welkom
commentaren
Solidariteit

Solidariteit - Commentaar 364 – 16 september 2018

De hybride FNV blijkt kreupel

Jan Ilsink

De vakbeweging is de natuurlijke belangenorganisatie van degenen die met werken, in loondienst arbeid verrichten, hun brood moeten verdienen. Ze komt voort uit de bestaande en zich ontwikkelende productie- en sociale verhoudingen: de klassenmaatschappij. Zou ze niet bestaan, werd ze onmiddellijk 'uitgevonden'. De klassenverhoudingen dwingen tot een organisatie van mensen die met arbeid in hun levensonderhoud voorzien, dus niet over productiemiddelen beschikken. Dat is de basis van de vakbeweging, de natuurlijke bron voor haar ledenbestand.

De belangenstrijd wordt niet alleen over materiële arbeidsvoorwaarden uitgevochten, maar eveneens op ideologisch vlak. Bijvoorbeeld over de bewering dat de arbeidersklasse niet meer zou bestaan, dat de bevolking uitsluitend vrije zelfstandige individuen telt, dat (economisch) succes vooral te danken is aan eigen kwaliteit en mislukking aan eigen falen, enzovoort. Of over een voorstelling van zaken, waarin werkgevers (kapitalisten of hun vertegenwoordigers) en werknemers (arbeidersklasse) 'sociale partners' zijn geworden.

'Kleine zelfstandigen' en vakbeweging

De groepen die ook hun inkomen met arbeid verwerven, maar wel over productiemiddelen beschikken zoals boeren en zzp'ers, behoren tot de 'zelfstandigen'. Hun zelfstandigheid hangt af van hun controle over en bezit van productiemiddelen als boerderij, landbouwmachines, 'klussenbus', gereedschap, computer, enzovoort; veelal gefinancierd met geleend geld. Hun zelfstandigheid is een illusie, de controle over hun productiviteit ligt in feite bij banken.

In deze glijdende schaal van 'zelfstandigheid' is de vakbeweging vooral van betekenis voor wie 'schijnzelfstandigen' genoemd worden. Hun arbeidscontract is opgezegd en vervolgens worden ze 'ingehuurd' als zzp'er. Belangrijke arbeidsvoorwaarden die collectief zijn afgedwongen: pensioen, ziektekosten, arbeidstijd, vakantie, enzovoort, gelden voor deze groep niet. Zij zijn tot onderlinge concurrenten gemaakt en worden zelfs 'uitgespeeld' tegen degenen die nog in loondienst zijn. De zzp'ers zijn te vergelijken met de vroegere 'dagloners' die per klus werden ingehuurd. Maar net als de dagloners kunnen ze zich verenigen en gezamenlijke tarieven en contractvoorwaarden afspreken om te voorkomen dat ze tegen elkaar worden uitgespeeld. De Nederlandse vakbeweging staat in principe open voor deze groep.

Vakbeweging als sociale ANWB

Hoewel de verscheidenheid van de 'loontrekkenden' voortdurend verandert, is de noodzaak om voor hun belangen op te komen onverminderd aanwezig. De vakbeweging blijkt daarin nog steeds de natuurlijke organisatie om die belangenstrijd vorm te geven. Dat blijkt uit recente arbeidsconflicten: metaal, streekvervoer, zorg (thuis, verpleeg- en verzorgingstehuizen), onderwijs, luchtvaart (piloten en bagage afhandelaars), schoonmakers, politie, enzovoort.

