welkom
commentaren
Solidariteit

Solidariteit - Commentaar 381 - 12 mei 2019

Johan van Oldenbarnevelt (1547-1619), groot staatsman

Harry Peer

Op 13 mei 2019 is het vierhonderd jaar geleden dat de landsadvocaat Johan van Oldenbarnevelt werd terechtgesteld. Het is een schokkende, misschien wel de meest pijnlijke, gebeurtenis uit de Nederlandse geschiedenis. Meer dan dertig jaar stond Oldenbarnevelt aan het hoofd van een staat in wording. Hij legde de basis voor de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden als een wereldmacht en was de oprichter van de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC, 1602).

Oldenbarnevelt bouwde een indrukwekkend diplomatiek netwerk op in Europa, onderhandelde in Londen met koningin Elisabeth en in Frankrijk met koning Hendrik IV. Zonder zijn inzet en diplomatieke gaven was Nederland mogelijk een deelstaat van Duitsland of een departement van Frankrijk geworden.

Onthoofd

Johan van Oldenbarnevelt kunnen we net als Willem van Oranje als 'een vader des vaderlands' beschouwen. Beiden kwamen door geweld om het leven. Oldenbarnevelt leidde de twintig jaar jongere Maurits (1567-1625), zoon van Willem van Oranje, op. Dankzij hem werd Maurits stadhouder. Door allerlei gebeurtenissen en verwikkelingen in het eerste decennium van de zeventiende eeuw groeiden de staatsman/bestuurder/diplomaat en de militair uit elkaar en stonden ze voor verschillende belangen en religieuze opvattingen.
Zo'n gebeurtenis is de Slag bij Nieuwpoort op 2 juli 1600. Maurits was tegen zijn zin door de Staten-Generaal er op uitgestuurd om het kapersnest Duinkerken te veroveren en het door de Spanjaarden belegerde Oostende te ontzetten. Hollandse kooplieden hadden veel last van kapers die in Spaanse dienst waren. Maurits overleefde de slag maar net en wist slechts met veel geluk een dreigende nederlaag om te zetten in een nipte overwinning.

Cruciaal in de verwijdering tussen de twee mannen is het Bestand dat voor een periode van twaalf jaar in 1609 met Spanje werd afgesloten. Het geld voor oorlog voeren was op, vond Oldenbarnevelt. Vrede, een wapenstilstand, schept betere voorwaarden om de handelspositie van de Republiek te versterken. Daarmee werd soldaat Maurits naar de zijlijn gemanoeuvreerd. Op 29 augustus 1618 pleegde prins Maurits een zorgvuldig voorbereide staatsgreep. Onmiddellijk liet hij zijn vier belangrijkste politieke tegenstanders arresteren. In onzekerheid wachtten ze hun lot en berechting af.
Negen maanden later werd de 72-jarige landsadvocaat Johan van Oldenbarnevelt, het bovenlijf naakt, ten overstaan van een grote menigte voor de Ridderzaal op het Binnenhof onthoofd. Zijn twee medegevangenen Hugo de Groot (rechtsgeleerde en schrijver) en Rombout Hogerbeets (voorheen pensionaris van Leiden, lid van de Hoge Raad van Holland en Zeeland) kregen levenslang. Ze waren net als Oldenbarnevelt de dag ervoor schuldig bevonden aan hoogverraad. Gilles van Ledenbergh (voorheen raadspensionaris van Utrecht) had in het begin van zijn gevangenschap zelfmoord gepleegd, wat de rechters niet verhinderden om hem het jaar daarna op 15 mei nog eens postuum ter dood te veroordelen.

Maurits van Nassau

Oldenbarnevelts verdiensten voor de Republiek staan buiten kijf. Zijn terechtstelling verbijsterde iedereen, in binnen- en buitenland. Het is een ongekend drama in de Nederlandse geschiedenis. De rechtbank van 24 leden die het vonnis uitsprak, was duidelijk partijdig samengesteld. Vast staat dat hij de dood is ingedreven door Maurits van Nassau. Diens biograaf Arie van Deursen is daar helder over: (...) als er een rechtbank van de geschiedenis bestond, zou die over Maurits ondubbelzinnig het schuldig uitspreken.
In de gewesten was Maurits tot een zuivering overgegaan van remonstrants gezinde edelen (de in het geloof meer rekkelijke Arminianen) uit invloedrijke posities en had die vervangen door hem getrouwe contraremonstranten (de meer precieze Gomaristen).
Oldenbarnevelts laatste woorden op het schavot: Mannen gelooft niet dat ik een landverrader ben. Ik heb oprecht en vroom gehandeld als een goed patriot en die zal ik sterven. En tot de beul: Maak ’t kort, maak ’t kort.

