welkom
extra
Solidariteit

Verklaring van ATTAC Europa - "Ontwapen de markten!"1

De tijd is gekomen: sluit de financiële casino's

Bij de oprichting van Attac in 1998, werd het motto "Ontwapen de markten" geformuleerd tegen de achtergrond van de financiële ineenstorting in Oost Azië. Ondertussen waren we getuige van andere crises, teweeggebracht door financiële markten in Rusland, Brazilië, Turkije, Argentinië en het uiteenspatten in 2001 van de zeepbel van de "Nieuwe Economie". Momenteel verkeert de rijke wereld in de zwaarste crisis sinds de Grote Depressie van 1929.

De ineenstorting van Wall Street, september 2008, is het einde van een historische periode. Het systeem van het financiële kapitalisme, dat enkel streeft naar maximumwinst, is ingestort. Het vernietigde zichzelf als gevolg van een inherente tegenspraak. De financiële drukgolven hebben inmiddels de reële economie bereikt. De Verenigde Staten zijn begonnen aan een recessie, de Europese Unie zal volgen. De wereldeconomie zal het merken. De inkrimping van de economische activiteit zal de werkloosheid en de ongelijkheid verhogen. De druk op de loontrekkenden om meer 'flexibiliteit op arbeidsmarkten' te aanvaarden, zal nog groter worden, implicerend lagere lonen en zwakkere sociale bescherming. De daling van de gezamenlijke vraag van de rijke landen zal ook de kwetsbare economieën van de ontwikkelende wereld raken en de armoede verhogen. De Millenniumdoelstellingen en de doelstellingen van een sociale en milieuvriendelijke, duurzame ontwikkeling zullen wereldwijd volledig uit koers geraken.

Hervormingen niet genoeg

De financiële ineenstorting en de recessie vallen samen met een sterke stijging van de prijzen voor olie en voedsel, hetgeen heeft geleid tot een zware sociale crisis in een aantal ontwikkelingslanden en de daaruit voortkomende hongeropstanden. De prijsverhogingen hebben meerdere oorzaken. Maar opnieuw, zoals met de verscheidene financiële crises, heeft de speculatie door hedgefondsen, private equity fondsen en andere institutionele investeerders aanzienlijk bijgedragen tot de prijspieken en instabiliteit.
De trekker van de huidige crisis was het bovenmatige lenen van subprime hypotheken aan de huishoudens in de Verenigde Staten. Plus de bijbehorende gebrekkige procedures voor zekerheden waarmee deze risicovolle leningen aan financiële instellingen en huishoudens, ook wereldwijd, werden verkocht. De aan de gang zijnde golf van wanbetalingen had dramatische gevolgen voor financiële instellingen als investerings- en handelsbanken, of hedgefondsen. Nu wordt ook de niet-financiële sector enorm beïnvloed. De economische, sociale en milieu vooruitzichten voor 2009 zijn somber voor een aanzienlijk deel van de wereld. Men had beter kunnen en moeten weten.

De ineenstorting bevestigt jammer genoeg de voorspellingen door heterodoxe ('afwijkende') deskundigen als de Nobelprijswinnaar Joseph Stiglitz, door Attac, door de anders globaliseringsbeweging, sociale bewegingen en andere critici. Zelf beseften de toezichthouders maar al te goed dat het systeem gewaagd was, maar er was geen enkele bereidheid op te treden vanwege het dominante geloof in de zelfregulering van de markt. Nu, onder de druk van de crisis, vraagt de heersende stroming van de financiële gemeenschap zelf om hervormingen. Deze voorstellen gaan niet ver genoeg, omdat ze niet de problemen achter de crisis, de bron, aanpakken. Zij worden hoofdzakelijk gericht op de financiële industrie en vraagstukken van stabiliteit. Dit is niet genoeg.

