Over de globale, financiële crisis en Israël
Hier kan het niet gebeuren
Yacov Ben Efrat1
(vertaling Jan Taat)
De kredietmarkten zijn op wereldschaal verziekt, een situatie die zich nog niet eerder heeft voorgedaan in het kapitalistische tijdperk. En hoe staat het in Tel Aviv? De leiders van de Israëlische economie sussen het publiek: onze banken zijn niet zo getroffen als die in de Verenigde Staten (VS). Maar zal de crisis aan ons voorbijgaan?
Het is waar dat de VS uniek zijn in het creëren van een industrie op basis van financiële speculatie. Maar in de tijd van 'global village' worden de afstanden kort. Wall Street bepaalt de beweging van haar Israëlische equivalent Ahad Ha'am (wat ironisch genoeg "één van het volk" betekent). De Israëlische economie is afhankelijk van die van de VS, maar haar immuunsysteem is veel zwakker.
De afhankelijkheid van de VS is niet alleen economisch, maar ook ideologisch. In de jaren tachtig verliet Israël de vermolmde zionistisch-socialistische kribbe. De nieuwe ideologie was echter ouder en had twee wereldoorlogen en het fascisme veroorzaakt. Dat is het kapitalisme, gepimpt in een nieuw jasje: geglobaliseerd en gecomputeriseerd. Net zoals het Rusland van na de Sovjet Unie, heeft Israël zichzelf geprivatiseerd. De coöperatieve economie is voor een appel en een ei verkocht aan een groepje magnaten die in alle landen en religies omhoog kwamen schieten. Tot de huidige crisis bestuurden zij de economie.
Kredietwaardigheid
Om geld te verdienen heb je geld nodig, liefst een ruim krediet tegen een lage rente. Om geld te lenen van de grote banken moeten staten toelatingsexamens doen. Kredietwaardigheidsbureaus houden de examens bij en worden verondersteld ervoor te zorgen dat de leningen worden afgelost en dat de investeringen een hoog rendement hebben.
Het kredietwaardigheidsexamen is eenvoudig. Je moet voldoen aan de monetaire regels die Washington dicteert: verminder het overheidsbudget, verminder de sociale bijstand aan de armen, wees royaal voor de rijken. Het economische systeem moet zoveel mogelijk privatisering mogelijk maken. Het moet bestand zijn tegen eisen van de vakbonden en de buitenlandse investeerders geen strobreed in de weg leggen.
Tweedeling
Israël accepteerde deze regels en slachtofferde haar bevolking op het altaar van de kredietwaardigheid. Ze importeerde zelfs Stanley Fisher - een Amerikaanse expert, bekend omdat hij zo'n beetje aan de hele wereld de neoliberale economie oplegde - om haar centrale bank te leiden. De resultaten waren snel voelbaar. Buitenlandse investeerders kochten alle Israëlische speeltjes op waar ze maar bij konden: hightech bedrijven, vastgoedprojecten en fabrieken. Volgens de algemene statistieken bloeide het land op, maar het werd ook in tweeën verdeeld. Aan één kant stond een kleine groep met een miljoeneninkomen, aan de andere kant een ongeorganiseerd arbeidersleger met een minimumloon, een leven rond of onder de armoedegrens en zonder werkzekerheid.
De kapitaalstromen waren ook niet eenzijdig. Niet alleen investeerden buitenlanders in Israël, ook een enorme stroom geld vloeide weg. Het was van de nieuwe magnaten en betaald met leningen van lokale banken. Israëlische bedrijven waren niet geïnteresseerd in Ahad Ha'am. Ze wilden geld verdienen in Wall Street en bonden ons aan de globale economie. Onze banken konden de verleiding evenmin weerstaan. Ze kochten ongedekte waardepapieren van Bear Stearns, Lehmann en andere en leenden onze nieuwe magnaten enorme bedragen voor wereldwijde onroerendgoedspeculaties. Het totaal bedrag van deze leningen is dertig maal het eigen vermogen van de kredietnemers. Nu de zeepbel barst en de aandelen van de magnaten kelderen, beginnen de banken zich zorgen te maken over hun leningen.
Afrekening
Ondanks de sussende woorden van het ministerie van financiën is het waarschijnlijk dat de kredietstop ook een einde maakt aan de buitenlandse investeringen. Zonder krediet kunnen de investeerders geen kansen benutten, hoe aantrekkelijk ze er ook uitzien. De Israëlische maatschappij heeft een hoge prijs betaald voor de goedkope leningen waarvan de investeerders hebben genoten. De regering heeft bewust armoede laten ontstaan en de armen voorgespiegeld dat de rijkdom op den duur naar beneden zou doorsijpelen. In plaats daarvan is de situatie uit de hand gelopen en staat de maatschappij aan de rand van de afgrond.
Daarbij komt ook nog dat de Israëlische economie sterk afhankelijk is van de export naar Europa en de VS die een recessie verwachten. Als we alle factoren in ogenschouw nemen - de knip in de investeringen uit het buitenland, de val van de magnaten en de globale recessie - is er helemaal geen reden om gesust te zijn. Werkloosheid staat voor de deur en de eersten die daardoor worden geraakt zijn niet de profiteurs van de verradelijke bloei. De VS zijn inderdaad het epicentrum, maar de golven zullen Israël treffen.
Alternatief
De naderende schokgolf dwingt de Israëlische maatschappij zich te bezinnen op haar grondslag. Grote vragen zullen opdoemen, niet alleen over het zionisme en sociale solidariteit, maar ook over het conflict met de Arabieren.
De crisis van het kapitalisme, zoals Karl Marx die voorzag, gaat aan niemand voorbij. De lage olieprijzen zullen de regimes van Moskou tot Saudi Arabië opporren. Het Midden-Oosten zal van gedaante veranderen. Maar de crisis legt ook de basis voor een nieuwe protestbeweging op wereldschaal. Solidariteit tussen de onderdrukten kan het religieuze fundamentalisme vervangen. Die solidariteit is het enige alternatief voor nationalisme en fascisme. De Israëlische maatschappij moet kiezen: doet ze mee met deze nieuwe wereld of blijft ze steken in het moeras van afwijzing en isolatie.
1 Oorspronkelijk gepubliceerd in Challenge, update 7 november 2008, www.challenge-mag.com/en/article__225
(terug)
|