welkom
commentaren
Solidariteit

Solidariteit - Commentaar 358 - 24 juni 2018

De arbeider, de vakbond, Defensie en chroom-6

Guido van Leemput

Onlangs bracht het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) een langverwacht onderzoeksrapport uit over het gebruik van chroom-6-verf bij Defensie. De conclusies waren vernietigend. Het ministerie van Defensie is verantwoordelijk voor zeer ernstige ziekten bij veel van de 2.500 werknemers die in de loop van jaren in de zogeheten POMS (opslagplaats) hebben gewerkt.

In 1973 was al wetenschappelijk vastgesteld dat chroom-6 giftig was. Maar het gevaar bij het gebruik is sindsdien verdonkeremaand en gebagatelliseerd. Het is niet alleen personeel van de POMS (Prepositioned Organizational Material Sets) dat met deze verf werkt, ook bij de luchtmacht en buiten Defensie, zoals bij de Nederlandse Spoorwegen, wordt het gebruikt. Het personeel dat zich in de loop der jaren in kleine stichtingen, werkgroepen en 'facebookgroepen' organiseerde, heeft een zware strijd gevoerd. Die is nog niet ten einde.

Koude Oorlog

Op basis van het al gereed zijnde, maar nog niet uitgebrachte RIVM-rapport, zijn de maanden vóór de publicatie onderhandelingen gevoerd over aansprakelijkheid, schadevergoeding en wie daarvoor in aanmerking komen en wie niet. De militaire vakbonden AFMP (FNV) en VBM namen daaraan deel en tekenden voor het resultaat.

POMS waren sinds 1984 Amerikaanse opslagplaatsen voor materieel, voertuigen en munitie. Een belangrijk onderdeel van de oorlogsvoorbereiding in de Koude Oorlog. Vooruitgeschoven materieel voor het geval Amerikaanse troepen moesten invliegen als de oorlog met het Warschau Pact zou uitbreken. POMS waren onderdeel van een systeem in West-Europa. In Nederland in de Limburgse plaatsen Brunssum en Eygelshoven en noordelijk in Coevorden, Ter Apel en Vriezenveen. Plaatselijk personeel in dienst van het ministerie van Defensie onderhield de militaire voertuigen. Na de Koude Oorlog trokken de Amerikanen een groot deel van hun strijdkrachten en materieel uit Europa terug.

Zeer giftig

Het eigenlijke onderhoudswerk werd gedaan met zogeheten Chemical Agent Resistant Coating (CARC). Het leger had twee redenen om deze grondverf te gebruiken. 1) De verf zorgt ervoor dat het materiaal onder zware weersomstandigheden veel minder snel roest; goedkoper dus. 2) Andere chemicaliën worden minder snel opgenomen in de verflaag, waardoor de ontsmettingstijd sterk teruggedrongen kan worden.

Het grote nadeel van CARC is echter het bestanddeel chroom-6. Een zeer giftige, kankerverwekkende en milieugevaarlijke stof, kan bijtend zijn of irritatie veroorzaken bij contact met de ogen, de huid, of bij inname via de ademhalingswegen. Langdurige of herhaalde blootstelling kan astma veroorzaken en tot beschadiging van de nieren leiden. Alsof dat nog niet genoeg is, kan het bij inademing al kankerverwekkend zijn. Belangrijk is dat er geen drempelwaarde is. De hoeveelheid bij inademing, maakt niet uit; het is altijd gevaarlijk. Tevens kan chroom-6 genetische schade toebrengen en is mogelijk nadelig voor de voortplanting of de vruchtbaarheid.

Acties

Al in 1989 klaagde personeel in Vriezenveen over chroom-6. In 1998 werd het onderhoudswerk op vliegbasis Twenthe stilgelegd, een dag later ook op alle andere vliegbases in Nederland. Dat leidde er na vijftien jaar toe dat een personeelslid een schadevergoeding van 100.000 euro krijgt.

