Commentaar 84 - 6 januari 2008
Het leven en de recordjacht
Hans Boot
Het warmste jaar. De populairste politicus. De rijkste Nederlander. De schoonste stad. De goedkoopste verzekering. De veiligste cosmetische ingreep. De machtigste vrouw. De meeste pinbetalingen. De hoogste lottoprijs. Het lucratiefste aandeel. De grootste stijging. De snelste daling. De overtreffende trap.
Niks bijzonders. Want wie is niet onderwezen in de hoogste berg of diepste zee, is niet opgegroeid met prestatievergelijking en prijsuitreiking en is niet onderworpen aan selecteur en beoordelaar? En de consumentenbond is ook heel nuttig, het beste is immers niet goed genoeg.
Of suggereren de superlatieven en het opnieuw gebroken record een voortdurende progressie, heeft meten definitief de plaats ingenomen van weten en is kwaliteit alleen nog in kwantiteit uit te drukken? Wen er maar aan, niet alleen file rijden is topsport, het hele leven!
Sportgala en showbizz
Zonder bespiegelingen te houden over de menselijke natuur, kan gesteld worden dat haar maatschappelijk karakter onbetwist is. In een maatschappij die al tijden gedragen wordt door winstbejag en concurrentie, zal dan ook de authentieke menselijke behoefte aan 'omgevingscontrole' gepaard gaan met wedijver, met competitie. Een sociaal fenomeen dat alle ruimte krijgt in het huidige tijdperk van afnemende georganiseerde solidariteit en toenemende commercialisering van menselijke activiteiten. Daarin is onderlinge wedijver 'natuurlijk', vanzelfsprekend en normgevend. Een oorlog van allen tegen allen is echter ongewenst. Wetten, regels en afspraken trachten die te voorkomen, treden regulerend op en zorgen bij voorkeur voor een vreedzame exploitatie van een 'gezonde rivaliteit'.
De (top)sport functioneert hierbij graag als voorbeeld, als metafoor. We missen voor open doel, bevinden ons in een spagaat, zien af, zitten op de bank, zetten iemand vol in de wind en gaan er met gestrekt been in. (Even een primeur er tussendoor. Zoals zijn voorganger Van Agt flirtte met Zoetemelk, profiteert ook Balkenende van de uitstraling van de sport door zich persoonlijk verantwoordelijk te stellen voor de tweepunter bij korfbal.)
Mede door de taalinburgering doordringen de werelden van de sport(gala's) en de showbizz elkaar zonder veel moeite en wisselen ze de glamour, competitie en deelnemers uit. De verschillende rondes naar de finale, het linker en het rechter rijtje keren soepeltjes terug bij Idols, dansende sterren en gouden kooi. De één moet het hebben van de toeschouwersaantallen, de ander van de kijkcijfers en soms vallen ze samen (bij een begrafenis van een wederzijdse held bijvoorbeeld). En ook hier tekenen de records voor het succes dat door de media wordt opgediend als onmisbaar, brekend en al het voorgaande overtreffend nieuws.
Meetcultus
Zoals de sportwereld bemiddelt tussen wedijver, commercie en superlatief, maakt de recordregen van sterker/sneller/hoger deel uit van de meetcultus die kwaliteit verduistert ten gunste van kwantiteit. Vragen naar reden en achtergrond worden niet gesteld en de percentages bevatten de antwoorden niet. Naar het hoe en waarom blijft het gissen. De scholieren hadden dat in hun acties van november vorig jaar door en toonden zich met de leuze "Kwaliteit boven Kwantiteit" ware leermeesters.
Behalve dat meten pas weten is, wanneer de steekproef, de vragen en overige gegevens vermeld worden en in een ordentelijke context geplaatst, vergt de regelmatige cijferstortvloed een hoge graad van argwaan. Een illustratie. Het lid van de Tweede Kamer voor de SGP, Van der Vlies, werd in een door de NOS georganiseerde verkiezing 'politicus van het jaar' (2007). Hij kreeg 11 en Wilders 10 procent van de stemmen. Wie waren dat buiten de SGP-jongeren die een speciale campagne voor hun Roerganger hadden gevoerd? En waarom ging Wilders in de media met de zege aan de haal? In een verkiezing door de parlementaire pers, waaraan slechts een minderheid - welke? - deelnam, scoorde hij na Verdonk 10 procent. Het zal een kwestie van aankruisen geweest zijn, misschien wel met een keuze uit vier, want van inhoudelijke overwegingen is niets bekend geworden.
Volgens Balkenende, Schnabel en Rinnooy Kan dienen we een nieuw optimisme te koesteren. Gegeven het 'gemeten' geluksgevoel van 85 procent, zullen we wel snel het record van 90 moeten halen. Binnen een jaar …
|