Solidariteit - Commentaar 306 - 10 juli 2016
Even afrekenen
Wim Boerboom
In mei volgend jaar mag het volk de leden van de Tweede Kamer weer kiezen. En dus zou het logisch zijn de balans op te maken van vier jaar landsbestuur. Maar ik voorspel: dat gebeurt niet. In plaats daarvan zullen een ingesleten gang van zaken en een reeks gewoontewijsheden de toon zetten.
De burger wordt weg gemanipuleerd van het verleden. Zo begint nu al rond te zoemen dat politieke partijen bezig zijn met de opstelling van hun verkiezingsprogramma's voor de komende periode. Voordat die definitief vastgesteld worden, zullen een paar hete aardappels wel als proefballonnen gelekt worden. De media spelen in hun jacht op 'scoops' het theater van het doorgeefluik voor het volk wel mee.
Op de markt
Na vaststelling van de programma's op de diverse congressen begint het spelletje van de onderlinge vergelijking. En om dat mogelijk te maken, onderwerpen de partijen zich aan het oordeel van de 'rekenmeesters' van het Centraal Planbureau dat de prijs van de scenario's opstelt. Dit systeemvriendelijke oordeel is de gemeenschappelijke noemer. Tenslotte geeft een burgerschapsinstituut (ProDemos, Huis voor democratie en rechtsstaat) een overzicht van alle programma's. Nuttig voor de burger geacht, om 's avonds al of niet na het werk nog een paar uur te wijden aan een vergelijkende studie, teneinde een 'verantwoorde keuze' te maken. Alles overzichtelijk, als standwerkers naast elkaar in hun marktkraampjes (helaas doet de SP daaraan braaf mee). En dan kunnen de media pas echt losgaan. Maar……
Inzicht in het verleden
Maar ..... alles is gericht op de komende vier jaar. Niet op een systematische terugblik op het uitgeoefende bestuur in de afgelopen periode en langer. En gebeurt dat toch, bijvoorbeeld omdat een eigenzinnige burger de PvdA vraagt waarom de partij zich op sleeptouw heeft laten nemen door de VVD, dan komen de gewoontewijsheden: 'Het land moet nu eenmaal geregeerd worden' of 'samen regeren betekent nu eenmaal sluiten van compromissen' of 'besturen kan alleen maar door vuile handen maken'.
Met een beroep op de redelijkheid wordt de dwarse burger weer in het gareel geplaatst. Met deze gewoontewijsheden ontloopt de PvdA het probleem van de geïnteresseerde burger, namelijk dat de partij in de afgelopen periode besmet is geraakt door het desastreuze sociaalpolitieke virus van de VVD. De partij die functioneert als transporteur van de macht van het gezamenlijke, kapitalistische lobbydom in het staatsapparaat.
Deze evaluatie zou aan de orde komen, als in een verkiezingsstrijd, naast leveren van plannen, afleggen van verantwoording de gewoonste zaak zou zijn. De burger zou dan een historisch overzicht krijgen en dat over een langere termijn. Dan ontdekt hij of zij wellicht ook patronen in de behoefte van de VVD (en vroeger de KVP) om de PvdA te betrekken bij haar politieke spel. Wanneer de PvdA dus vriendje van de VVD (of vroeger de KVP) mag zijn.
PvdA, oplosser rechtse problemen
Na de oorlog mochten de kabinetten Drees II en III tot 1956 de arbeiders in toom houden. Akkoord, Drees heeft er onder andere de oudedagsvoorziening mee uit het vuur gesleept, maar nam ook de dekolonisatie van Indonesië mede voor zijn rekening.
Vanaf 1959 was de PvdA niet meer nodig. Tja, premier Cals (KVP) probeerde het in 1965 nog eens, maar werd daarvoor in de beruchte Nacht van Schmelzer afgestraft. Vanaf 1967 was de PvdA opnieuw overbodig. Tot 1973, met het kabinet Den Uyl. Het was maatschappelijk een roerige tijd. De Enka bezetting, de vakbondsstrijd onder leiding van Arie Groeneveld, de groei naar elkaar van het NVV en NKV, de roep om medezeggenschap. En dat in het verlengde van de studentenrevolte eind jaren zestig. Ook de zogenaamde oliecrisis mocht Den Uyl oplossen.
En toen was het weer genoeg. Totdat in 1989 Kok, oud-voorzitter van het NVV, mocht meedoen als minister van Financiën in Lubbers III. De VVD had aan de vorige Lubbers regering een eind gemaakt. In 1994 mocht de PvdA weer voluit meedraaien, tot 2002 (Paars I en II met dezelfde Kok als chef). Twee volle regeerperiodes. Tot tevredenheid van VVD en D66. Kok had 'de ideologische veren' immers afgeworpen. Er waren weer een paar ideologische en sociale kwesties met 'Links' te verhapstukken: de verkoop van het nationale tafelzilver (privatisering/deregulering) en de afbraak van de WAO. In Balkenende IV mocht de PvdA-voorman, Wouter Bos, als minister van Financiën, de bankencrisis opvangen. En dan nu Rutte II. Daarin moest de PvdA meehelpen met de afbraak van de zorg voor de meest kwetsbaren en met de flexibilisering van de arbeid. Opnieuw aan de hand van een ondernemers gewillige minister van Financiën.
Alle reden dus om de PvdA af te rekenen op de rampzalige rol van 'troubleshooter' voor de VVD en haar kapitalistische achterban. Een PvdA die haar aanhang in een decennialang proces van belangen verkwanseling de politieke leegte instuurt. En daar vervolgens tot dolende prooi maakt van extreem rechtse mensenlokkers en zo haar identiteit en daarmee haar bestaansrecht verspeelt.
VVD, jaren verantwoordelijkheid
En de VVD? Daarover kunnen we kort zijn. Met een historisch besef voor de lange termijn zou het volk ontdekken dat de VVD vanaf het kabinet de Quay (1959), met enige korte onderbrekingen, het land (mede)bestuurt en dus de volledige verantwoordelijkheid draagt voor de staat waarin het land nu verkeert. Verantwoordelijk voor de Hoge Snelheidslijn, voor de Betuweroute, voor de Fyra, voor de privatisering van de sociale woningbouw met schandalen als Vestia en de SS Rotterdam, voor de misleidende bonnetjesaffaire, haar foute bestuurders: Jos van Reij, Van de Steur, Hooijmaijers om er een paar te noemen.
Het tij is volgens mij best gunstig de VVD een harde klap uit te delen. We moeten dan wel het gangbare 'marktkraammodel' van de verkiezingen op een lage pit zetten en een strategie van afrekenen op de voorgrond stellen.
|