In november 2014 geeft het ministerie meer dan vijfhonderd documenten vrij na een WOB-verzoek (Wet openbaarheid van bestuur). De stukken bevestigen dat het ministerie (vanaf 1989) wist van de risico's van de verf (zeker tot 2002) en blootstelling accepteerde. In 2015 komt er een zogeheten coulanceregeling voor ziek (oud-)personeel dat met chroom-6 heeft gewerkt. Ze kunnen een financiële tegemoetkoming krijgen tot 15.000 euro. Lange tijd werd om onafhankelijk onderzoek gevraagd dat het verband tussen chroom-6 en bedrijfsziekten moet vaststellen. Dat gebeurde ten slotte in het RIVM-rapport van juni 2018.

Aanbevelingen

Naar aanleiding van het rapport wordt een driedeling in slachtoffers gemaakt.

  1. Directe betrokkenen. Mensen die met chroom-6-hebben gewerkt en die diverse soorten kanker kregen waarvan wetenschappelijk is aangetoond dat de verf de oorzaak is. Daarbij worden long-, neus- en maagkanker genoemd; maar niet slokdarmkanker bijvoorbeeld.
  2. Indirect betrokkenen. Een kleine kans om met de verf in aanraking te komen.
  3. Mensen van het kantoor en slechts op afstand met de stoffen te maken hadden.

Defensie erkent aansprakelijkheid en gaat over tot vergoeding van de schade onder een strikt regime van het wetenschappelijk bewezen verband tussen chroom-6 en een kwaal. Anders dan bij asbest is dat verband niet rechtstreeks en eenduidig aantoonbaar. Defensie klampt zich aan dat inzicht vast om met de hand op de knip haar zieke personeel te benaderen. De overeenkomst was tot stand gekomen in een 'paritaire commissie' onder leiding van oud-vakbondsbestuurder Ruud Vreeman. Vreeman stelde, terecht, dat het werk van de POMS-werknemers vergeleken en benaderd moet worden met de arbeidsvoorwaarden van personeel van een industriële garage.
De aanbevelingen van de commissie en het RIVM zijn overgenomen door staatssecretaris Visser van Defensie. Een collectieve regeling die de geleden schade erkent en daarvoor (gedeeltelijk) compenseert. Uiteenlopend van 5.000 tot 40.000 euro (per aandoening via een 'tarievenlijst'). Ook kunnen nabestaanden en familieleden een bedrag van 3.850 euro verwachten. Daarnaast worden nog enkele maatregelen afgekondigd over nazorg, preventie en verder onderzoek. Voor Defensie is daarmee de zaak geregeld. Alleen de uitvoering moet nog komen.

Vuur spuwen

Nadat het rapport 4 juni uitkwam, werden de afspraken over schadeloosstelling toegelicht op drukbezochte bijeenkomsten in Roermond en in Almelo. Daar kwamen de emoties los en ook bondsvertegenwoordigers die samen met Defensie uitleg gaven, kregen de volle laag. De aanwezigen en de georganiseerde werkgroepen spuwden vuur over de schadevergoedingsregeling.

Onder de POMS-arbeiders is grote woede over de driedeling in slachtoffers. Want wie nog niet ziek is, kan het worden. Dat geldt ook voor kantoorpersoneel of zelfs familieleden die in aanraking zijn gekomen met vervuilde werkkleding. Bovendien is er grote verontwaardiging bij een deel van de getroffenen over de rol van de vakbonden. Waarom zo'n onderverdeling en zulke kleine schadevergoedingen? Hoe zit het met 'die ene van de luchtmacht die een ton kreeg'. Bij onderhandelingen zijn de vakbonden erg afhankelijk van de medewerking van de baas, de staatssecretaris van Defensie. Bij het POMS-personeel is gevloekt op de bonden. Ze zouden zijn gegijzeld door de regering over de nieuwe cao-regeling en daarom hebben ze dit aanvaard. De hele kwestie komt overigens nog terug in de Tweede Kamer.

Zie voor bronnen

Klik hier