welkom
commentaren
Solidariteit

Solidariteit - Commentaar 397 – 22 december 2019

FNV gaat na evaluatie voor een kwaliteitsslag

Hans Boot

Uitgerekend het Financieele Dagblad showde 16 oktober 2019 een gretige blik in een vertrouwelijk evaluatieverslag van een extern onderzoek over de besturing van de FNV ('governance'). De krant pakte met genoegen stevig uit. Het rommelt binnen FNV. De interne verhoudingen zijn verziekt, het bestuursmodel werkt niet. Om het heersende 'cynisme' en 'wantrouwen' te boven te komen moet de organisatiestructuur worden hervormd. Het ledenparlement verdoet veel tijd met vergaderen en futiliteiten. Werkgeversvoorzitter De Boer mocht en passant klagen over de buitengewoon warrige aansturing, FNV-top kan op elk moment teruggefloten worden.

Geheel toevallig was deze lekkage niet. Bijna twee weken later was er een 'governancedag', waarin het FNV-bestuur de evaluatie terugbracht tot de nota Achtergrondinformatie. Een vertaling, ontdaan van de ernstige verontrusting die de organisatieadviseurs paginalang op papier hadden gezet. Aan die dag in Harderwijk namen onder anderen kaderleden uit sectoren, netwerken en bonden ('indirecte' sectoren) deel. Volgens een filmpje ging het over structuren, onderlinge verhoudingen en 'punten van verbetering'. Wel veel twijfels aan de invloed van de leden in de sectoren en daarmee in de FNV: meer van onderaf aan de touwtjes trekken. Waarschijnlijk was de open vraag van FNV-voorzitter Busker: wie is de eigenaar van de FNV, een poging tot antwoord.

Knelpunten

De uitvoering van de voorstellen is in maart 2020 te verwachten na de besluitvorming door het Ledenparlement dat zijn 'headlines' traag naar buiten brengt. Inmiddels heeft het FNV-bestuur zeer recent een tekst opgesteld met 49 'bespreekpunten': niet in beton gegoten, maar met ruimte voor aanscherping/aanpassingen. Die blijft hier onbesproken.
Terug naar het begin: het onderzoeksresultaat, het evaluatieverslag. Opgebouwd langs uitspraken van de zeventig geïnterviewden gaat het onder meer over de positie van de sectoren, het ledenparlement en de werkorganisatie. Maar eerst een paar algemene 'knelpunten':
* huidige besturing voldoet niet, gewenste resultaten blijven uit, mensen zitten elkaar dwars;
* tussen Dagelijks en Algemeen Bestuur (beide geen eenheid) zijn spanningen waarneembaar;
* eigen belang wordt, zolang als dat kan, nagestreefd - op het destructieve af;
* omgangsvormen zijn meer getekend door intimidatie en brutaliteit dan door samenwerking,
* doorgaan op de ingeslagen weg is geen optie, te weinig daadkracht en vertrouwen.

Vervolgens enkele uitspraken over de positie van de 26 sectoren en de leden daarin:
* sectorbelang is onvoldoende verzekerd, meer invloed en zeggenschap sectoren nodig;
* gebrekkige herkenning FNV-beleid, verbinding met de leden dreigt verloren te raken of is reeds zoek;
* leden centraal, maar in de uitvoering verschuiven hun belangen naar de achtergrond;
* leden weten niet meer waar de FNV voor staat, vereniging ver van de werkvloer, meer in de SER besloten dan naar de achterban geluisterd.

Kloof

Sinds 2013 telt de FNV als hoogste orgaan een ledenparlement van 105 door de (indirecte) sectoren gekozen leden en regelmatig onder de loep in het evaluatieverslag:
* te volle en te weinig selectieve agenda's, daardoor te veel vergaderen, ook omdat het parlement zich met alles lijkt te willen bemoeien;
* discussie richt zich meer tot het bestuur dan tot elkaar, als een 'oppositie-' en een 'coalitiepartij';
* vergaderorde door velen als negatief beschouwd, te weinig professioneel, te persoonlijk;
* democratisch gedachtegoed dat rust op sterke banden met de achterban wordt door de kloof tot de sectoren niet gerealiseerd.