Het drama Oldenbarnevelt is nog niet voorbij. Zijn echtgenote Maria van Utrecht met wie hij sinds 1575 was gehuwd, moet een tweede groot verdriet verwerken. In februari 1623 plegen zonen Reinier en Willem een aanslag op Maurits die mislukt. Reinier wordt gepakt en onthoofd. Willem ontsnapt en brengt de rest van zijn leven in ballingschap in Brussel door. Maurits, prins van Oranje en graaf van Nassau, sterft een natuurlijke dood op 23 april 1625. Maria van Utrecht overlijdt op 19 maart 1629.
Koning Willem-Alexander is een verre verwant van stadhouder Maurits. Er is door de generaties heen altijd met een scheef oog naar de Oranjes gekeken vanwege de rol van Maurits bij de executie van Oldenbarnevelt. Naar verluidt, heeft Maurits zelfs van achter de gordijnen vanuit zijn woning, nu de Eerste Kamer, toegekeken bij de executie van zijn politieke peetvader.

Herdenking in Amersfoort

Koning Willem-Alexander vierde met echtgenote Maxima en hun drie dochters zijn 52ste verjaardag op zaterdag 27 april jongstleden in Amersfoort. Is de keuze voor deze plaats juist in dit jaar bedoeld als een eerbetoon aan Johan van Oldenbarnevelt die er op 14 september 1547 werd geboren? Of heeft de koning, mogelijk onbedoeld, de wind uit de zeilen genomen van de herdenking die op 13 mei in Amersfoort rondom het borstbeeld van Johan van Oldenbarnevelt en op nog meer plaatsen in de stad zal plaatsvinden?
Er valt een redenering op te bouwen voor het invoeren van een nieuwe nationale feestdag op de veertiende september. Desnoods met het laten vallen van Koningsdag, indien de werkgeversorganisaties van mening zijn dat dit ten koste gaat van de economie. Meer dan het zingen van het Wilhelmus in de schoolklas ’s ochtends zou zo’n nationale feestdag in deze tijd van globalisering en snelle technologische ontwikkelingen het bewustzijn voor de Nederlandse geschiedenis en identiteit en de betekenis van haar grootste staatsman daarbij bevorderen. Johan van Oldenbarnevelt is de grootste van de politieke erflaters van onze beschaving.

Aan het eind van zijn leven was Oldenbarnevelt een stokoude man die al jaren met een wandelstok liep. Joost van den Vondel (1587-1679) gebruikte deze wandelstok als aanknopingspunt voor zijn poëtische eerbetoon.

Het stokske van Johan van Oldenbarnevelt, Vader des Vaderlands.

Myn wensch behoede u onverrot
O STOCK en stut, die, geen' verrader,
Maer 's vrydoms stut en Hollants Vader
Gestut hebt op dat wreet schavot;
Toen hy voor 't bloedigh zwaert most knielen,
Veroordeelt, als een Seneka,
Door Neroos haet en ongena,
Tot droefenis der braefste zielen.
Ghy zult noch, jaeren achter een,
Den uitgangk van dien Helt getuigen,
En hoe Gewelt het Recht dorf buigen,
Tot smaet der onderdruckte steên.
Hoe dickwyl streckt ghy onder 't stappen
Naer 't hof der Staeten stadigh aen
Hem voor een derden voet in 't gaen
En klimmen, op de hooge trappen:
Als hy, belast van ouderdom
Papier en schriften, overleende,
En onder 't lastigh lantspack steende!
Wie ging, zoo krom gebuckt, noit krom!
Ghy ruste van uw trouwe plichten,
Na 'et rusten van dien ouden stock,
Geknot door 's bloetraets bittren wrock:
Nu stut en styft ghy noch myn dichten.

Literatuur:
Arnout van Cruyningen, Johan van Oldenbarnevelt 1547-1619. Grondlegger van de Nederlandse staat. Utrecht, 2019.
Jan Francken, Het einde van Johan van Oldenbarnevelt. Hertaald door Thomas Rosenboom. Amsterdam, 2019.
Mike Harmsen, Broeders in oorlog - vijanden in vrede. Johan van Oldenbarnevelt en Maurits van Nassau, redders van de Nederlandse Republiek, Zutphen, 2019.
Ronald Prud’homme van Reine, Onthoofdingen in de Hofstad. De val van de Oldenbarnevelts. Amsterdam-Antwerpen 2019.
Wilfried Uitterhoeve, De zaak Oldenbarnevelt. Val, proces en executie, Nijmegen, 2019.

Ben Knapen, De man en zijn staat. Johan van Oldenbarnevelt 1547-1619. Amsterdam 2013.
A.Th. van Deursen, Maurits van Nassau. De winnaar die faalde. Amsterdam, 2000.
Jonathan I. Israel. De Republiek, 1477-1806. Franeker, 1996.
Jan & Annie Romein, Erflaters van onze beschaving. Nederlandse gestalten uit zes eeuwen. Amsterdam, 1977.

Klik hier