig is. 'Bezuinigen mag geen doel op zichzelf zijn', wordt er momenteel links en rechts geopinieerd door het gilde van mediagenieke economen.1 Waarop berust die eensgezindheid? Wat is er veranderd in vergelijking met een paar jaar geleden, toen de voorstanders van bezuinigen ruim in de meerderheid waren?
Groeibevorderende bezuinigingen
Voorstanders wezen graag op studies van de Italiaanse Harvard-econoom Alberto Alesina die op basis van een viertal landenstudies zouden aantonen dat bezuinigingsbeleid de economische groei juist bevordert. Hoe deze tegendraadse conclusie mogelijk is?
Alesina legt het zo uit: (a) omdat de overheid minder krediet nodig heeft, kunnen banken meer krediet verlenen aan de particuliere sector en ook nog tegen een lagere rente; dit zal de bedrijfsinvesteringen bevorderen; (b) een lager overheidstekort betekent een lagere overheidsschuld; voor de burger is dit goed nieuws, want een lagere overheidsschuld betekent dat er in de toekomst minder belasting hoeft te worden betaald; de burger zal daarom (nu al) meer gaan consumeren, hetgeen natuurlijk goed is voor de groei; en (c) een kleiner overheidstekort en lagere overheidsschuld helpen het 'vertrouwen' in de economie te herstellen; dit grotere 'vertrouwen' bij bedrijven en huishoudens draagt direct bij aan hogere investeringen en consumptie en dus een hogere groei.
Het bewijs voor de groeibevorderende effecten van bezuinigen is echter flinterdun. Vervolg-onderzoeken voor dezelfde en ander landen laten overtuigend zien dat bezuinigen juist leidt tot economische krimp. De effecten (a), (b) en (c) blijken zich niet of nauwelijks voor te doen. En Alesina's oorspronkelijk onderzoek bleek te rammelen. Sommige bezuinigingen, waarvan hij beweert dat ze de groei hebben bevorderd, zijn in werkelijkheid nooit uitgevoerd, maar werden alleen maar aangekondigd. Dat zou betekenen dat alleen al de aankondiging van bezuinigingsbeleid de economische groei zou bevorderen …..
Alesina’s onderzoeken zijn zozeer in diskrediet geraakt dat één van zijn coauteurs, Roberto Perotti, openlijk afstand neemt van de conclusies.2 Alesina gelooft het inmiddels zelf ook niet meer. Hij adviseerde de Italiaanse regering in mei 2013 niet extra te bezuinigen om de EU begrotingsnorm (tekort niet groter dan 3 procent van het BBP) te halen. Heeft onze regering hem niet om advies gevraagd?
De begrotingsmultiplier
Sommige voorstanders van bezuinigen begrijpen wel dat de reductie in overheidsbestedingen slecht is voor de economie. Maar, zo beweren zij, de schade veroorzaakt door de lagere publieke bestedingen, valt wel mee. Hun vuistregel is dat een afname van de overheidsbestedingen met 6 miljard euro leidt tot een afname van het inkomen - het BBP - met ongeveer 3 miljard euro (de helft dus). De 'begrotingsmultiplier' is dan ongeveer 0,5: elke euro die wordt bezuinigd, resulteert in een economische krimp van 50 eurocent. Dit is pijnlijk, maar 'we moeten verder door het dal, het is niet anders'.
Belangrijk is dat bezuinigen - met deze begrotingsmultiplier - inderdaad leidt tot een kleiner overheidstekort als percentage van het BBP. En daar gaat het toch om: we moeten immers de EU begrotingsnorm halen. De praktijk blijkt echter weerbarstig. Echte bezuinigingen in echte landen (zoals Griekenland, Spanje, Engeland, Portugal en ook Nederland) blijken veel grotere schade te veroorzaken. Recent onderzoek van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) laat dan ook zien dat de echte begrotingsmultiplier een waarde heeft tussen 0,9 en 1,7. Andere economen, waaronder Nicoletta Batini/Giovanni Callegari/Giovanni Melina, vinden voor de huidige economische omstandigheden begrotingsmultipliers met een waarde van 1,8 tot 2,5.3
Een voorzichtige conclusie is dat de begrotingsmultiplier ongeveer gelijk is aan 1,5. Dat betekent dat elke euro bezuinigen resulteert in een economische krimp van 1,50 euro; ofwel 6 miljard euro bezuinigen verlaagt ons BBP met ongeveer 9 miljard euro. De schade is dus enorm. En de Brusselse begrotingsnorm wordt ook niet gehaald: immers, het BBP krimpt meer dan dat het tekort afneemt. In het licht hiervan valt het te begrijpen waarom economen als Joseph Stiglitz en Paul Krugman de Brusselse begrotingsnorm 'suïcidaal' noemen. Ze pleiten voor extra overheidsinvesteringen in de infrastructuur (energie en openbaar vervoer), 'maak-industrie', groene energie, en onderzoek en onderwijs. Op al deze terreinen valt voor de Nederlandse economie veel te winnen.
