Solidariteit - Commentaar 503 - 14 01 2024

Perspectieven vakbeweging

Jan Ilsink/Cor Minnaard

In Commentaar 502 (31 december 2023) gaat Sjaak van de Velden in op de perspectieven van de vakbeweging:Waarheen met de vakbeweging? Hij spreekt over verschillende ontwikkelingen die de vakbeweging negatief raken, overigens zonder daaraan conclusies te verbinden.

Samengevat: niet-leden liften mee op het succes van de vakbond - ledenverlies mede ontstaan door toename pulpbanen - onvoldoende antwoord op ideologische anti-vakbondsgolf - kloof tussen vakbondsbestuurders en leden - bedrijvenwerk de nek om gedraaid - bestuurders te gericht op 'polderen' - arbeiders hebben het goed waardoor lidmaatschap vakbond minder relevant is - vakbeweging ingekapseld in kapitalistisch stelsel door beleggingen in vastgoed en aandelen - mist ambitie voor maatschappijverandering en is een cao-fabriek geworden. Sjaak komt vervolgens tot de verzuchting dat voor de vakbond de functie van waakhond is weggelegd om zo nodig de scherpe kantjes af te schaven van de kapitalistische samenleving. Hij brengt het kapitalisme wel in verband met de vakbeweging, maar gaat daar niet verder op in. Het gevolg is dat een historische begrip van het fenomeen 'kapitalisme en vakbeweging' onbesproken blijft en daardoor raken essentiële ontwikkelingen en perspectieven voor de vakbeweging buiten beeld.

Industriële productie en klassen

De industriële productie heeft vanaf de negentiende eeuw de maatschappij grofweg opgedeeld in twee bevolkingsgroepen, klassen:
* Zij die de productiemiddelen bezitten en inzetten voor productie vanuit een verdienmodel.
* Zij die de productiemiddelen bedienen (in de ruimste zin van het woord: dus niet alleen met fysieke, maar ook met intellectuele arbeidskracht), aangevuld met degenen die de industriële productie faciliteren (met regelgeving enzovoort) en die daarvoor loon ontvangen.

Tussen deze klassen bestaan fundamentele verschillen in belangen.

Voor de bezitters van de productiemiddelen (grootaandeelhouders en hun vertegenwoordigers) staat de winst centraal. Daarbij zijn de loonsom van de ingehuurde arbeidskracht en de faciliterende voorzieningen een kostenpost.

Voor de bezitlozen die met hun arbeidskracht de productiemiddelen bedienen of ondersteunen, staat niet alleen het inkomen centraal, waarmee zij in hun bestaan kunnen voorzien. Zij hebben ook belang bij arbeidsvoorwaarden die de kwaliteit van hun leven bepalen: lengte arbeidsdag, vakantie, gezondheid, scholingsfaciliteiten, type arbeid, pensioenvoorziening, enzovoort). Zij beschikken niet over de zeggenschap over doel en toepassing van de vruchten van hun arbeid - zijn daarvan vervreemd. Doel en toepassing van hun arbeidskracht worden bepaald door de eigenaren van de productiemiddelen die zich laten leiden door winstverwachtingen, niet door het planmatig voldoen aan de behoeften van de bevolking.

Essentiële ontwikkelingen

De kapitalistenklasse en de arbeidersklasse ontwikkelen zich naarmate de productiemiddelen evolueren door technologische innovaties, beschikbaarheid grondstoffen, transportsystemen, militaire toe-eigening bodemschatten, politiek, enzovoort. En hoe de kapitalistische productiewijze zich over de aardbol verspreidt op zoek naar maximalisatie van de winst.

Al deze ontwikkelingen hebben invloed op de samenstelling van de arbeidersklasse. Ze is werkzaam in de productie en ondersteunende dienstverlening met uiteenlopende stadia van innovatie en daardoor verschillende opleidingsniveaus en arbeidsvoorwaarden en daarmee ogenschijnlijk uiteenlopende belangen. Deze worden uiteraard ingezet in de ideologische strijd om verdeeldheid te zaaien binnen de arbeidersklasse.

