welkom
commentaren
Solidariteit

Commentaar nr. 23 - 4 september 2005

Huisvesting: geen zaak van vrije markt

Herre de Vries

Kort geleden bracht minister Dekker een paar marginale wijzigingen aan in haar plannen voor de liberalisatie van de huren. Het is dan ook logisch dat de kritiek aanhoudt. Maar nu ook de Europese Commissie zich ermee gaat bemoeien en Dekker aan een nieuw offensief is begonnen, wordt het tijd voor effectieve acties en een radicaal antwoord.

Het afgelopen jaar was er een breed maatschappelijk verzet tegen de liberalisatieplannen van Dekker. Getrokken door huurdersverenigingen en oppositiepartijen leek dat enige invloed te hebben. Mede door de kritiek van regeringspartijen moest Dekker aanpassingen aanbrengen. Afgelopen juni kwam de goedkeuring van de regering. Veel stelden de wijzigingen echter niet voor. De kern van de plannen blijft een loskoppeling van de huur en de kwaliteit van de woning. Op basis van de marktwaarde zullen voor 20 procent van de huurhuizen de maximale huur en de huurverhoging stijgen. Worden de nieuwbouwafspraken gehaald, dan kunnen de huurders rekening houden met een volledige liberalisatie in 2010.

Hogere inkomens

De groepen die eerder de protestcampagne organiseerden, gaan door met hun activiteiten. Maar ook Dekker zit niet stil. In De Volkskrant van 29 augustus jongstleden zegt ze niet de bedoeling te hebben mensen met lage inkomens uit de grote steden weg te jagen. Ze is slechts op zoek naar een "nieuwe balans".
Volgens Dekker is het woningbouwbeleid van voor en na de Tweede Wereldoorlog te veel op kwantiteit gericht geweest. Dat heeft - met name in de grote steden - tot wijken met veel sociale huurwoningen geleid die door de geringe variatie overal tegelijk gebreken vertoonden. En, gaat de minister verder, hierdoor vertrokken de middengroepen en bleven alleen de laagste inkomens, waaronder veel uitkeringsgerechtigden, achter. Met als gevolg dat "kwaliteit, onderhoud en beheer van de gebouwde omgeving onder druk komen te staan en de sociale problemen zich opstapelen".
Dekker doet er nog een schepje bovenop. Ze constateert dat inkomen en herkomst vaak parallel lopen, waardoor in bepaalde wijken steeds meer 'culturele' spanningen voorkomen. Daarom dreigen die wijken de aansluiting met de Nederlandse samenleving te verliezen. De oplossing waarop Dekker hoopt, ligt in het aantrekken van gezinnen en mensen met hogere inkomens. Dan kunnen de huren omhoog en uiteindelijk geliberaliseerd.

Absurd en hypocriet

Het is absurd te zeggen dat veel sociale huurwoningen en mensen met lage inkomens in een wijk de oorzaak zijn van het slechte onderhoud van de huizen. De huiseigenaren - particulieren en woningcorporaties - zijn wettelijk verantwoordelijk voor het leveren van goed onderhouden huizen. De oorzaak ligt dus bij de particuliere huiseigenaren en de woningcorporaties die geen geld besteden aan onderhoud en vervolgens bij de overheid die daarvoor de ruimte heeft geboden.
Bovendien is het beleid om wijken te 'differentiëren' hypocriet. Alleen de arme wijken worden aangepakt. Daar moeten mensen met lage inkomens plaats maken voor hogere inkomens. Omgekeerd hoeft in de rijke wijken niemand het veld te ruimen voor mensen met lage inkomens. Deze hypocrisie werd duidelijk getoond, toen de actiegroep Woonstrijd eind juli in Wassenaar een villa en een boerderij kraakten om huisvesting te bieden aan een aantal mensen met lage inkomens. Dat was niet de bedoeling.

Resocialisatie

De plannen van Dekker versterken een tendens die de afgelopen jaren al zichtbaar was in het huisvestingsbeleid. Huiseigenaren en woningcorporaties voegen bij renovaties kleine woningen samen en laten na sloop ruimere huizen 'terugbouwen'. Deze worden voor een deel verkocht, gaan naar de vrije sector of komen tegen het plafond van de sociale huurprijs te zitten.
De verzelfstandigde woningcorporaties gaan steeds meer opereren als de particuliere eigenaren: ze willen winst maken op hun bezit. Daarom zouden ze wel gek zijn de sociale huurwoningen goed te onderhouden, laat staan nieuwe te bouwen. Daar maken ze immers verlies op. Marktwerking dwingt zo tot asociaal gedrag.

De Europese Commissie heeft deze week minister Dekker laten weten dat de Nederlandse woningcorporaties zich schuldig maken aan oneerlijke concurrentie. Ze verhuren met staatssteun huizen aan hogere inkomens. De corporaties zouden volgens de commissie vrijwel al hun huizenbezit moeten verkopen en zich alleen bezighouden met de ongeveer één miljoen huursubsidieontvangers. Deze ruggesteun aan Dekker maakt volgens mij meer dan ooit een radicaal antwoord op haar liberaliseringsaanval nodig. Te denken valt aan drie stappen:

  1. huisvesting van de vrije markt halen,
  2. woningcorporaties resocialiseren,
  3. nieuw sociaal huisvestingsbeleid ontwikkelen onder controle van overheid en huurders.
Klik hier