Maar tegelijkertijd blijkt de vakbeweging ernstig verzwakt te zijn en geërodeerd door de niet aflatende ideologische strijd van de kapitalistenklasse. Vakbondsleden en professionals in de 'werkorganisatie' (het bedrijf) blijken hiervoor niet ongevoelig. Er kan zelfs een vervreemde houding worden geconstateerd bij delen van het 'FNV-management'. Dat blijkt bijvoorbeeld uit hun stigmatisering van de subsector 'havens'.
De 'ontkenning van de arbeidersklasse' heeft onder andere geleid tot het model van de FNV als 'sociale ANWB'. Een organisatie, waar zelfstandige individuen terecht kunnen voor hulp bij 'pech en ongevallen' op bedrijven, zoals ontslag, incorrecte beloning en toepassing secundaire arbeidsvoorwaarden als verlofregeling, enzovoort. Een organisatie waar de leden 'klant' zijn en waarin de (vak)vereniging wordt gezien als een vrijwilligersorganisatie die door professionals gemanaged moet worden en voor de ledenbelangen opkomt door lobbyen en 'goed overleg tussen sociale partners' ('polderen'). Een model dat echter steeds meer onder druk komt te staan van de barre politiek-economische werkelijkheid. Want onverbiddelijke concurrentie dwingt ondernemers tot verlaging van kosten, waartoe lonen en arbeidsvoorwaarden worden gerekend: de race naar beneden!

Gespleten structuur

Deze gespleten ontwikkeling heeft geleid tot de FNV als hybride organisatie: enerzijds een sociale ANWB en anderzijds een democratische vereniging waarin de leden het voor het zeggen hebben. De werkorganisatie FNV (bezoldigden) wordt grotendeels gerund als een sociale ANWB. Een voorbeeld is het plan 'Anders Werken' dat aan de ondernemingsraad van de FNV is voorgelegd als antwoord op door ledenverlies noodzakelijke bezuinigingen. In dat plan komt het begrip cao, de belangrijkste bestaansreden voor de vakbond als collectieve belangenorganisatie, nauwelijks voor.

De vereniging FNV (leden) is weliswaar democratisch opgebouwd, maar die democratie wordt zeer formeel (parlementaristisch) opgevat en de verenigingsorganisatie mist elke slagkracht:
-  In het Ledenparlement van de FNV zitten veel gekozen leden zonder (georganiseerde) achterban. Ze zijn weliswaar democratisch gekozen, maar de ingenomen standpunten van het hoogste orgaan van de FNV berusten niet op georganiseerde discussies met leden in de sector die zij vertegenwoordigen.
-  In het 'organogram' van de FNV blijken op bijna alle niveaus twee 'kapiteins' op één schip zitten. De leiding in de sectoren berust bij een door de branches gekozen sectorraad en een - deels door de leden en branches - gekozen sectorbestuur. Beide bestuursorganen hebben een kiezersmandaat. Ook het ledenparlement is door de leden gekozen, evenals de voorzitter van het FNV-bestuur, met beide een kiezersmandaat. Een structuur die stroperigheid in de hand werkt en verlammend functioneert. In een strijdorganisatie zou elke leiding immers onmiddellijk terug te roepen moeten zijn om democratie in de actie tot gelding te brengen.

Democratische strijdorganisatie

Het recente conflict bij de cao-streekvervoer is een voorbeeld van de kreupele organisatie die de FNV is. Leden van de werkorganisatie, de onderhandelaars bij de cao, negeren de motivatie en overtuiging van de actievoerende kaderleden. Zij beperken zich tot een formele interpretatie van democratie door leden zich via een digitale peiling te laten uitspreken over het onderhandelingsresultaat. Bijna 40 procent blijkt tegen, en bijna 60 procent voor. Resultaat: een enorme frustratie bij de strijdbare delen van de bond die onvermijdelijk zal leiden tot meer spanningen over de 'identiteit' van de FNV, met ongetwijfeld een piek in ledenverlies!
Hetzelfde lot dreigt de FNV breed georiënteerde pensioenstrijd, wanneer daar een onderhandelingsresultaat uit de bus zou komen. Maar er is geleerd! De pensioenactie heeft een leiding die uitsluitend uit kaderleden bestaat, ondersteund door een campagneteam van de werkorganisatie.

De FNV zal steeds meer voor de keuze komen te staan: democratische strijdorganisatie of sociale ANWB. Waarbij opgemerkt moet worden dat individuele belangenbehartiging helemaal niet hoeft te botsen met strijdorganisatie. Maar daar is visie voor nodig!

Klik hier