Dit geldt ook voor de wereldwijde arbeidsmigratie als gevolg van obstructie van lokale economische opbouw door destabilisering van politieke systemen door, of vanwege, multinationals om ongeremde roof van bodemschatten mogelijk te maken. De stroom van zogenoemde arbeidsmigranten of economische vluchtelingen naar de relatief welvarende kapitalistische landen wordt door de bourgeoisie aangegrepen om verdeeldheid binnen de arbeidersklasse te zaaien. Daarmee wordt de solidariteit binnen de arbeidersklasse ondermijnt.

Vakbond

Uit de menselijke eigenschap tot belangenbehartiging en solidariteit, ontstaan vakbonden. Zij organiseren de zich vormende arbeidersklasse om gezamenlijk voor haar belang op te komen. De vakbond komt voort uit de objectieve belangentegenstelling tussen de arbeidersklasse en de kapitalisten. De vakbond onderhandelt met de ondernemers(organisatie) over arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden van alle werkers bij een bedrijf of bedrijfstak.

Dit betekent dat de vakbond zich ontwikkelt met de evolutie van de productie(middelen), waardoor immers ook de voorwaarden en omstandigheden veranderen. Bijvoorbeeld: invoering in de productie van mechanisatie, automatisering, robotisering en zeer recent kunstmatige intelligentie die een hogere productiviteit en kostenbesparing opleveren waardoor een hoger loon mogelijk is.

Vakbondsmacht

Van doorslaggevend belang voor een vakbond is dat hij eisen kan afdwingen met vakbondsmacht zoals een staking. En, indien nodig met wereldomspannende solidariteitsacties, zoals de werkers in de haven laten zien! De (vaak) enorme belangen die op het spel staan, betekenen dat vakbonden doelwit zijn van beïnvloeding door ondernemers om eisen te matigen en de inzet van vakbondsmacht te voorkomen. De suggestie dat ondernemers 'werkgevers' en arbeiders 'werknemers' zouden zijn en hun organisaties 'sociale partners', passen in de ideologie om de vakbeweging te temmen.

In strijdbare vakbonden zijn strategie en tactiek van groot belang om resultaten binnen te halen uit het spanningsveld tussen verontwaardiging en strijdwil van (kader)leden op de werkvloer èn de onderhandelingstafel. Gezien de onoplosbare belangentegenstelling tussen kapitaal en arbeid zal elk resultaat in de dynamiek van de klassenstrijd, zoals een cao, slechts een tijdelijk 'vredesbestand' betekenen. Dit inzicht is van cruciaal belang voor de strategie en tactiek op de korte en lange termijn!

Vakbondsdemocratie

Voorwaarde voor de inzet van vakbondsmacht is vakbondsdemocratie. Want succes hangt af van de strijdwil van werknemers en die wordt vooral bereikt door:
- discussie onder werknemers over de noodzaak van de eisen en besluitvorming over de concrete formulering ervan, en
- discussie en besluitvorming door alle actievoerende werknemers over de bereikte strijdresultaten.

Hier schiet helaas de vakbondspraktijk tekort. Onderhandelingsresultaten worden vaak zonder discussie digitaal aan alle leden voorgelegd. Dus zonder degenen die actie hebben gevoerd, de gelegenheid te geven over de resultaten te discussiëren alvorens besluiten te nemen. Een volgende keer zullen deze leden moeilijker te mobiliseren zijn! De tegenstellingen tussen de beide klassen manifesteert zich ook binnen de vakbeweging: in de samenhang van twee strijdterreinen: confrontatie en onderhandelingen.

Tussentijdse conclusie

In de voorgaande benadering heeft de vakbond - in ieder geval - bestaansrecht zolang de kapitalistische productiewijze bestaat! De vakbond moet dan wel oog hebben voor en zich willen aanpassen aan de genoemde veranderingen in de productiewijze in de wereldomspannende netwerken met eveneens wereldomspannende arbeidsmigratie! De vakbond is een belangrijke leerschool voor de arbeidersklasse.
Onderhandelingen over arbeidsvoorwaarden tonen hoe het kapitalisme werkt, welke trukendozen worden ingezet en dat slechts tijdelijk successen zijn te boeken. Voor duurzame resultaten is verandering van het stelsel nodig. De vakbond leert tevens onvermijdelijk zelf besmet te zijn met kapitalistische ideologie, dat wordt vooral zichtbaar in de vakbondsleiding die opgenomen is 'in de polder'!

