welkom
commentaren
Solidariteit

Solidariteit - Commentaar 290 - 29 november 2015

De doe-het-zelf ideologie

Joop Zinsmeister

Van de zomer hekelde PvdA-minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Lodewijk Asscher, de bestaansonzekerheid als gevolg van de flexibilisering van de arbeid. "Van middenmoter in flexibiliteit is Nederland doorgeschoten naar koploper. Er is veel onzekerheid gekomen, waardoor mensen waardering en respect missen en 's nachts wakker liggen of ze de volgende dag of week nog werk hebben en de huur kunnen betalen." (de Volkskrant, 27 juni 2015)

Asscher vervolgt: "Dat is de veramerikanisering van de arbeidsmarkt. Daarin komt nu een kentering. Het ontslagrecht wordt eerlijker, de flexibiliteit wordt aan banden gelegd." Het Algemeen Dagblad legt hem vragen voor van mensen die vinden dat de nieuwe flexwet slecht uitpakt. Zo vertelt een sjorder in de Rotterdamse haven dat hij er na drie jaarcontracten een half jaar uit moet, een onzekerheid waarvan hij baalt. Een universitair docent blijkt al 25 jaar zonder vast contract zijn werk te doen. Asscher: "Dit is juist niet de bedoeling. (...) Het is helemaal niet in het belang van bedrijven. Die willen werknemers die zich veilig voelen, loyaal en betrokken zijn. Je ziet bij mensen met onzeker werk juist meer stress en ziekteverzuim." (27 juni 2015)
Asscher reageert ook op onderzoeksresultaten van OESO en Eurostat die melden dat vrijwel nergens in Europa de kansen op de arbeidsmarkt voor allochtonen zo zijn slecht als in Nederland. "We zullen discriminatie nooit accepteren". (de Volkskrant, 21 maart 2015)

Ongezond en laagbetaald

Genoeg Asscher, het is tijd de praktijk in een paar miniatuurtjes op te voeren. Schetsen uit gesprekken die ik tijdens een onderzoek heb gevoerd dat zich richt op wat 'deelname aan de samenleving' betekent. Aangevuld met verslagen van studenten over de arbeidservaringen van familieleden.
* Achmed is met pensioen na een periode van 34 jaar werken in Nederland. Zijn arbeidzame leven kende vele baanwisselingen met zelden een vast contract. Sinds een paar jaar is hij arbeidsongeschikt, te veel en te vaak met giftige stoffen gewerkt. Zijn longen piepen. Achmed overweegt naar Marokko terug te keren. Niet omdat hij het niet naar de zin heeft, zijn kinderen en vrienden wonen hier, maar hij heeft een geldprobleem. Hij heeft te kort gewerkt voor een volledige AOW en nauwelijks pensioen opgebouwd.
* Hassan kampt met huiselijke problemen. Samen met zijn vrouw en vier kinderen woont hij in een driekamerwoning. De inkomsten zijn te laag om de maand goed door te komen, ook al klust zijn vrouw wat bij met naai- en schoonmaakwerk. Het komt vooral door zijn arbeidssituatie: laag betaald en weinig zekerheid. Al twaalf jaar loopt hij achter de vuilniswagen, voor iets meer dan het minimumloon. Hij doet dit werk via een uitzendbureau dat hem iedere keer een nieuw flexcontract voorlegt. Hassan durft dit niet aan te kaarten, bang om zijn werk te verliezen. Hulp roept hij niet in, een collega kon vertrekken na rechtshulp te hebben ingeschakeld.
* Azziz werkte 37 jaar in een slachterij. Nu hij met pensioen is, durft hij te praten over de arbeidsomstandigheden. Nooit een vast contract, werkend in een opjaagsysteem. Per werkdag 'ontbotte' hij een bepaald aantal kippen, zodat het vlees verwerkt kon worden. Dat was niet in acht uur te doen en liep uit op een gemiddelde werkdag van tien uur. Dat duurde 37 jaar, vijftig uur per week, uitbetaald voor veertig.

Verkeerde naam

* Faiz werkt bij een schoonmaakbedrijf met een 'leeg contract'. Zo noemt hij dat. In de schoonmaak is het gebruikelijk dat een bedrijf per jaar intekent en een prijs biedt voor kantoren, bedrijven, scholen en openbare ruimten. Regelmatig verliest een schoonmaakbedrijf een contract en moet het hopen dat een andere offerte nieuw werk oplevert. Het personeel krijgt in die tijd een leeg contract voorgeschoteld, met de keuze: tekenen of op straat. Faiz kan dan op elk moment op elke plek te werk gesteld worden. Van tevoren weet hij nooit welk en hoeveel werk hem wacht. Soms schoonmaak, transport, beveiliging, soms een hele week geen werk. Met als logisch gevolg: onzekerheid van werk en inkomen.
* Ziad heeft in Nederland 38 jaar in de bouw gewerkt. Met plezier. Zijn dochters zijn hier geboren en studeren alle drie aan de universiteit. Inmiddels gepensioneerd, heeft hij tijd voor de taalles om Nederlands te leren. Voor zijn werk was dat nooit 'nodig'. Hij gaat na een jaar met sprongen vooruit. "Nu kan ik begrijpen wat mijn dochters studeren."
* Samir, al een tijdje met pensioen, vertelt van zijn longklachten. Jarenlang wachtte hij elke avond achter het Centraal Station op busjes (meestal koppelbazen) die hem naar de Rotterdamse haven brachten om schepen te reinigen. Gevaarlijk werk, dikwijls kwamen er gassen vrij en dan moest je weg wezen, vertelt hij. Hij denkt daarom last van zijn longen te hebben.
* Salim zit weer op school. Na het MBO diploma liep hij stage bij verschillende bedrijven. Met volle tevredenheid, maar bij geen enkel bedrijf kon hij in loondienst komen. Hij heeft de moed opgegeven. "Je weet dat je de verkeerde naam hebt." Zelfs lukt het niet om via een onbetaalde stageplek werkervaring op te doen. Zijn docenten bekenden dat leerlingen met een minder Hollandse naam dan De Boer nauwelijks succesvoller waren.

Zelfredzaamheid

Al zijn de namen gefingeerd, de uitspraken en situaties zijn reëel en opgetekend uit Amsterdamse monden. Deze Marokkaanse en Turkse werknemers met hun ervaringen op de arbeidsmarkt hebben niet zoveel aan wetten die niet kunnen worden nageleefd of genegeerd blijven. Waar in hun tijd arbeidswetten werden ontdoken, is dat nu ook zo. Waar bonden en overheid zich nog druk maakten over het (collectieve, sociale) welzijn van werknemers, wordt dat nu overgelaten aan de zelfredzaamheid. Deze ideologie, uitgedragen als 'participatie-samenleving', staat haaks op de opvattingen van de in ons onderzoek gesproken mensen. Zij willen wel mee in de zelf verantwoordelijkheid, kleinschalige initiatieven genoeg waar met wederzijdse steun getracht wordt zelfredzaam te zijn ondanks bureaucratische tegenwerkingen. Maar zij beschikken niet of onvoldoende over de middelen of mogelijkheden om werkgevers aan te zetten tot zekere arbeidsplaatsen waar volwaardig van te leven valt, om discriminatie tegen te gaan en ongezonde arbeidsomstandigheden terug te dringen. Daarin zullen bonden het voortouw moeten nemen. Zo mogelijk met steun van de overheid. Kortom, werk aan de winkel.

Klik hier