Solidariteit - Commentaar 312 - 2 oktober 2016
Opbouwen van een sociale beweging
Sjarrel Massop
Voorop de Tribune van september 2016, het blad van de SP, stond de inspirerende Sadet Karabulut. Dat bracht me op een idee, ook vanwege een aantal recente ervaringen, om een strategie voor een nieuw links lonkend perspectief in dit commentaar voor te leggen. Want naast een voortgaande discussie over de kritiek op de heersende politieke economie, is de opbouw van een sociale beweging urgent.
Voor zowel de analyse van de ontwikkelingen van het kapitalisme als voor het proces om tot een sociale beweging te komen, is het nodig nieuwe verbindingen te maken. Een coalitie voor een menselijk perspectief. Een sociale beweging die autonoom is, binnen politieke partijen èn binnen de vakbeweging. Om nieuwe banden te smeden. Een sociale beweging die gids is voor een andere samenleving. Door mensen die na dertig jaar neoliberaal beleid in de knel zijn gekomen en nu alle ruimte kunnen grijpen om het woord nemen.
Uit de praktijk
Langzaam begint de noodzaak voor een andere strategie ook bij een aantal linkse politici door te dringen. Ron Meyer - na bestuurder te zijn geweest bij de FNV, nu voorzitter van de SP - is daar een voorbeeld van. Maar met prima voorstellen als het Nationaal Zorgfonds, zonder eigen bijdrage, is in het gesloten Haagse Blok weinig te halen. Sterker, de zwakte van de sociale beweging maakt van een linkse partij en de vakbeweging een kop van Jut. Zo stelt de vakbeweging de looneis en het volledige arbeidsvoorwaardenpakket bij. Niet vanwege de vermeende haalbaarheid, maar om aan 'de' tafel te mogen aanschuiven. En laten politieke partijen hun plannen beoordelen door de cijfers van het CPB. Het middel is erger dan de kwaal, met als resultaat dat mensen nog meer vervreemden van links en zich met een kritische beweging niet meer kunnen identificeren. Daarvan hier een paar praktijkvoorbeelden.
Vakbeweging en de zorg
Op 6 september 2016 was er een vakbondsbijeenkomst in Utrecht om de cao onderhandelingen voor de Verpleeg en Verzorgingshuizen, waaronder de thuiszorg valt, een impuls te geven. De onderhandelingen zitten vast, er moet iets gebeuren. Er waren zeker vierhonderd kaderleden, en ze waren enthousiast. De vakbondsleiding probeerde de strijd aan te wakkeren. Ruud Kuin, vice voorzitter van de FNV, hield een wervend verhaal over de resultaten bij de KLM. Campagneleider voor de zorg, Sarah Dobbe, probeerde een strijdbaar perspectief te formuleren. Enkele vooraf geselecteerde kaderleden vertelden hun ervaringen. Een strategie voor een doorbraak werd ontvouwd: cao-onderhandelingen ondersteunen door prikacties, regering in Den Haag bestoken, gemeenten aanpakken over de aanbestedingen en juridische procedures in gang zetten.
Al met al duurde dat anderhalf uur. Daarna kreeg de zaal het woord, veel tijd was er niet meer over. Een kwartier. Voor veel vragen en de sterke behoefte een bijdrage te leveren. Het kwam er allemaal niet van.
Mij werd het duidelijk dat het anders moet, wanneer de FNV mensen in beweging wil krijgen. De betrokkenheid is er, de zorg leeft, mensen zijn bereid te vechten tegen de afbraak. De huidige leiding van de vakbeweging laat het echter met haar strategie na die krachten te mobiliseren. De aanpak is 'voor en met' de mensen, terwijl de enige weg naar succes is 'doen door de mensen'.
Politieke partij en de zorg
Op 9 september 2016 was er een SP-bijeenkomst in Amersfoort over de campagne voor het Nationaal Zorgfonds zonder de eigen bijdrage van 385 euro. Over de aanpak viel me een frappante analogie op met de bijeenkomst van de FNV. Lid van de Tweede Kamer, Henk van Gerven, hield een indrukwekkend verhaal, uit de praktijk kwam een aansprekende schets, de voortgang van de campagne werd uitgelegd. Bij elkaar anderhalf uur. Tussendoor was er tijd voor vragen uit de zaal met zo'n honderd mensen. Veel animo, grote betrokkenheid, sympathie voor het plan en bereidheid ervoor te gaan. De belangrijkste uit de gestelde vragen: 'hoe krijgen we het voor elkaar dat de rechtse politieke partijen in Den Haag naar ons luisteren'.
Er was slechts tien minuten voor de discussie. Mobilisering van de verontwaardiging bleef uit, van organisatie van de tegenmacht was geen sprake?
"Wo sind die Blumen?"
Op 11 september 2016, ook in Amersfoort: de herdenking van honderd jaar Belgenmonument. Dat monument is door de Belgen geschonken na de vele oorlogsvluchtelingen tijdens de eerste Wereldoorlog. Net als nu uit Syrië. Ook toen werden de Belgen niet even hartelijk ontvangen als uit menselijk oogpunt nodig was. Toch hebben wij Hollanders als dank een monument gekregen, prachtig op de Amersfoortse Berg. Wat ook prachtig was, was het lied dat Ellen ten Damme zong, en vóór haar Marlene Dietrich:"Sag mir, wo die Blumen sind". Over meisjes, mannen, soldaten en bloemen die allemaal in een oorlog verdwijnen. Het legt de vraag voor, wanneer we ooit als mensen zullen begrijpen dat het anders moet. Dat slechts mensen in onderlinge solidariteit en verbondenheid een wereld kunnen maken die voor iedereen leefbaar en aantrekkelijk is. Zij zijn de bloemen!
We hebben weer zo’n symbool nodig. Iemand, een groep, een gebeurtenis die symbool staat voor de verbinding van mensen. Ongeacht, cultuur, seksuele geaardheid, religie, nationaliteit. Een verbinding die mensen niet uitsluit, wel met een goed en rood hart. Niet een persoon of groep die pretendeert de waarheid in pacht te hebben. Niet de ambitie heeft de leiding te moeten nemen. In staat is uit te stralen dat een menselijk perspectief slechts gerealiseerd kan worden door mensen.
En toen zag ik Sadet Karabulut op de Tribune staan. Zij staat in haar praktijk dicht in de buurt van het aangeduide, inspirerende symbool en heeft het in zich, zoals Rosa Luxemburg het zei 'een gids te zijn voor een linkse sociale beweging'.
Sag mir wo die Blumen sind?
Wo sind sie geblieben?
Sag mir wo die Blumen sind?
Was ist gescheh'n?
Sag mir wo die Blumen sind?
Mädchen pflückten sie geschwind
Wann wird man je versteh'n?
|