De voortgaande productiewijze vereist een steeds hoger opleidingsniveau waardoor objectieve voorwaarden voor de arbeiders ontstaan om invloed te eisen op het doel en de toepassing van hun fysieke en intellectuele arbeidskracht. Bij milieuvraagstukken, veroorzaakt door industriële productie, is dit al aan de orde!

Praktijk FNV

De huidige FNV is vooral een resultaat van het pensioenconflict in 2010. Dat leidde tot een fusie van daarvóór zelfstandige, maar in de FNV gefedereerde, bonden. Architecten en uitvoerders van deze fusie waren Herman Wijffels (ex Rabobank en Wereldbank), Han Noten (ex PvdA-burgemeester) en Jetta Kleinsma (ex PvdA-staatssecretaris). Hun product kan kort samengevat worden als een 'Nijenrode vakbond'. Een vakorganisatie die vooral ingericht is naar het sociale partnerschap, waarin de invloed van leden is teruggebracht tot een vereniging met een 'parlementaire democratie'. Te weten: een ledenparlement (opereert feitelijk als een 'klantenpanel'), sectorraden en sectorbesturen (onbestuurbaar, omdat elk een mandaat van de kiezer heeft die veelal digitaal, zonder fysieke verkiezingsconferenties, worden verkozen.

Alle ondersteunende, betaalde krachten van de FNV zijn ondergebracht in een hiërarchische werkorganisatie die wordt aangestuurd door een directeur. Directe invloed van kaderleden op hun 'professionele' ondersteuning is daarmee ondergeschikt aan een ambtelijke hiërarchie. Het is dan ook dat enkele bonden niet wilden 'opgaan' in dit gedrocht, maar zich als zelfstandige vakorganisatie aansloten.

Toekomst van FNV

Dit misbaksel kan niettemin de functie van belangenbehartiger vervullen in een 'cao-fabriek'. Want in bedrijfstakken waar een vakbondsmilieu is opgebouwd met actieve (kader)leden worden, dikwijls na actie(dreiging), goede resultaten geboekt. Soms door jarenlange vakbondstraditie, soms door ontwikkelde activiteiten met 'organizers'.

Zolang het kapitalisme bestaat, heeft de vakbond een toekomst in de collectieve en individuele belangenbehartiging. De bond staat daarin voor de taak de complexe samenstelling van de arbeidersklasse, allen die met verkoop van arbeidskracht in hun levensonderhoud voorzien, te onderkennen en te analyseren met welke eisen die kunnen worden verenigd. De bond moet daarbij het middel 'arbeidsmacht' koesteren en daartoe vakbondsdemocratie optimaliseren. De bond moet daarbij aansluiten bij de gevolgen voor de belangen van de werkers van ontwikkelingen op de werkvloer. veroorzaakt door de inherente zucht naar winstmaximalisatie van het bedrijf waar zij te werk zijn gesteld.

Strijdbare vakbond

Een strijdbare vakbond wordt niet beknot door het meeliften van niet-leden, evenmin door een ideologische anti-vakbondsgolf. Zo'n bond zal pulpbanen effectief kunnen bestrijden en een einde maken aan een 'Nijenrode poldervakbond' en de kloof tussen leden en bestuurders. Een strijdbare vakbond zal kapitalistische verlokkingen ontmaskeren en zich versterken. En zijn strategie en tactiek inrichten op het binnenhalen van tijdelijke cao-successen als stappen in de ambitie voor maatschappijverandering.

Een strijdbare vakbond zal de ontwikkeling van het kapitalisme en de dynamiek in de productiewijze volgen. Deze analyseren en op basis daarvan gericht leden werven bij nieuwe en lokaal gebonden economische sectoren en op zoek gaan naar bondgenoten in de belangenstrijd van haar leden vanuit het besef: Als uw machtige arm het wil, staat heel het raderwerk stil!

S symbool
Stempel Solidariteit blijft