Solidariteit – Commentaar 237 – 17 november 2013
Reactie op commentaar 236 - discussie over "een strikt migratiebeleid"
Geen toegeving aan rechtspopulisme
Redactie
In zijn commentaar van 3 november 2013 stelt Wim van Noort een "strikt migratiebeleid" tegenover de doorzettende komst van (arbeids)migranten. Deze instroom zou de positie van laag opgeleide, Nederlandse arbeiders verslechteren en hen drijven naar de rangen van de PVV. Wim hoopte op een discussie over zijn "vragen en afwegingen", hier onze bijdrage.
Buiten kijf is dat naar Nederland gekomen of gehaalde migrantarbeiders delen van de arbeidsintensieve werkgelegenheid overnemen van al in Nederland wonende arbeiders en arbeidsters. Dit gebeurt volgens de klassieke ondernemerslogica van goedkoper, flexibeler en kwetsbaarder. Even feitelijk is dat de aanhang, electoraal en mentaal, van de rechts extremistische PVV groeit; overigens niet alleen bij 'laag opgeleiden', ook intellectuelen vallen voor de opvattingen van Wilders.
Vragen over oorzaken en gevolgen van deze waarnemingen hebben onze belangstelling, maar 'afwegingen' gaan verder. Ze monden uit in conclusies en helaas beperkt Wim zich niet tot de wijze, linkse woorden als: verwerping van de opgelegde Europese marktwerking, positieverbetering van de aanwezige migranten en organisatie van de solidariteit van onderop.
Loonroof
Zorgen over de werkloosheid onder de lager opgeleide beroepsbevolking, over de ontwikkeling naar dwangarbeid en over de uitholling van de uitkeringen zijn even ernstig als over de belabberde arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden van Bulgaarse chauffeurs, Braziliaanse schoonmaaksters, Poolse aspergesteeksters en Portugese betonvlechters. Van de laatsten en hun landgenoten-timmerlieden, werkzaam aan de A2-tunnel, kennen we inmiddels de loonroof onder toezicht van Ballast Nedam en Strukton. Gerekend over zeventig man liep deze minimaal op tot één miljoen euro. Meer voorbeelden te over, van onderaannemende pakketbezorgers tot precaire arbeidscontractanten, al of niet afkomstig uit Oost- of Zuid-Europese (en andere) landen. Kortom: ondernemers, gesterkt door de werkloosheid, misbruiken meer of minder zwak staande arbeiders. In het bijzonder organiseren zij, binnen of buiten de arbeidswetgeving, een onderlinge concurrentie tussen Nederlandse en andere Europese arbeiders.
Uit deze dagelijkse realiteit zijn conclusies te trekken. In de eerste plaats betekent het pleidooi voor een stringente arbeidsmigratie in de Europese Unie de aanvaarding van het verdelende en heersende sociaaleconomisch beleid van het ondernemerdom. In de tweede plaats houdt het een principiële voorkeur in voor de belangen van de Nederlandse (lager opgeleide) arbeiders. In de derde plaats legt het de gevolgen van de (Europese) marktdictaten primair bij de armste bevolkingsgroepen neer.
Geen tijd voor nuances
Onze kritiek op dit pleidooi van uitsluiting valt samen met de verwerping van alle (extreem) rechtse politiek. Aangenomen kan worden dat de ontwerpers en uitvoerders daarvan ook onbedoelde tegemoetkomingen als een aanmoediging opvatten. Een reden te meer om de strijd met hun visie en praktijk aan te gaan en op te nemen in een linkse politiek en een offensief vakbondsbeleid.
Voor zover de getroffen groepen arbeiders en de betrokken vakbonden onvoldoende in staat zijn een aanscherping van het migratiebeleid te keren, zijn nuances in de benadering van het rechtspopulisme ongewenst. Minimaal lijkt ons een (vakbonds)politiek die mobiliseert voor 'gelijke voorwaarden en omstandigheden voor gelijke arbeid'. Een principieel uitgangspunt dat verder strekt dan de al of niet tijdelijke arbeidsmigranten. Zowel voor vrouwen als voor jongeren blijft dit een actuele eis aan werkgevers, dus ook de overheid, die geen concessie waard is. Als de FNV dit onder "fatsoenlijk werk voor een fatsoenlijk loon" verstaat, dan is dat een mooie beweging.
Met een volwaardige integratie van migranten in de Nederlandse arbeidsverhoudingen is geen antwoord gegeven op de algemene vraag over de mogelijke beperkingen aan de komst van 'niet-Nederlandse' burgers. Mensen die op zoek zijn naar veiligheid, sociaaleconomische overleving en vrijheid. Wij zijn van mening dat een dergelijk antwoord niet de eerste zorg is voor 'links' en de vakbeweging. Alleen al omdat aan de bestaande situatie, internationaal, zeer veel te verbeteren is. Bijvoorbeeld waar het vluchtelingen betreft: een humane huisvesting en bejegening die minimaal onderwijs en scholing omvatten en razzia, opsluiting en deportatie uitsluiten. Dat is internationale solidariteit in de praktijk. Zo ook steun aan de economische opbouw daar, in plaats van dichte grenzen grenzen hier.
|