Jan Ilsink
De strijdbaarheid van de arbeidersklasse in de geïndustrialiseerde wereld kende en kent nog steeds grote verschillen. Die kunnen verklaard worden door historische politiek-economische verschillen tussen de landen en sociaaleconomische verschillen tussen bedrijfstakken.
We beleven opnieuw een economische crisis. Die zat er al aan te komen na de ongebreidelde scheppen van geld door de Europese Centrale Bank en wordt versneld door de economische gevolgen van de corona pandemie, de botsing in de Oekraïne van de imperialistische blokken Rusland en de VS/EU (militair georganiseerd in de NAVO). De rekening van deze crisis wordt als gebruikelijk neergelegd bij de van werken afhankelijke bevolking: enorme daling van koopkracht door inflatie, stijging van tarieven en belastingen. De strijdbaarheid van de werkende bevolking zal cruciaal zijn om deze aanval af te slaan en de rekening te leggen bij de schaamteloze winstmakers.
De strijdbaarheid van de arbeidersklasse vindt haar oorsprong in de arbeidsverhoudingen. Die dwingen de werkers zich te organiseren, hun krachten te bundelen om voor hun belangen op te komen. Vakbonden zijn ontstaan uit de ongelijke krachtsverhoudingen tussen Kapitaal en Arbeid op de werkvloer. Ze zijn in feite reactief: verzet en bescherming tegen de voortdurende druk tot verslechtering van arbeidsvoorwaarden, omdat die voor de kapitalistische ondernemer een kostenpost zijn.
De arbeidsverhoudingen zijn, evenals de krachtsverhoudingen daarbinnen, niet statisch maar dynamisch. Ze ondervinden invloed van economische, technologische, culturele en politieke ontwikkelingen.
Kapitalistische accumulatie van Kapitaal leidt tot schaalvergroting (in de productie en dienstverlening) die de arbeids- en krachtsverhoudingen beïnvloedt. De schaalvergroting kent een wisselwerking met investeringen in technologie en logistiek die eveneens effect hebben op de arbeids- en krachtsverhoudingen.
Introductie van de lopende band heeft de onderlinge relaties tussen arbeiders op de werkvloer op zijn kop gezet. Het was het resultaat van het uiteenrafelen van het productieproces in afzonderlijke handelingen. In feite is dat proces doorgezet met het 'afzonderen' van taken die niet meer in loondienst, maar door zzp-ers kunnen worden verricht. Dit alles om de (loon)kosten in het productieproces te drukken. Deze ontwikkelingen hebben een enorme invloed op de arbeidsverhoudingen op de werkvloer en de mogelijkheden om strijd voor verbeteringen te organiseren. Digitalisering van de productie en robotisering kantelen opnieuw onderlinge relaties op de werkvloer. Deze hele omwenteling van het productieproces en de productieverhoudingen gaat vergezeld met wijzigingen in de aansturing ervan: leidinggevenden van ploegbaas tot geneesheer directeur naar managers zonder enige kennis van de specifieke productieprocessen.
Deze 'verzakelijking' van de productieprocessen leidt ertoe dat in sommige bedrijfstakken niet alleen materiële arbeidsvoorwaarden worden geëist, maar ook sociale: respect in de schoonmaakbranche bijvoorbeeld.
Arbeiders die in de productie samenwerken op de bedrijfsvloer kunnen een zelfbewustzijn ontwikkelen dat een belangrijke voorwaarde is voor strijdbaarheid en vakbondsbewustzijn. In bedrijfstakken als administratie waar voor een resultaat onderlinge afhankelijkheid minder dwingend en onderlinge concurrentie tussen medewerkers vaak hoog is, ontbreekt die voorwaarde. Gezamenlijke belangen worden dan minder onderkend en daarmee het besef om daarvoor gezamenlijk op te treden!
Internationaal zijn er ook grote verschillen in strijdbaarheid. Omdat de kapitalistische wetmatigheden van kapitaalaccumulatie, schaalvergroting, mechanisatie, automatisering en robotisering in vrijwel de hele wereld gelden, moeten verschillen in strijdbaarheid aan andere factoren worden toegeschreven. Die moeten worden gezocht in politiek-economische, sociale en cultuurhistorische verschillen in de ontwikkeling van de werkende bevolking in die landen: strijd en nederlaag tegen het fascisme, revolutie en contrarevolutie, criminalisering van vakbonden, enzovoort. En dan heb ik het nog niet over de arbeidersklasse in de (voormalig) gekoloniseerde delen van de wereld die in de productieketens zijn opgenomen!
We moeten vaststellen dat het Kapitaal erin is geslaagd de strijdbaarheid van de arbeidersklasse zeer effectief in te dammen door de dynamiek in de sociaaleconomische ontwikkeling naar zijn hand te zetten en de arbeidsklasse te verdelen. De problemen van de (internationale) vakbonden om een brede basis onder de werkers te behouden, eenheid te organiseren en solidariteit te creëren, laten dit onbarmhartig zien.
De arbeid in wereldomspannende productieketens wordt verricht door een arbeidersklasse met plaatselijk volledig verschillende arbeidsvoorwaarden. Dit maakt het moeilijk, maar niet onmogelijk (enkele voorbeelden van wereldomspannende solidariteit bestaan) de arbeidersklasse te verenigen op basis van alleen een 'reactief' vakbondsbewustzijn. Toch groeit wereldwijd de onvrede bij de werkende bevolking over machtsverhoudingen en de 'democratische' staatsvormen die de verhoudingen legitimeren en sanctioneren.
Wordt daarmee niet een voorwaarde gecreëerd voor de arbeidersklasse om te beseffen dat deze kapitalistische productieketens niet in belang van haar werken? Dat zij daaraan - ondanks robotisering nog steeds - de enige onmisbare bijdrage levert en zich daarin ook verder ontwikkelt. Maar in haar ontwikkeling geremd en misbruikt wordt door winstmaximalisatie. Daardoor is zij speelbal van de kapitalistische maatschappelijke anarchie. De huidige personeelstekorten in economische sectoren en tegelijkertijd personeelsinkrimpingen in andere sectoren zijn hiervan een voorbeeld. Kunnen deze ervaringen niet bijdragen aan het inzicht dat zij moet afrekenen met deze anarchie en om haar arbeid in dienst te stellen van een sociaaleconomische ontwikkeling die de bevolking dient?
Dit inzicht om arbeid niet te laten afhangen van private kapitaalaccumulatie, overstijgt het besef krachten te bundelen voor betere levens- en arbeidsvoorwaarden. Het vereist politiek inzicht dat niet uit de tegengestelde arbeids- en bezitsverhoudingen voortkomt. Wetenschappelijk inzicht is nodig in de wetmatigheden die het kapitalistische stelsel laten draaien. Dat prikkelt de ambitie om dat stelsel omver te werpen en de mogelijkheden van wereldwijde ongekend ontwikkelde productiekrachten aan te wenden voor de werkende bevolking zelf!
Dát klassenbewustzijn zal een belangrijke motor worden in de ontwikkeling van strijdbaarheid van de werkers op hun werkplek en in hun land. Om de algehele malaise te doorbreken en de strijdbaarheid voor hun belangen te koppelen aan een betere georganiseerde wereld.