Het systeem zelf

Het financiële kapitalisme heeft ook rampzalige gevolgen voor de distributie en democratie. De bankiers vragen staatsinterventie, want zij willen de verliezen socialiseren en de winsten voor zichzelf houden. De reddingsacties in de Verenigde Staten. met meer dan 700 miljard - de grootste in de geschiedenis van de mensheid - in het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, België, Nederland, IJsland en andere landen tonen deze logica duidelijk aan. Wanneer de financiële gemeenschap het heeft over hervorming betekent dit, in het gunstigste geval, een fragmentarische (her)regulering en een crisisbeheer op korte termijn. Dat is niet meer dan een poging de neoliberale koers te redden en na een tijdje terug te keren naar 'business as usual'.

Wat in het belang van de grote meerderheid van de mensen nodig is, zijn echte veranderingen naar een ander model, waarin de financiën aan sociale rechtvaardigheid, economische stabiliteit en duurzame ontwikkeling moeten bijdragen. Wij kunnen niet toestaan in de komende jaren terug te keren naar de voorgaande status-quo. De crisis is niet het resultaat van sommige ongelukkige omstandigheden en kan ook niet teruggebracht worden tot de mislukking van het toezicht, de schattende agentschappen of het wangedrag van enige actoren.
De oorzaak ligt in het systeem zelf en daardoor staan de structuur en de mechanismen van het kapitalistische systeem in het algemeen op het spel. De financiële markten vormen het centrum en de stuwende kracht van de neoliberale globalisering. De financiële sector ontwikkelde zich om een dominante rol te spelen over de economie na de invoering in 1971 van vrije zwevende wisselkoersen tussen de belangrijkste munten in en de afschaffing van kapitaalcontroles. Dit gebeurde onder invloed van de verdere liberalisering en deregulering van financiële markten en de financiële industrie. Daarbij inbegrepen de installatie van zo gezegd onafhankelijke toezichthouders die in de praktijk het voorwerp zijn van het krachtige en succesvolle lobbyen van de financiële industrie. Sindsdien hebben de financiële industrie en haar mechanismen een snelle uitbreiding doorgemaakt; in nauwe samenwerking groeiden de massa's van financiële activa, schulden en het wereldwijde zoeken naar financiële winsten.

Nieuwe vorm van kapitalisme

Het is belangrijk te herinneren aan de forse versnelling van dit proces in de nasleep van 2001, toen de economie van de Verenigde Staten herstelde van de 'dotcom' crisis. In het bijzonder de dramatische stijging van zowel de binnenlandse schuld van de Verenigde Staten (in het bijzonder huishoudschuld) als het groeiende externe tekort dat door de rest van de wereld wordt gefinancierd. Samen hebben deze trends geleid tot de vorming van een nieuw economisch model, een nieuwe vorm van kapitalisme dat door sommigen 'financiële globalisering' wordt genoemd, door anderen 'financieel kapitalisme' en weer anderen 'aandeelhouderskapitalisme'.
Hoe je het ook noemt, één ding is duidelijk. Terwijl in vorige tijden de financiële markten een ondergeschikte en instrumentele rol ten opzichte van de reële economie vervulden, is deze verhouding totaal omgedraaid. De greep van 'financiële belangen' op de 'reële' economie is enorm toegenomen door alle economische activiteiten ondergeschikt te maken aan winsten in de financiële markten. En door financiële instrumenten te creëren om winsten slechts door de financiële markten te maken, terwijl ze er tezelfdertijd niet in slagen om duurzame productie in de landbouw en stabiele besparingen te verwezenlijken door 'normale' klanten te dienen.

De logica en de dynamica van winstmaximalisering op korte termijn zijn in alle poriën van het economische en sociale leven doorgedrongen. De perfecte mobiliteit van financieel kapitaal, dat het resultaat van een neoliberaal beleid is, speelt een essentiële rol in de wereldeconomie van vandaag. Het creëert de wereldwijde concurrentie niet alleen onder multinationale firma's, maar ook onder nationale staten, tussen hun sociale en fiscale systemen en tussen werknemers van verschillende delen van de planeet.
Door een machtsverhouding ten gunste van bedrijven ten opzichte van hun arbeiders te creëren, heeft deze dominantie van kapitaal geleid tot toenemende ongelijkheden, tot dalende arbeid, dalende sociale en milieunormen, evenals tot de privatisering van openbare goederen en diensten. Samengevat: de 'vrijheid' van financiële actoren werd uitgebreid ten koste van de reusachtige meerderheid van mensen en heeft geleid tot economische activiteiten die het milieu schaden.

