China's race naar status van economische Supermacht
Mensenrechten en economische orde
Edward Burtynsky (ingeleid door Sjarrel Massop)
De Drie Kloven Dam is naast de prestigieuze Olympische Spelen de treffendste illustratie van de ontwikkelingen in het huidige China. Woorden schieten tekort besefte de Canadese fotograaf Edward Burtynsky, toen hij de situatie in China aanschouwde en een serie indrukwekkende foto's maakte. Eind 2007 stelde de gemeente Helmond meer dan zeventig afdrukken op groot formaat tentoon. In dezelfde tijd draaide in diverse filmhuizen de documentaire "Manufactured Landscape" over het werk en de werkwijze van deze fotograaf.
Met vrienden heb ik er een weekend aan besteed om actueel China op me te laten inwerken, een enorme ontluistering was het resultaat. Het domme geneuzel van de Westerse media over de vermeende schending van de mensenrechten, ik wil het niet bagatelliseren, komt door deze beelden wel in een geheel ander daglicht te staan. In één klap wordt duidelijk dat wij met de Westerse welvaart ons volledig lijken over te geven aan de Chinese industrie en er in een hoog tempo afhankelijk van worden. Westerse, burgerlijke politici en media hebben veel ethische en morele verwijten over de mensenrechten, maar economische consequenties worden daaraan niet verbonden. Dat is hypocriet, daarmee heeft het Westen boter op zijn hoofd. Want ons welvaartspeil is mede te danken aan de achterlijke arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden in China.
Hoe cynisch is het dat onder leiding van een zich communistisch noemende partij, zo'n barbaars kapitalisme opkomt. Wanneer wordt het Westen wakker en komt het tot het besef dat slechts een andere economische orde kan leiden tot mensenrechten, democratie en vrijheid van meningsuiting. China wordt het vuilnisvat van het Westerse consumentisme, met goedkope arbeid wordt het grootste gedeelte van onze consumptie geproduceerd. Eens te meer is me duidelijk dat een morele veroordeling van de Chinese politiek niet losstaat van het niets ontziende kapitalistische systeem dat in het Westen zo gepropageerd en nu in China gepraktiseerd wordt.
Burtynsky onthoudt zich van politiek commentaar en laat de beelden, zijn foto's, spreken. Ze zijn te zien op www.edwardburtynsky.com; hier een kleine selectie, plus de vertaalde toelichting van de fotograaf.
De Drie Kloven Dam
De Drie Kloven Dam is de grootste en krachtigste hydro-elektrische dam ter wereld. Gesitueerd in de Yangtze Rivier, verspreid over de provincies Hubei en Sichuan, strekt de dam zich uit over een breedte van twee kilometer (vijf keer zo breed als de Amerikaanse Hooverdam) met een hoogte van 185 meter. De voltooiing zal resulteren in een meer van bijna 600 kilometer lengte. De constructie die begon in 1993, is 2009 gereed gepland. De primaire functies zijn: elektriciteitsverschaffing, controle op de overstromingen en de voorziening van de binnenvaart. In vol bedrijf zal deze dam 18.200 megawatt elektriciteit genereren met 26 turbines; vergelijkbaar met de output van ongeveer zestien kerncentrales. Het investeringsbudget is bijna 25 miljard (Amerikaanse dollars), maar sommige experts zeggen dat de kosten kunnen oplopen tot 75 miljard.
Plannen om de Yangtze in te dammen, bestaan al meer dan honderd jaar. Sunyatsen, de Vader van de Revolutie, wordt vaak genoemd als één van de voorstanders, maar de oorspronkelijke plannen kwamen pas op de plank na ongewenste politieke en economische ontwikkelingen. De beslissing viel 3 april 1992, toen het zevende Nationale Volkscongres zijn goedkeuring gaf. Voormalig premier Lipeng die sterke banden had met de energie-industrie, was de grote kampioen van het project.
