welkom
commentaren
Solidariteit

Commentaar nr. 62 - 4 maart 2007

Op naar een 'dialectische eruptie'

Sjarrel Massop

Zo'n mooie term als "dialectische eruptie" zou ik zelf willen bedenken. Maar eerlijk is eerlijk, hij is van Herman Pleij in zijn karakterisering van de opkomst van Pim Fortuyn. Pleij was gast bij een uitzending van Pauw en Witteman die zijn uitspraak helaas lieten lopen. Ik wil de handschoen wel oppakken en loop drie vragen langs. Wat is dialectiek? Welke dialectische processen spelen rond Balkenende IV? Waarom zijn de Nederlandse media niet bereid of in staat de uitgestoken hand van Pleij aan te nemen?

Dialectiek is een denkwijze waarin onafhankelijk van elkaar ontwikkelende visies over een bepaalde situatie in conflict komen (these/antithese) en een nieuwe visie voortbrengen die het in zich heeft die situatie ingrijpend te veranderen (synthese). Een dialectische eruptie is dan een uitbarsting van maatschappelijke ontwikkelingen op basis van aangezette tegenstellingen. Volgens Pleij heeft Fortuyn de sociale verhoudingen op scherp gezet om zo een maatschappelijk proces te versnellen.

Dialectiek

Er zijn twee vormen van dialectiek. De ideologische vorm van de Duitse filosoof Hegel die uitgaat van ontwikkelingen die voortvloeien uit tegenstellingen in het denken. Marx heeft daarop voortgeborduurd en het dialectisch materialisme ontworpen. Deze tweede vorm stelt dat maatschappelijke ontwikkelingen voortkomen uit tegenstellingen die gebaseerd zijn op eigendomsverhoudingen en dan vooral die van de productiemiddelen. Zo ontstaan klassentegenstellingen tussen bezitters van productiemiddelen, de kapitalisten, en de groepen van mensen die voor hun levensonderhoud slechts over het vermogen beschikken arbeid te verrichten, de arbeidersklasse.

Conservatief en sociaal

De ideologische grondslag van de paarse kabinetten en die van Balkenende I tot en met III wordt gevormd door het neoliberalisme. Een sociaal-economische stroming die, volgens mij, op zijn retour is. De vrije markt is immers tegen zijn grenzen opgelopen. Duidelijk is geworden dat 'de markt' geen antwoord heeft op ernstige maatschappelijke vraagstukken. De energiebedrijven functioneren slecht, de privatisering van het openbaar vervoer is internationaal geen succes, de opwarming van de aarde is ongrijpbaar voor de medicijnen van de markt.
In de verkiezingsstrijd was de achteruitgang van de sociale samenhang in de samenleving één van de belangrijkste thema's. De verzorgingsstaat is afgebroken door neoliberale maatregelen, een project van de bourgeoisie dat nagenoeg voltooid is. Maar veel sociale problemen (integratie, achterstandswijken) zijn niet opgelost en nog grotere problemen (energiecrisis, milieuschade) zijn aan de orde van de dag. Ik bespeur als reactie op het falen van de markt een reactionaire, conservatieve tendens. Zie bijvoorbeeld de groeiende populariteit van (fundamentalistische) religieuze stromingen. Het kabinet Balkenende IV verdient dan ook het stempel 'sociaalconservatief'.

Het beroep op de individuele verantwoordelijkheid van de burger - kenmerk van het neoliberalisme - heeft tot grote sociale ontwrichting en ongelijkheid geleid. Balkenende IV (PvdA: 'het moet socialer') wil daarin, gezien het motto "Samen werken, samen leven", verandering brengen. De vraag is nu: hoe verhoudt het 'sociale' zich tot het 'conservatieve' en bevat die verhouding in het kabinet een ideologische tegenstelling? Bijvoorbeeld tussen de gelovigen van de Christenunie en het CDA en een aantal atheïsten als Plasterk van de PvdA. Of tussen de behoudzuchtige Donner en de progressieve Aboutaleb? Ook op het terrein van de buitenlandse politiek zullen de verhoudingen schuren, neem Verhagen (buitenlandse zaken) als loyalist en Koenders (ontwikkelingssamenwerking) als scepticus ten opzichte van de Verenigde Staten. Kortom, aardig wat ideologische strijdigheid die beslist verrassingen in petto heeft.

Socialistische inspiratie

En de oppositie? Rutte formuleert als oppositieleider van rechts een scherpe ideologische visie. Daarbij valt hij terug op de individuele vrijheid en eigen verantwoordelijkheid van de burger die hij stelt tegenover de betutteling door de overheid. Zijn antithese ten opzichte van het kabinet bevat een dialectisch karakter, maar lijkt vooralsnog onvoldoende krachtig om nieuwe ontwikkelingen op te roepen.
Marijnissen als andere oppositieleider zou ik willen aansporen het socialistisch erfgoed eer aan te doen. Dan gaat het om de krachtsverhoudingen tussen kapitaal en arbeid. Een werkelijk socialer beleid vereist minder marktwerking in vooral de zorg, de energievoorziening en het openbaar vervoer. Om mee te beginnen. Aan de slag, er is veel te doen. De ruimtelijke ordening in Nederland is verloederd, doordat private projectontwikkelaars hun gang konden gaan. Het milieuvraagstuk kan niet worden aangepakt met nog meer economische groei. Recent onderzoek in de Verenigde Staten heeft aangetoond dat na acht jaar Bush de tegenstellingen tussen arm en rijk zijn toegenomen en dat er sprake is van een ernstige verpaupering van grote delen van de Amerikaanse bevolking. Nederlandse gegevens wijzen in dezelfde richting. Zal de SP zich laten inspireren door de beginselen van het dialectisch materialisme en de PvdA opjutten tot een echte sociale koers?

Tegengeluid

Over de opiniemakende media ben ik bezorgd. Ik volg de laatste tijd het praatprogramma van Pauw en Witteman dat op politiek gebied een aanfluiting is. Bij de commerciële stations heerst al het populisme, de publieke zouden zich aan dit vullis moeten onttrekken. Interessante discussies worden afgekapt, boeiende gasten krijgen volstrekt verkeerde vragen, onderwerpen worden aaneengeregen door quasi ludieke intermezzo's.
Op een boeiende gast als Herman Pleij wordt lauw gereageerd, zeker als hij met zijn 'dialectische eruptie' een prachtige aanzet geeft tot een boeiend debat. Ronald Plasterk, de nieuwe minister van onder andere onderwijs, wordt niet gevraagd naar zijn standpunt over kenniseconomie of het 'nieuwe leren', maar moet verantwoording afleggen over een spijbeldag van zijn kind. Ahmed Aboutaleb krijgt geen vragen over zijn visie op 'sociale zaken' en moet zich verantwoorden over een non-issue als zijn dubbele nationaliteit. Jacqueline Cramer, kersverse minister van milieu, wordt bevraagd over haar activistisch verleden, ernstige kwesties als leefbaarheid en ruimtelijke ordening komen echter niet aan bod. De 'zapservice' van de twee heren is vaak aanleiding even weg te zappen, het 'schaduwkabinet' is een triest soort entertainment.
Tegen een dergelijke journalistiek is een fel protest op zijn plaats, een tegengeluid, een roep om politieke kritiek: een dialectische eruptie.

Klik hier