Basisvereisten

De mislukking van dit model is nooit zo duidelijk geweest als vandaag in de voedselcrisis, de klimaatcrisis en energiecrisis. Dit model, wereldwijd door overheden gesteund, wordt volledig gewantrouwd. Daarom moeten duidelijke conclusies worden getrokken, zodat de politieke en economische besluitvormers dit onhoudbare en onevenwichtige financiële systeem omdraaien naar de behoeften van mensen, naar gelijkheid en duurzaamheid.
Een historisch venster op kansen wordt geopend. Het zal afhangen van de druk van de publieke opinie of een echte verandering wordt bereikt. Een ander financieel systeem is mogelijk: stabiliteit en solidariteit vóór winsten.
Wegens de ingewikkeldheid van het huidige financiële systeem is het onmogelijk de problemen met slechts één instrument op te lossen. Er is geen punt van Archimedes. Een gehele doos van instrumenten zal noodzakelijk zijn. Nochtans, gezien de honderden voorstellen die zullen opduiken in de nabije toekomst en die alle controversieel zullen zijn, kunnen wij sommige basisvereisten aangeven waaraan moet worden voldaan, zodat een voorstel als emancipatorische hervorming aanvaardbaar kan zijn.

1. Systematische veranderingen in plaats van fragmentarische reparatie

Het gehele financiële systeem in zijn neoliberale vorm heeft bewezen zowel economisch onstabiel en inefficiënt, als schadelijk voor gelijkheid, algemeen welzijn en democratie te zijn. Daarom zijn de systematische veranderingen noodzakelijk.
Één van onze belangrijke doelstellingen moet zijn: de pijlers van het neoliberalisme en in het bijzonder de wereldwijde mobiliteit van kapitaal te breken. Sommige regelgevende maatregelen die gericht zijn op het handhaven van door activa gedreven accumulatie van kapitalen en zuivere financiële stabiliteit die de rijken beschermen en oppervlakkige hervormingen beogen (bijvoorbeeld louter 'transparantie'), zijn onaanvaardbaar.