Het bouwen van megadammen in de 21ste eeuw stuit op wereldwijde kritiek en staat centraal in een groeiend debat. Om plaats te maken voor de Drie Kloven Dam moeten meer dan één miljoen mensen verhuizen en hun leefomgeving verlaten. Het is de grootste evacuatie in vredestijd in de gehele geschiedenis. Vruchtbare agrarische grond en belangrijke cultuurhistorische plekken zullen onder water gezet worden door een enorm reservoir. In 2009 zullen 13 grote en 140 kleinere steden en meer dan 1.300 dorpen, samen met 1.600 fabrieken en mijnen en een onbekend aantal boerderijen onder de oppervlakte verdwenen zijn. Precieze, kwantitatieve informatie over de herhuisvesting van mensen is moeilijk te krijgen, omdat de Chinese overheid het vaak oneens is met onafhankelijke rapportages.
|
De woon- en werkomgeving wordt gesloopt om plaats te maken voor water
|
De grote overwinnaars in deze massale onderneming zijn de mensen die hun levensstandaard hebben weten te verbeteren en profiteren van nieuwe huisvesting en maatschappelijke kansen. De Chinese industrie, hongerig naar elektriciteit, wint ook. Echter, velen krijgen op de korte termijn te maken met slechte leefomstandigheden. Zo verliezen boerenfamilies veel als hun voorouderlijke grond verdwijnt, vaak zonder voldoende compensatie. Boeren die verplaatst worden naar percelen hoger in de heuvels worden geconfronteerd met het vooruitzicht van arme grond, hoge vlaktes en erosie. Verder hebben plannen die bedoeld zijn om boeren te integreren in stedelijke economieën, een zeer beperkt succes. Achteruitgang van het milieu, oplopende kosten en schoffering van de mensenrechten zijn de hoofdthema's van projecten als deze megadam. Deskundigen vinden dat een serie kleinere dammen een effectievere strategie mogelijk maakt om waterstromen te kunnen beheersen. Maar inmiddels is de Drie Kloven Dam een bron van intense nationale trots en een prestigeobject voor de overheid om de wereld te laten zien tot welke formidabele prestaties het moderne China in staat is.
Industrialisatie
In de zuidelijke provincie Guangdong kan men uren rijden langs snelwegen die een ononderbroken landschap tonen van fabrieken en monotone rijen flats waar arbeiders doordeweeks slapen. Deze nieuwe 'industriële landschappen' in het zuidelijke en oostelijke deel van China produceren meer en meer de goederen voor de wereld en zijn de woonplaats voor verschillende groepen ondernemers en miljoenen arbeiders.
|
Een slaapflat voor arbeiders, hun werkkleren hangen te drogen voor de volgende werkdag
|
In deze gebieden wordt 90 procent van de kerstversieringen gemaakt, 29 procent van de kleurentelevisies, 75 procent van het speelgoed, 70 procent van de aanstekers en waarschijnlijk elk T-shirt in onze kast. De harde schijf van de mini iPod is gemaakt in de stad Guiyang, liggend in China's armste provincie en meer bekend van zijn armoede dan van de productie van kleine harde schijven. Al werkend aan de assemblagelijnen verlaat de jonge Chinese boerenbevolking snel haar traditionele 'grootfamilie' die uit meerdere generaties bestaat en het dorpsleven. Met achterlating van een karig boerenbestaan en inkomen die een kans op onafhankelijkheid boden.
