
Jan Ilsink (1)
Op 5 februari 1996 onthulde De Volkskrant dat pensioenverzekeraars met een mediacampagne meer toegang wilden krijgen tot de lucratieve pensioenmarkt. Zij meenden dat de wettelijke verplichtstelling tot deelname aan een bedrijfspensioenfonds ten onrechte die markt voor hen afsluit. Het onderzoek lekte uit en verdween onder het tapijt. Het liet zien dat de 'arbeidsvoorwaarde pensioen' doelwit werd van het financiële kapitaal. Hier beknopt hoe daarna de inkapseling van het pensioen in het financiële, monetaire stelsel plaatsvond.
In de nota ''Werken aan zekerheid'' komt het kabinet Kok I (1996-1997) tegemoet aan de wensen van verzekeraars, omdat het aanvullend pensioen daarmee toekomst bestendiger zou worden. Deze politieke druk leidt in 1997 tot het ''Convenant over Arbeidspensioenen'', opgesteld door de Stichting van de Arbeid (STAR, werkgevers- en werknemersorganisaties). Hierin staan de eisen van vakbonden en werkgevers nog keurig op een rij zonder keuzes.
De politieke druk op het pensioenstelsel hield echter aan. Want in 2004 publiceerde De Nederlandse Bank (DNB) een rapport met een nieuwe berekeningstechniek, waarmee pensioenfondsen op de lange termijn aan hun verplichtingen kunnen voldoen. Daaruit leidt DNB het Financieel Toetsingskader (FTK) af. In datzelfde jaar fuseert de Pensioen- en Verzekeringskamer met DNB. Dan wordt het toezicht op de pensioenfondsen ondergebracht bij de nationale bank, een unicum in de wereld. De belangen van pensioendeelnemers worden zo ondergeschikt aan het nationaal financieel beleid.
De gevolgen werden snel duidelijk. In 2005 nam het kabinet Balkenende II het FTK over en twee jaar later werd de Pensioen- en Spaarfondsenwet omgezet in de Pensioenwet. Het FTK vervangt daarin de tot dan toegepaste vaste rekenrente van 4 procent. Met als gevolg dat de opbouw en uitkeringen van de pensioenen van de deelnemers na de bankencrisis van 2008 tot 2020 niet geïndexeerd worden. Wel verdubbelen in diezelfde periode de vermogens in de pensioenfondsen! De vakbonden blijven akelig stil over dit oppotten in de fondsen ten koste van indexatie van de pensioenopbouw en -uitkeringen!
In 2005 wordt denktank en kennisplatform NETSPAR (Network for Studies on Aging and Retirement) opgericht door 26 organisaties: 18 overheidsinstellingen, DNB, enige verzekeraars en banken en pensioenadministratiekantoren. Met honderden onderzoeksrapporten, adviezen en workshops plaveit NETSPAR de weg om de 'arbeidsvoorwaarde pensioen' verder te onderschikken aan financieel overheidsbeleid en tot een financieel product te maken. De vakbeweging houdt haar mond, terwijl twee vertegenwoordigers van de STAR in de stichtingsraad zitten en de FNV lid is van de Raad van Toezicht van NETSPAR!
De FNV gaat verder mee in de druk van NETSPAR, want op 4 juni 2010 presenteert de STAR een Pensioenakkoord. Daarin wordt ingestemd met de aanpassing van het stelsel aan de ontwikkelingen in de levensverwachting en financiële markten. Kortom, gaat mee met de verhoging van zowel de leeftijd van het pensioen als van de AOW, bovendien met de aanscherping van het FTK. Maar dit akkoord leidt tot grote verdeeldheid binnen de Federatie tussen de FNV-leiding en de grootste aangesloten bonden: AbvaKabo en Bondgenoten. Na toezeggingen van de betrokken minister over een vroegpensioen voor lagere inkomens en mensen met zwaardere beroepen, gaat de FNV-leiding toch akkoord. Met als gevolg een crisis in de FNV, want de twee grootste bonden blijven tegen. Met als gevolg dat voorzitter Agnes Jongerius aftreedt.
Han Noten (PvdA) en Herman Wijffels (CDA) worden om raad gevraagd. Zij stellen een fusie voor van de bij de FNV aangesloten bonden met een centrale aansturing. FNV wordt een 'merk' dat in bedrijfstakken opgesplitste sectoren overkoepelt. Een jaarlijkse feestdag, verkiezing vervulling vacatures hoofdbestuur, vervangt het congres. Vakbondsdemocratie moet plaatsmaken voor een centrale aansturing met 'parlementair toezicht'. Het beleid wordt voorbereid door (professionals van) de werkorganisatie en vastgesteld door een Ledenparlement zonder serieuze discussie in alle geledingen.