Naast de vereniging, bondsbestuurders en leden, kent de FNV een werkorganisatie die als taak heeft de vereniging te ondersteunen. Daarover het volgende in het evaluatieverslag:
* met name 'de staf' is onvoldoende dienend, medewerkers opereren te zelfstandig, weigeren soms activiteiten uit te voeren;
* de interne samenwerking is onvoldoende, de status van de geproduceerde stukken is onduidelijk;
* tussen de sectoren en de werkorganisatie bestaat wantrouwen, de afstand tot de leden is groot;
* de staf en in het algemeen de 'ondersteuning' zijn, gezien vergelijkbare organisaties, zeer groot, komen niet actief over en de vraag is of de werkorganisatie voldoende productief is.

Alarm

In de even vertrouwelijke nota Oplossingen komen de organisatieadviseurs zelf aan het woord over wat zij een atypische organisatie vinden met bezoldigde bestuurders en functionarissen, sectoren en bonden, plus zo'n miljoen leden die ook nog eens formeel 'de baas' zijn. De 'functionele aansturing' van de organisatie staat opnieuw centraal, de aard en koers van de belangenbehartiging blijven opnieuw buiten beschouwing. De onvermijdelijk verschillende opvattingen worden als weinig zinvol gezie. Dus gaat het al gauw over een professionaliseringsslag in de besluitvorming. De gekozen organen worden als ondoelmatig beschouwd, soms zelfs als storende elementen. Dat geldt zowel voor het Ledenparlement als het Algemeen Bestuur dat naast de bezoldigde leden van het Dagelijks Bestuur bestaat uit gekozen kaderleden.

De oplossingen zijn in de Achtergrondinformatie door het FNV-bestuur aangepast tot uitgangspunten, de waarschijnlijke bouwstenen voor de definitieve besluitvorming. Tegen de achtergrond van de alarmerende evaluatie zijn die uitgangspunten niet baanbrekend. Het meest verregaand is de afschaffing van het niet wenselijke Algemeen Bestuur. Een apart toezichthoudend orgaan kan met het Ledenparlement de controlerende functie overnemen. Dat parlement blijft bestaan als algemene ledenvergadering, maar zal een kwaliteitsslag moeten maken in de voorbereiding en uitvoering van zijn werkzaamheden.
Over de bekritiseerde werkorganisatie klinkt geen alarm. Wel wordt de dienende taak ten opzichte van de vereniging benadrukt. Dat die taak in de statuten is vastgelegd, blijkt ontoereikend. Gepleit wordt voor bindende resultaatsafspraken. Helaas wordt de verzelfstandiging van de werkorganisatie onderschat. De betrokken functionarissen werken als 'professionals' buiten de soms gure wind van de dagelijkse praktijk. Bovendien stellen de gespecialiseerde kennis en inzichten hun veronderstelde, sociaal bewogen dienstbaarheid voortdurend op de proef. Daar komen de te verwachten vertrouwelijke contacten (intern en extern) nog eens bij. Ze raken, zoals de adviseurs zeggen: in the lead. Zeker in combinatie met de verdwijning van het algemeen bestuur en de veelbesproken positie van het Ledenparlement dreigt de handelingsruimte van de werkorganisatie toe te nemen. En dat zal ten koste gaan van de vaak aangehaalde democratische slagkracht van de FNV.

Tot slot, de hoog geachte invloed van de leden zal geschieden in de sectoren en de bonden en daarna via het Ledenparlement. Deze is problematisch, maar niet sinds gisteren. Zeggenschap is geen cadeau en ook niet vanzelfsprekend, zelfs niet via optimale aansturing, structurele aanpassing en welke kwaliteitsslag dan ook. Steeds maar weer afdwingen, in alle openheid, is één. Niet gemakkelijk in een maatschappij die moeizaam worstelt met democratische beginselen. Twee is een beleid, waarin interne democratie een voorwaarde is in de strijd voor sociaaleconomische gelijkheid.

Bronnen:
The Midfield/Nextthinking, Een governance die knelt! Evaluatie governance FNV, deel 1, Inventarisatie. Deel 2, Oplossingen. Voorjaar 2019.
FNV, Achtergrondinformatie, tbv de discussie in de sessies tijdens de Governancedag, 29 oktober 2019.
Film, 12 december 2019, www.youtube.com: Governancedag.

Klik hier