Goedkope arbeid van het platteland, belangrijk voor de groei van China als handelsnatie, is een wezenlijke succesfactor; even belangrijk als een groeiende industriële productiecapaciteit. China speelt tegenwoordig een centrale rol in de globale logistieke keten voor de multinationale ondernemingen. Wal-Mart alleen al heeft 15 miljard dollar uitbesteed aan industriële productie en dat maakt dit bedrijf (als was het een land) de op acht na grootste handelspartner van China. Bijna de helft van de buitenlandse handel is gekoppeld aan buitenlandse, investerende ondernemingen die management, organisatiestrategieën en technische expertise hebben ingebracht, waarmee China volledig geïntegreerd is in het mondiale economische model. Sinds begin 1990 is meer dan 500 miljard dollar gestroomd in China's industriële sector, voornamelijk vanuit Aziatische buren als Hong Kong, Taiwan, Korea, Japan en Singapore en daarna aanvullend vanuit Noord-Amerika en Europa. China klimt op de industriële ladder en exporteert een groeiend en een groot scala producten. De industriële toekomst berust niet alleen op de absorptie van technologie, maar China wordt tevens ook een vernieuwer en een bron voor nieuwe technologie.
Stadsvernieuwing
Onder het bewind van Mao Zedong, vanaf 1949 gedurende bijna drie decennia, is de bevolkingsgroei aangemoedigd als een voorwaarde voor ontwikkeling op de lange termijn. In 1950 telde China 550 miljoen zielen, tegenwoordig staat de teller op 1,3 miljard. In 1952 woonden 72 miljoen mensen in steden, in 2003 is dat aantal gestegen tot bijna 524 miljoen. Recente schattingen wijzen erop dat China's stedelijke bevolking in de komende veertig jaar zal toenemen tot boven de één 1 miljard; gelijk aan de bevolking van Noord én Zuid Amerika, plus de gehele bevolking van de Europese Unie. Eén en ander zal mogelijk worden door de ontwikkeling van de economie en de annexatie van landelijke gebieden.
|
Shanghai, 2004
|
Gedurende de jaren zestig en zeventig stelde China strikte limieten vast voor migratie naar de stad om daar een redelijke levensstandaard te kunnen handhaven. Tegenwoordig echter, kent China de grootste migratie van 'platteland naar stad' in de geschiedenis. Miljoenen verlaten hun boerderijen op weg naar de stadscentra. Gigantische steden als Beijing en Shanghai trekken boeren aan die zoeken naar deelname aan de nieuwe economie. Accommodaties voor deze nieuwe stadsbevolking vereisen een planning en bestuur op een schaal die de wereld niet kent. Geschat wordt dat 80 tot 120 miljoen migrerende arbeiders werken of op zoek zijn naar werk in China's booming steden. De meesten vinden banen in de bouwindustrie en snel groeiende dienstensector. Omdat zij buiten de strikte Chinese Hukou om werken - een systeem, waarin arbeiders toestemming kunnen krijgen in een stad te werken - worden deze migrantarbeiders de 'Stromende Bevolking' genoemd. In sommige opzichten zijn zij illegaal werkzaam in eigen land. Beijing en Shanghai hebben elk een forensenbevolking die tussen de twee en vier miljoen mensen ligt. De 'Stromende Bevolking' was ooit een algemeen ontkend probleem, nu proberen deze steden veel nieuwkomers te steunen door hen te voorzien van werk in de snel groeiende dienstenindustrie.
De laatste jaren is in Beijing begonnen met de bouw van scholen voor de kinderen van de migranten. Tot 1980 leefden de meeste inwoners van Shanghai in huizen die zelden hoger waren dan twee verdiepingen. Vaak leefden meer families in één huis en één familie kon wel vier generaties tellen. In sommige gevallen was het dichtheidsniveau twee tot vier meter per persoon (zie mijn 'extra', nummer 77, "Verstedelijking is geen lonkend perspectief", SM). Tegenwoordig vormt Shanghai zich tot een moderne, internationale stad. Gedurende de jaren 1990-2002 zijn 38 miljoen vierkante meter oude huizen en appartementen verwijderd om plaats te maken voor modern woningbezit en commerciële eigendommen.
