Sjarrel Massop
De druk op politiek links wordt erg groot, gegeven de vastlopende samenleving. Van links worden perspectieven verwacht die ook op de korte termijn uitzicht bieden op oplossingen. Over maatschappelijke problemen moet door linkse mensen op een andere manier gedacht worden. Een inhoudelijke discussie is niet voldoende. Emoties en vooral machtsposities spelen een belangrijke rol. Twijfel, gezichtsverlies en onheuse bejegening moeten in onze organisaties vermeden worden. Eenheid is geboden. Het wordt echter kwalijk als die eenheid opgelegd wordt aan andersdenkenden. De macht van de meerderheid kan dan de democratie - het sociale gevoel en de authentieke solidariteit - onderdrukken. Met als gevolg dat de democratische discussie in de kiem wordt gesmoord. En niet altijd even subtiel.
De druk wordt reëel, wanneer 'de leiding van de meerderheid' andersdenkenden vanwege hun meningen trachten uit te sluiten. Dat is inmiddels gebeurd binnen de SP, waar veel prima linkse mensen er uitgezet zijn. Het speelt ook binnen de vakbeweging, waar de senioren blijven vechten, mede in het belang van de jongeren, voor een goede AOW, aangevuld met een waardig pensioen. Minderheidsstandpunten worden niet getolereerd. Opkomen voor belangen van mensen, hun inkomen, een huis, werk dat voldoening geeft en vrije tijd komen niet aan de orde. Terwijl juist daar links voor staat.
Maar hoe zit het met de praktijk, als telkens blijkt dat de belangen van mensen niet nagekomen worden. Mag daarover in linkse organisaties iets gezegd worden? Is interne kritiek mogelijk? Iets als 'eenheid in verscheidenheid' wordt niet of slecht geaccepteerd.
Hoe het ook werkt, mensen in een belaagde positie kunnen aan zichzelf twijfelen. Ze staan tegen een overmacht die hen ondanks betuigde solidariteit onzekerheden biedt.
De ideeën zijn onderwerp van discussie, maar het gaat ook over het gevoel van medemenselijkheid, van solidariteit die door allerlei maatschappelijke instanties verwaarloosd wordt. Vaak ondanks dat ze zich beroepen op hun democratische instelling.
Misschien is wel het ergste dat een minderheid zich nauwelijks kan verdedigen. Vaak is het motto: 'ben je het er niet mee eens is, rot dan maar op'. De macht heeft het voor het zeggen, gaat over de procedures, regels en wetten, wie zich daaraan niet houdt, bekruipt al snel een schuldgevoel. Het gevoel zoals het door rood lopen bij een stoplicht. Even spichtig omkijken of iemand het ziet, of er kleine kinderen in de buurt zijn. Kijk mam, die daar, loopt door rood.
Meestal schikken mensen van een minderheid zich naar de regels, omdat anderen het door de bank genomen, niet aantrekkelijk vinden om achter dwarse denkers en principes aan te lopen. 'Doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg.'
Het dilemma blijft achter. Niet omdat mensen halsstarrig en eigenwijs zijn. Het is meer, omdat de socialisten in de SP en de (kader)leden van de vakbeweging, de echte onmisbaren, zeer betrokken zijn met mensen die lijden onder uitsluiting, stijgende prijzen, afbrokkelende huizen, een klimaat dat naar de knoppen gaat, arbeidsmigranten die op een negentiende-eeuwse wijze worden uitgebuit en ga zo maar door.
Maar ja, waar velen van ons jarenlang voor staan, een sterke linkse politiek, een strijdbare vakbond, menselijke omgang, dat wordt afgenomen. Dat roept ressentiment en rancune op. Niets menselijks is mensen vreemd.
In 1937 schreef Menno ter Braak een essay met de titel Het nationaal-socialisme als rancuneleer. Elke vergelijking met de linkse beweging gaat mank, maar het gaat om de methodiek. Over hoe omgegaan wordt met minderheden en andersdenkenden. De fascisten predikten haat en rancune tegen minderheden, tegen elke rationaliteit in. Dat werkte wonderbaarlijk goed. Mensen denken, dat ze niet meer hoeven na te denken als de schuldige bekend is. De verdediging heeft dan ook geen enkele zin meer, het pleit is beslecht. Een appèl doen aan de macht voor redelijkheid en verzoening leidt tot niets. Wraak is wat er overblijft.
Het ressentiment (de wraakgevoelens) beteugelen, kan alleen door de echte democratie toe te passen. Erkennen dat er ander meningen bestaan, dat ze integer en authentiek zijn en dat ze gehoord moeten worden. De eenheid wordt niet bereikt door meningen op te leggen, maar door het debat, voor en na dat er besluiten genomen zijn. Debat en discussie sluiten nooit de besluitvorming en de uitvoering uit. Het stelt de meerderheid in de gelegenheid, besluit en uitvoering goed te evalueren.
Het is geen enkel probleem als er over maatschappelijke vraagstukken met buitenstaanders gesproken wordt. De illusie de waarheid in pacht te hebben, dat standpunten met regels en wetten doorgedrukt kunnen worden, dat de meerderheid nu éénmaal voor een akkoord gestemd heeft - dat zijn bar slechte argumenten. Niet dat mensen iets niet gegund wordt, maar een lucratief baantje of neveninkomsten zijn het veiligst wanneer de discussie buiten de deur blijft.
Enig geldend argument is altijd de geloofwaardigheid van het beleid. Voor zowel de SP als voor de FNV waar het bijvoorbeeld de pensioenen betreft. En op het gevoerde beleid van beide organisaties valt wel het nodige af te dingen. Daarop past geen ressentiment of rancune, van beide zijden niet, daar hoort onderling debat bij. Een debat dat toch wel gevoerd wordt in de samenleving, zeer terecht!
We moeten meer mens durven zijn! Stimuleren van het debat, tolerantie in de omgang met elkaar, faciliteren van de vrijheid van andersdenkenden.