welkom
commentaren
Solidariteit

Commentaar nr. 42 - 28 mei 2006

De ene flexmens is de andere niet

Herre de Vries

De vraag in commentaar 41 (14 mei 2006) of en hoe de 'flexmens' bescherming van zijn positie nastreeft, is niet eenduidig te beantwoorden. De ene flexmens is de andere niet. Door enige ordening aan te brengen, kan een begin van een antwoord gevonden worden. Buiten kijf staat dat van de overheid weinig bescherming te verwachten valt, het oog zal dus op zelforganisatie gericht moeten zijn.

Wie zijn of haar gedachten laat gaan over de flexmens, denkt al snel aan de 'jongere zonder vast contract'. Dat is een misverstand, omdat werken zonder of met een tijdelijk contract niet uitsluitend toebedeeld is aan jongeren. Bovendien begint ook de oude, vertrouwde arbeid onder een vast contract steeds meer flexibele elementen te vertonen. Louter van jongeren uitgaan, reduceert de discussie over de flexmens tot een generatiekwestie en leidt tot onderschatting van de omvang en duur van het flexibele bestaan en alle daarbij horende onzekerheden. Iedereen kan met een dergelijk bestaan te maken krijgen. En juist door de veelvormigheid is de uitwerking verschillend.

Settlers, nomaden, ontheemden

Het kapitalisme van de twintigste eeuw, waarin sprake was van grote werkplaatsen en een overwegend industriële massaproductie, maakte de ontwikkeling van sterke vakbonden mogelijk. Deze verwierven een aanzienlijke, economische en politieke macht, waarmee zij bijvoorbeeld de verzorgingsstaat konden afdwingen. De daarmee samenhangende positieverbetering van de arbeider was de voedingsbodem voor het beeld van de langdurige dienstbetrekking bij dezelfde werkgever. Een werkzekerheid die enige doorgroei mogelijk maakte en nastrevenswaardig werd. Laten we deze arbeiders settlers noemen.

Het eind van de twintigste eeuw kenmerkte zich door de afbraak van de verzorgingsstaat en de introductie van een type regulering dat niet meer tot doel had de positie van de arbeider te verbeteren. Veranderingen in het kapitalistisch productiemodel maakten een hernieuwde disciplinering van arbeidskracht nodig. De uitdijende uitzendbureaus en de komst van de flexwet zijn stappen in dit proces.
De politieke propaganda die deze ontwikkeling moet legitimeren, construeert hiervoor een nieuw dominant beeld: de 'verzelfstandiging' van de werknemer. Gesproken wordt van een 'éénpersoons minionderneming': flexibel, creatief en vol frisse ideeën. Dit is een beeld dat vooral, of misschien wel uitsluitend, opgaat voor sectoren met hoogopgeleide werknemers die lonen boven de wettelijke minima ontvangen, individueel onderhandelen om de beste contracten te krijgen en een grote mate van zelfstandigheid in hun werk hebben. Kortom, de moderne sectoren met de nieuwe werknemers wier mobiliteit afhangt van hun waarde op de arbeidsmarkt. Dit nieuw ontstane, dominante beeld is dat van een nomade die zich vrijwillig over de arbeidsmarkt beweegt, constant op zoek is naar beter en uitdagender werk en bovendien geen collectieve bescherming hoeft.

In de periferie van de arbeidsmarkt bevinden zich de ontheemden. Gedwongen tot mobiliteit op de arbeidsmarkt en overgeleverd aan de grillen van de werkgever en de markt, is hier behoefte aan zekerheid en bescherming. Deze groep 'periferen' is niet nieuw, ook al wordt dat hier en daar gesuggereerd. Aannemelijk is echter wel dat de groep in omvang toeneemt. Met de enorme hoeveelheid uitzendbureaus is een sector ontwikkelt die flexibel werk op grote schaal kan faciliteren en die niet gehinderd wordt door het vuile imago van koppelbazen. Lokale overheden ondersteunen dit proces met disciplinerende trajecten van arbeidsreïntegratie en de centrale overheid voert een restrictief migratiebeleid dat leidt tot een toenemende illegalisering van migranten.

Bescherming en zekerheid

Terwijl de beschermingsfunctie van de verzorgingsstaat verdwijnt, blijft zowel bij de settlers als de ontheemden behoefte bestaan aan bescherming en zekerheid. Het is niet aannemelijk dat in de nabije toekomst de overheid daaraan een bijdrage zal leveren. Zij propageert immers het beeld van de zelfstandige nomade. Maar zoals niet iedereen het bestaan van settler realiseerde, zal evenmin de nieuw geconstrueerde nomade algemeen voorkomen.
Bescherming en zekerheid zullen daarom verkregen moeten worden door gebruik te maken van eigen kennis en vaardigheden. Daarvoor zal de kracht van het collectief hervonden moeten worden. Maar wel in een vorm die democratische ruimte biedt aan de drie typen flexmens die hier geschetst zijn.

Klik hier