De regering bezit al het land in China, maar mensen hebben het recht om het land te gebruiken en te bezetten. Het moderniseringsplan van Shanghai heeft ontwikkelaars van de gehele wereld gretig gemaakt om het spel mee te spelen. Veel van de oude huizen in het centrum van Shanghai liggen op de meest gewenste percelen van het land. Vaak wordt aan burgers bekend gemaakt dat hun vestiging wordt beëindigd door het plotseling verschijnen van het nu alom bekende Chinese karakter Chai ('sloop') dat geschilderd is aan de buitenkant van hun gebouw. Onder de Chinese wet zal de regering voorzien in vervangende huisvesting voor inwoners in nieuw te ontwikkelen gebieden, zelfs als deze vervanging gesitueerd is op uren afstand in de voorsteden. Voor sommigen is het idee om te verhuizen naar een nieuw appartement met functionerende installaties voor warm water, die in de oudere huizen vaak ontbraken, een welkome verandering. Maar voor veel mensen zijn de ontvlechting van hun gemeenschap, verhuizing ver weg van hun buren en onvoldoende financiële compensatie, het waard een strijd uit te vechten. Verspreid over geheel Shanghai zijn tegenwoordig alleenstaande huizen te zien of gedeelten ervan, of ook grotere gebouwen, omgeven door rommel op plaatsen waar eens de buurt was. Hier stellen oorspronkelijke stadsbewoners een laatste verzetsdaad om hun levensstijl en waardigheid te behouden. Ontwikkelaars worden nu regelmatig beschuldigd hardhandige tactieken te gebruiken om de oude bewoners eruit te krijgen. Dit is de snelst groeiende bron van protest geworden, de gedwongen huisuitzetting van miljoenen mensen ten gunste van winstgevende nieuwe bouwprojecten.
Staalindustrie
Niet sinds de Grote Sprong Voorwaarts - bijna een halve eeuw geleden, toen Mao Zedong de natie beval staalfabrieken in de achtertuin te bouwen, is China's staalindustrie zo snel en ingrijpend veranderd. Omdat de bouw en de industrie exploderen, terwijl de economie jaarlijks groeit met 9,5 procent, is de honger naar staal niet te stillen. Het afgelopen jaar kende een verbruik van 258 miljoen ton, een derde van het staalgebruik wereldwijd. Dit jaar is de verwachting dat de staalvraag tot 310 miljoen zal reiken.
De Chinese ontwikkeling verdrievoudigde in 2004 de wereldstaalprijs, waarbij de overschotten ineens omsloegen in tekorten. Prijzen voor grondstoffen, zoals kolen en ijzer, verdubbelden. China heeft ook de belangstelling gevangen van staalondernemingen in de rest van de wereld. Deze hebben op de korte termijn geprofiteerd van de gestegen staalprijzen, maar worden tevens geconfronteerd met de aanstormende en alles meeslepende Chinese opgang die niet begrepen zal worden in de thuislanden.
China's groei naar een wereld staalmacht wordt geleid door de Baostaal Group in Shanghai. Een industrieel paradepaard in staatseigendom aan de oever van de Yangtze, noordelijk van het centrum van Shanghai, de grootste en modernste staalfabriek van het land. Baostaal is de zevende in de rij van grootste staalproducenten in de wereld met 15.600 werknemers. Bijna al het ijzererts voor Baostaal wordt geïmporteerd uit Australië, Brazilië, Zuid-Afrika en India. Zeer binnenkort wordt 16 miljoen ton staal geproduceerd, waarvoor 18 miljoen ton binnenlandse kolen nodig zijn. De producten van de firma worden over de gehele wereld geëxporteerd: Oost Azië, Zuidoost Azië, Noord Amerika en de Europese Unie. Baostaal bevoorraadt ook de Chinese automobielindustrie, zoals Audi, General Motors, Ford, Volkswagen en binnenlandse toeleveringsbedrijven en levert buizen voor de Chinese winning van olie en gas.