Hoge overheidsschuld is slecht
De laatste reddingsboei voor de voorstanders is onlangs ook gesneuveld. Het gaat hier om de claim dat een hoge overheidsschuld - om precies te zijn: hoger dan 90 procent van het BBP - slecht is voor de economische groei. Het 'bewijs' voor de stelling werd geleverd door de Harvard-economen Carmen Reinhart en Kenneth Rogoff in een invloedrijk artikel met de titel "Growth in a time of debt".
Op basis van een nieuwe en heel grote dataset voor 44 landen voor een periode van 200 jaar concluderen Reinhart en Rogoff dat als de overheidsschuld stijgt tot boven 90 procent van het BBP, de economische groei met één procentpunt afneemt. Europees Commissaris Olli Rehn gebruikte hun claim om te benadrukken hoe belangrijk het is voor overheden om de tekorten beneden de EU-begrotingsnorm te houden - met name voor overheden die een hoge schuld hebben. Helaas voor Rehn bleek in april van dit jaar dat Reinhart en Rogoff niet alleen een fout hadden gemaakt in hun spreadsheet-berekeningen, maar ook nogal selectief te werk waren gegaan. Verschillende landen met een hoge schuld en tevens een hoge economische groei waren buiten de berekeningen gelaten.
Thomas Herndon en anderen die de berekeningen van Reinhart en Rogoff hebben overgedaan (met dezelfde database), maar dan zonder fouten en ook niet selectief, stellen vast dat er van de oorspronkelijke conclusie niets overblijft.4 Dus, ook al zou de overheidsschuld (in Nederland nu zo'n 77 procent van het BBP) oplopen naar 90 procent, extra bezuinigen helpt niet en het maakt de economie 'kapot'.
Dit betekent natuurlijk niet dat een hoge overheidsschuld wenselijk is of ongevaarlijk. Hoge rentebetalingen kunnen nuttiger - maatschappelijk belangrijke - overheidsuitgaven (aan onderwijs en zorg) verdringen en komen bovendien ook nog eens ten goede aan vooral de hogere inkomensgroepen (die staatsobligaties hebben kunnen kopen). En waarom zouden we - bij betere economische omstandigheden in de Europese Unie als geheel - de staatsschuld niet kunnen aflossen door het heffen van extra belasting op vermogenswinsten, op (speculatieve) financiële transacties, op bankwinsten, of gewoon op de hogere inkomens?
Het is onvermijdelijk dat we die schuld eens moeten terugbetalen, maar niet nú, onmiddellijk, tijdens de huidige economische malaise. De begrotingsmultiplier is immers 1,5.
Tot besluit
Premier Rutte is er trots op geen visie te willen hebben. In de H.J. Schoo-lezing van 2 september jongstleden doceerde hij: "Visie is als de olifant die het uitzicht belemmert. […] Als visie een blauwdruk voor de toekomst betekent, dan verzet alles wat liberaal is in mij zich daartegen." Ik denk dat de premier hier niet mee weg komt. De Nederlandse bevolking heeft recht op een kabinetsvisie op economisch herstel. En dat is iets heel anders dan het zoveelste hersenloze bezuinigingspakket.
1 | Zie http://www.volkskrant.nl/vk/nl/11698/Kabinet-Rutte-II/article/detail/3401623/2013/02/28/Economen-Bezuinigen-moet-geen-doel-op-zich-zijn.dhtml (terug)
|
2 | Roberto Perotti (2011), The "Austerity Myth": Gain without pain?, NBER Working Paper 17571, Cambridge, MA: National Bureau of Economic Research. (terug)
|
3 | Nicoletta Batini, Giovanni Callegari en Giovanni Melina (2012), Successful austerity in the United States, Europe and Japan. IMF Working Paper 12/190. Washington, DC: IMF.(terug)
|
4 | Zie: Carmen M. Reinhart en Kenneth S. Rogoff (2010), Growth in a time of debt, American Economic Review: Papers & Proceedings 100, pp. 573-578; Thomas Herndon, Michael Ash en Robert Pollin (2013), Does high public debt consistently stifle economic growth? A critique of Reinhart and Rogoff. PERI Working Paper Series Number 322, University of Massachusetts at Amherst.(terug)
|
|