De (kader)leden laten zich niet inpakken in de centrale organisatiestructuur. Dat blijkt uit het pensioendossier. Terwijl achter de schermen het FNV-pensioenteam samenwerkt met werkgevers en het ministerie van Sociale Zaken aan een nieuw pensioenstelsel, werken leden in de vereniging FNV aan een pensioenvisie. Ze doen dat aan de hand van enquêteresultaten onder leden van de Sector Senioren. De nota ''Samen delen, een sterke keuze'', in 2016 vastgesteld door het Ledenparlement, pleit met overgrote steun voor handhaving en verbeteringen van het bestaande pensioenstelsel. De kloof tussen vereniging en bestuur/werkorganisatie wordt tijdelijk overbrugd met pensioenacties in 2018 en 2019. Dan hebben de onderhandelingen tussen kabinet en STAR een stadium bereikt, waarin de FNV haar eisen met een campagne wil ondersteunen.
Het actiecomité ''Red het Pensioenstelsel'' vervult daarin een belangrijke rol en wordt opgenomen in de FNV-structuur (inclusief vergaderfaciliteiten: ruimte en reiskosten). Op 28 mei 2019 is er een landelijke stakingsactie met de eisen:
1. geen verslechteringen,
2. op tijd kunnen stoppen,
3. een geïndexeerd pensioen,
4. iedereen toegang tot het stelsel.
Op 29 mei 2019 volgt een stakingsdag speciaal gerecht op een vroegpensioen voor zware beroepen.
Kort daarna in juni wordt een nieuw pensioenakkoord bereikt tussen kabinet, werkgevers en werknemers dat echter niets concreet regelt voor de campagne-eisen. Slechts de voorgenomen stijging van de pensioenleeftijd met drie maanden als de levensverwachting met drie maanden toeneemt, wordt teruggebracht naar een stijging van twee maanden (als de levensverwachting met drie maanden toeneemt). Dit vage akkoord wordt digitaal voorgelegd aan de leden van wie 75 procent instemt (deelname 37 procent).
Kennelijk een voldoende democratische rechtvaardiging voor voortzetting van de operatie die miljoenen (ex)werknemers treft. De FNV zet het actiecomité weer buiten de deur, omdat ze volgens de voorzitter haar oppositie niet gaat faciliteren. De vakbeweging ziet af van de 'arbeidsvoorwaarde pensioen': ze zwicht voor de eis van de werkgevers om alleen de premie op de cao-tafel te leggen (en niet welk pensioen dat oplevert: 80 procent middelloon, waarmee we ons levenspeil bij pensionering kunnen voortzetten). De werkgroepen van ministerie, vakbonden en werkgevers werken verder aan het wetsontwerp Wet Toekomst Pensioenen (WTP). Dat wordt niet meer aan de leden of het Ledenparlement voorgelegd. De FNV wordt zelfs prominent pleitbezorger van de nieuwe WTP.
Deze wet krijgt op de laatste zittingsdag van de Eerste Kamer op 30 mei 2023 de instemming van een meerderheid. Pensioenfondsen bereiden zich voor op de overgang naar het nieuwe stelsel, terwijl adviescolleges, deskundigen en prominenten daarbij grote problemen voorzien.
Centrale aansturing met 'parlementair toezicht' zal de democratie verder uithollen en de kloof tussen leden en (werk)organisatie verder vergroten.
Tot slot, het ledenverloop zal alleen worden gestopt met een radicaal herstel van de vakbondsdemocratie. Inhoudelijke eisen daarbij vanuit de pensioenbelangen van de leden zouden gesteld moeten worden, voordat de pensioenpotten worden verdeeld over de deelnemers:
* pensioenopbouw van alle werkenden en uitkeringen van gepensioneerden structureel verhogen met de niet uitgevoerde indexaties in de periode 2008-2020,
* gepensioneerden ontvangen met terugwerkende kracht alsnog de misgelopen indexaties in de periode 2008-2020,
* de FNV dwingt met vakbondsmacht een vroegpensioen regeling voor zwaar werk af.
(1)Veel goede informatie is te vinden op de website van pensioenbelangen.