|
Hoogovens en staalfabrieken van Bao
|
Scheepsindustrie
Gesitueerd in de zuidoostelijke provincie Zhjiang is de Qili haven het thuis voor China's grootste scheepswerf voor middelgrote schepen. Elke dag zijn ongeveer 100 schepen in productie te zien, opgesteld langs de waterkant, hun boeg wijzend naar de zee. Met meer dan 12.000 arbeiders die 500.000 ton staal gebruiken, bouwt deze werf 232 tot 250 schepen per jaar. Bulkcarriers vormen 62 procent van de productie, containerschepen 30 en olietankers 8 procent. Schepen variëren in grootte van 7.000 tot 14.000 ton en de productietijd is gemiddeld 8 maanden. Zo'n 95 procent wordt besteld door binnenlandse bedrijven en blijven bijna geheel in de Chinese wateren, varend naar een snel groeiend havennetwerk, terwijl ze de zich ontwikkelende economie voeden met grondstoffen en goederen. Volgens de Commissie voor Wetenschap, Technologie en Defensie wordt China in 2015 de grootste scheepsbouwer met jaarlijks een uitstroom van 24 miljoen ton, oftewel 35 procent van het wereldtotaal.
|
De Qili haven, schepen in aanbouw
|
Hergebruik
In tegenstelling tot veel westerse landen, waarin de burgers voor het merendeel participeren in het hergebruik van goederen, is in China de motivatie van alle betrokkenen puur economisch. Er zijn relatief weinig gemeentelijke systemen voor stadsinzameling. Op lokaal niveau vegen de Chinezen hun straatjes van steden en dorpen dagelijks schoon, terwijl ze van alles verzamelen: blikjes, waterflessen, koelkasten, wasmachines en alles dat gemaakt is van metaal, papier, hout of plastic.
Veel verzamelaars gebruiken driewielers om hun buit op te halen, terwijl ze de dichtbevolkte gebieden doorkruisen en hun komst bekendmaken door te roepen en te bellen om de aandacht te trekken van eenieder die van zijn of haar rotzooi af wil. Hergebruik is winstgevend voor iedereen. Huishoudens met ongewenst afval kunnen dat verkopen aan verzamelaars. De twee partijen kunnen vaak al handelend gezien worden op de hoeken van de straat of voor de huizen. Prijzen worden berekend aan de hand van de hoeveelheid waarde die erin verwerkt is. Verzamelde voorwerpen worden afgeleverd in depots. Deze depots, vaak gelegen in de buitenwijken, zijn over de jaren heen aanzienlijk gegroeid en roepen het idee op van achterstandswijken. Een hardwerkende vuilverzamelaar in Beijing kan ongeveer 150 dollar per maand verdienen.
China is de grootste hergebruiker ter wereld geworden. Een naar grondstoffen hongerende economie - gekoppeld aan een goedkoop overvloedig arbeidsleger en matig betrokken bij de wereldwijde regels aangaande verspilling - maakt dat China voor de wereldhandel de ideale keuze is voor het hergebruik van materialen. Het meeste grootschalige hergebruik in China is behoorlijk primitief, maar er zijn uitzonderingen. Goed georganiseerde operaties, zoals die van Cankun, de derde aluminium hergebruiker van de wereld, hebben het proces verfijnd tot een opmerkelijk efficiënte industrie. Veel Chinese zakenlieden met een wereldwijd netwerk van handelaren kopen grote hoeveelheden materiaal in (waarvan veel schadelijk is) van Westerse en Aziatische landen en vervoeren die vervolgens met containerschepen naar de oostelijke en zuidelijke Chinese havens. Door de grootschaligheid, ondanks de inspanningen van de centrale overheid om de invoer van schadelijke stoffen te voorkomen, heeft China een ernstig milieuprobleem dat door verwoesting van lucht, land en water voor velen een slechte gezondheid betekent.
|
Inzameldepots in de buitenwijken
|
Elektronisch afval
Sinds de geboorte van het digitale tijdperk hebben geïndustrialiseerde landen continue hun oude communicatieve en elektronische infrastructuur vernieuwd. Met een grote hoeveelheid elektronische afval als resultaat, het zogenaamde E-afval. Om deze ouderwetse, giftige materialen te scheiden van ons eigen afval in het Westen, kwamen 'hergebruikers' naar voren met het aanbod deze weg te halen; voor deze dienst bestaat een inzamelingsvergoeding. Op hun beurt verkopen zij de spullen door aan Chinese vuilopkopers, waarmee ze geld verdienen aan beide kanten van de transactie.
