Solidariteit - Commentaar 300 - 17 april 2016
Herhalende werkelijkheid
Hans Boot
"Voor een strijdbare vakbeweging" is nog steeds de 'ondertitel' van (webzine) Solidariteit na een papieren bestaan in de jaren 1983-2005. In het die periode afsluitende boek "Om de vereniging van de arbeid" stelden we vast dat het oorspronkelijke doel van Solidariteit onwerkelijk was geworden. Een platform bieden dat de verspreide kritiek op het vakbondsbeleid bundelt en zo bijdraagt aan de 'vakbondsoppositie', zat er niet in. En vandaag met inmiddels ons driehonderdste commentaar en een paar jaar Nieuwe FNV? We mogen blij zijn met een zichtbare vakbeweging.
Dat in ontwikkelde landen als Nederland de vakbeweging een moeilijke tijd doormaakt, is onmiskenbaar. Een dalende organisatiegraad, kampend met een relatief hoge werkloosheid, een maatschappelijk onverantwoord ondernemerdom, een neoliberalisme dienende staat en een doorzettend rechts ideologisch sociaal en politiek klimaat. Zeker in Nederland komen daar bij een in het algemeen zwakke positie in bedrijven en instellingen, een ondervertegenwoordiging in de spitssectoren en weinig weerwoord en invloed op ingrijpende veranderingen in arbeid en productie. Moeiteloos uit te breiden met een afnemende belangstelling van en samenwerking met linkse sociale bewegingen en een geringe openbare aanwezigheid en daarmee zichtbaarheid voor leden en niet leden.
Kritische balans
Tegenover deze somber getekende schets staan acties in verschillende sectoren. Van metaalindustrie en Rotterdamse haven tot supermarkten en zorg. Hoe veel inspiratie deze acties ook tonen en geven, ze zijn defensief en op zichzelf staand. Op een spaarzame demonstratie na, ontbreken initiatieven tot gezamenlijke verontrusting, laat staan een brede tegenbeweging die de verschillende sectoren verbindt en overstijgt.
Een tweede lichtpunt lijkt de Nieuwe FNV. In de eerste plaats een reorganisatie naar een (onvolledig) ongedeelde vakbond, met een parlement van 108 leden, uit 26 sectoren gekozen en statutair voorzien van een hoge graad van beleidsbeslissing en bestuurscontrole. Voor een gewoon lid en een geïnteresseerde buitenstaander is dit parlement een afstandelijke structuur, een besloten democratie. Daar trachten bestuurders traditioneel de dienst uit te maken en blijven ernstige meningsverschillen achter de deur. De kloofdichters van de AbvaKabo, de aanjagers van een vernieuwende FNV, zien tandenknarsend hun in 2010 begonnen succesvolle strijd voor een ware, progressieve vakbond verwateren. Het 'apparaat', de etalage van de organisatiebureaucratie, heeft de vernieuwingsbeweging overleefd en maakt naam met de vervreemdende abstractie 'de werkorganisatie'. Onbewogen beleid, maken en controleren, en een interessante werkwijze als 'organizing' gestaag koud maken.
Een aangename verrassing is de kritische bemoeienis van de FNV met TTIP en steun aan het verzet tegen dit vrijhandelsverdrag van de 'big business'. Hetzelfde geldt voor de vluchtelingenkrant "Solidariteit met en opvang van vluchtelingen is een plicht". Wat de laatste betreft, zonder alle activiteiten van bestuurders en leden te kunnen overzien, concrete welkomstacties lijken te ontbreken en in ieder geval onzichtbaar. De vele rechtse varianten van 'eigen volk eerst' en 'sluit de grenzen' zijn vijandig voor vluchtelingen en zouden in het verlengde van de oproep in de krant openlijk en stelselmatig bestreden moeten worden. Door leden, bestuurders, ledenparlement en sectoren. Het zal toch niet zo zijn dat deze uitingen van wat ooit de 'brede vakbeweging' heette, meer vorm dan inhoud hebben.
Tot slot, Young & United, net een jaar oud, zichtbaar op straat - in verfrissend rood met flyers en fakkels - en ook met een spectaculair optreden op een aandeelhoudersvergadering van Ahold: "Wij voelen ons uitgekleed". Met een doorlopende campagne voor een volwassen loon, deelname op een wereldwijde actiedag en ook op de eerste mei over twee weken. Belovend en inspirerend. Grote les, uit eigen ervaringen: blijf buiten de mangelende structuren, opvattingen en werkwijzen van de FNV, houd de strategie over overleg en overreding ver weg, sta op onvoorwaardelijke zelfstandigheid en koester de Zichtbaarheid.
Kansen
Naast deze kritische balans met nieuwe kansen staan de waarnemingen en tegenwerpingen dat meer dan voorheen op het basisniveau van de FNV - lokaal, sector, netwerk - ruimte voor discussie en initiatief is ontstaan. Niet zozeer als resultaat van bewust en gericht beleid, maar eerder door het gebrek aan sturende alternatieven en kleine en grotere momenten van interne meningsverschillen en strijd over 'hoe het verder' moet. De term 'chaos' valt regelmatig. Voor een deel beïnvloed door de stagnatie van de vernieuwing en de afgenomen wervingskracht, voor een deel door de aanstaande verkiezing van zowel de voorzitter als het Ledenparlement en voor een deel, veelal niet uitgesproken, door het gevecht om de bestuursmacht door vertegenwoordigers van de PvdA en SP. Zo wordt er zorgelijk gespeculeerd of de klassieke band tussen FNV-voorzitter en PvdA wel behouden kan blijven.
Indringender en gebaseerd op andere concrete verschijnselen en ontwikkelingen, is deze beoordeling van de actuele stand van de FNV te vergelijken met die van bijvoorbeeld het jaar 2000. Daarin werden tijdens één van de lezersconferenties van Solidariteit drie benaderingen besproken over de beperkte mogelijkheden om tot een democratische en strijdbare vakbeweging te komen: 1) individueel doorgaan/betere tijden afwachten, 2) initiatieven voor een alternatieve vakorganisatie, 3) alle zich aandienende kansen grijpen. De derde kreeg de voorkeur. In de hoop dat de toenmalige nieuwe FNV Bondgenoten en heroriëntatie binnen de AbvaKabo meer ruimte boden om oude kwesties een nieuw offensief leven in te blazen. Genoemd werden de tegenstelling tussen "private eigendom en publieke armoede" en de wanverhouding in de arbeidsorganisatie tussen "verantwoordelijkheden en bevoegdheden".
Deze strategie van 'kansen grijpen' lijkt zich de laatste jaren vooral te richten op benadrukking van gewenste ontwikkelingen vanuit posities met beleids- en/of bestuursverantwoordelijkheid. 'Er is en er gaat een hoop mis, maar wat lukt moet uitgevent.' Het is echter de vraag of dat de kansen op verzet zal aanwakkeren. Het kapitalisme als economisch en maatschappelijk systeem blijkt buitengewoon hardnekkig en verliest niets van zijn onmenselijkheid.
Vanaf het moment dat zowel het beleid als de leden over de grondslagen van dat systeem zwijgen - 'nu (even) niet, er zijn vandaag problemen op te lossen' - zal een strijdbare vakbeweging weinig kansen krijgen zich te laten horen en zien. Wat dan nog rest, is de illusie van de medemacht en de crematie van de tegenmacht.
|