Enorme schakelstations, industriële computers, ziekenhuistechnologie en oude schoolcomputers, kortom alle ouderwetse elektronica, zelfs telefoons met draaischijven, worden in containers gestopt en verscheept naar China en andere ontwikkelingslanden. (Schrijnend illustratief is wat aan de kust van Bangla Desh in Chitagong gebeurt met afgedankte schepen, zie de site van Burtynsky onder het kopje Shipbreaking.) Naar schatting wordt 80 procent van het E-afval van Noord-Amerika voor hergebruik verscheept, waarvan 90 procent naar China gaat.
E-afval is schadelijk en de verwerking is een riskante onderneming, zelfs met de tegenwoordige faciliteiten. In China is het meeste hergebruik van E-afval nog lang geen verfijnde industrie. Als eenmaal de rotzooi aangekomen is op de plaats van bestemming, gebruiken arbeiders hun handen en eenvoudige gereedschappen om de afgedankte computers te scheiden en de waardevolle onderdelen te redden. In dat proces stellen zij zichzelf en hun omgeving bloot aan giftige stoffen als lood, kwik en cadmium.
|
Ontmantelen en scheiden van moederborden
|
Veel Chinezen in dit afvalproces zijn boeren die in ruil voor de lucratieve handel in E-afval stopten met de landbouw. Ze verdienen ongeveer 1 dollar 50 per dag door moederborden te koken om vervolgens de componenten te verwijderen, terwijl ze bijtend zuur spoelen over de verwijderde chips en draden en andere met plastic omwikkelde onderdelen verbranden om de metalen vrij te maken. Dit zijn routinehandelingen uitgevoerd door arbeiders van alle leeftijden en beide seksen met een minimum aan beschermingsmiddelen en geschikt gereedschap.
Milieugroepen zoals het Bazel Actie Netwerk dat als eerste de massale operaties met E-afval naar China openbaar maakte, spreken in hun rapport "Uitvoer van Schade: De hoogtechnologische rotzooi van Azië" van "dumpen met een andere naam". Zij menen dat elektronicaproducenten en gebruikers in feite eindschulden en kosten afschuiven in plaats van betalen. Dit schept een grotere winstmarge en biedt elektronicaconsumenten subsidies ten koste van Chinese arbeiders en hun geïsoleerde gemeenschappen. Doordat deze schulden afgeschoven mogen worden op anderen in verre landen, wordt weinig gedaan aan het stimuleren van producenten om de aanvullende kosten te betalen en initiatieven te ondersteunen tot 'groene productontwerpen', laat staan producten te maken die milieubeschermend zijn.
In 1989 is de 'Bazel conventie' aangenomen om de internationale handel van schadelijk afval te controleren. In 1995 volgde een wijziging die de uitvoer van schadelijk afval van rijke landen naar ontwikkelingslanden uitsloot, ook voor hergebruik. Erkend werd dat handelsbarrières nodig waren om de armen te beschermen tegen de buitenproportionele last van het wereldwijde, giftige afval. Een situatie die gezien wordt als één van de perverse effecten van de globalisering. De Europese Unie heeft inmiddels deze mondiale vloek op afvaldumping ingevoerd, hoewel de noodzakelijke ratificatie of de wettelijke verplichting nog steeds ontbreken. Cynisch is dat onder de huidige Chinese wetgeving de invoer van schadelijk elektronisch afval illegaal is.
|