2. Nieuw Bretton Woods in plaats van 'zelfregulering van de markten'

* De crisis toont aan dat de markten die zonder politieke regelgeving en democratische verantwoordingsplicht functioneren tot rampzalige resultaten leiden. Daarom is zowel democratische controle als internationale samenwerking vereist, in plaats van de vernietigende concurrentie tussen nationale economieën. In economische en financiële besluitvorming moet voorrang worden verleend aan duurzame ontwikkeling en aan de rechten van de mens van alle generaties.
* Een passende institutionele organisatie onder de auspiciën van de Verenigde Naties moet worden opgezet om het financiële systeem strikt te regelen en te heroriënteren. De gepaste zorg zal moeten worden genomen om een dergelijke organisatie verantwoordelijk en pro-actief, naar gelijkheid en duurzaamheid, alsmede geschikt te maken om (eerder dan het reageren op) financiële crises te verhinderen. Zo zouden bijvoorbeeld besprekingen moeten volgen om het Internationaal Monetair Fonds te mandateren het verband tussen financiële markten te controleren. Ook moet de echte economie aan de Verenigde Naties en het verband tussen de financiële markten, armoede en duurzame ontwikkeling beoordeeld.
Die nieuwe organisatie zou een sterke internationale tussenkomst moeten steunen om een opeenhoping te verhinderen van hoge handelsoverschotten/rekeningsoverschotten in sommige landen en hoge handelstekorten/rekeningsschulden in andere landen (momenteel de Verenigde Staten versus China).
Een dergelijk lichaam van de Verenigde Naties zou ook het forum voor besluitvorming moeten zijn over de mate waarin de financiële dienstverlenende maatschappijen en financiële producten/diensten worden geliberaliseerd en de vrijheid van kapitaalverkeer wordt beperkt. Dit zou betekenen dat dergelijke besluiten niet worden genomen in het verband van WTO/GATS en de vrijhandelsovereenkomsten (FTA) zoals dit momenteel het geval is.2
* Het toezicht op nationaal niveau en de internationale samenwerking tussen regelgevende en toeziende organen, vooral op het niveau van de Europese Unie, moet worden versterkt, gedemocratiseerd en verruimd met een mandaat om sociale behoeften te dienen. De participatie van vakbonden, consumenten en andere belanghebbenden in regelgeving moet worden verzekerd. De beoordeling moet een deel van de openbare supervisie worden met een mandaat om het effect op de maatschappij te beoordelen (bijvoorbeeld vermijden van financiële producten, leningen en maatschappijen die het milieu vernietigen).
* Voor het directe crisisbeheer is hechte internationale samenwerking nodig op Europees niveau, met inbegrip van Zwitserland en Rusland, en op transatlantisch niveau. Er moeten grenzen aan onbeperkte vrijhandel en wereldwijde mobiliteit van kapitalen worden gesteld. De dogmatische 'openheid' van goederen, diensten en financiële import en export moet door een meer gedifferentieerde aanpak worden vervangen. De nieuwe internationale overeenkomsten moeten andere doelstellingen - zoals financiële stabiliteit, belastingsrechtvaardigheid, sociale rechtvaardigheid en duurzaamheid - aan de vrije stroom van kapitaal, goederen en de diensten verbinden.
* De sociale rechten en de historische veroveringen van arbeiders mogen door deze verdragen niet in gevaar worden gebracht. Integendeel, zij moeten internationale solidariteit in plaats van concurrentie bevorderen.

3. Doorbreken van de overheersing van financiële markten

De basisrichtlijn voor een echte verandering moet het doorbreken van de overheersing van financiële markten over de reële economie beogen. Sommige geschikte instrumenten voor dat doel zijn:
- Belastingheffing op alle financiële overdrachten met inbegrip van munttransacties om de speculatie te belemmeren, de snelheid van financiële markten te vertragen en het verderfelijke korte termijn denken bij de financiering van eerlijke en duurzame handel te stoppen. Dit omvat een multilaterale belasting op alle munttransacties om speculatieve grensoverschrijdende transacties op korte termijn te ontmoedigen.
- De nationale autoriteiten moeten eenzijdig een passende belastingheffing op nationale beurstransacties opleggen om speculatie tegen te houden en een meer progressieve heffing te verzekeren.
- Verbod op de verwezenlijking van wereldwijde, financiële industrieconglomeraten die te groot om zijn om te mislukken, maar te complex om alle potentiële risico's te beheersen.
- Progressieve belasting op inkomen uit kapitaal. Een hoofdfactor die tot het zwellen van financiële markten bijdraagt, is de concentratie van rijkdom. Aldus, om financiële markten te vertragen en te stabiliseren, is een aanzienlijke herverdeling van inkomsten en welvaart van de rijken naar de armen vereist. Evenzeer is de vermindering van de prikkels nodig die leiden tot buitensporige winsten en belastingsontwijkende mechanismen die door de rijken en zelfs door de financiële industrie worden gebruikt.
- Vóór herverdeling moet het economische beleid zorgen voor verdeling. De lonen moeten niet langzamer groeien dan de productiviteit (behalve de arbeidstijd die wordt verminderd) en het werk moet eerlijk worden gedeeld.
- De privatisering van sociale stelsels en belangrijke infrastructuur zoals energie en spoorwegen moet worden tegengehouden en teruggeschroefd waar het al gebeurde. De privatisering van pensioenfondsen moet worden herzien, aangezien zij aanleiding hebben gegeven tot het scheppen van kapitaal dat de wereld afschuimt op zoek naar hoge winsten en investeert in aandelen van maatschappijen die sociaal en ecologisch onverantwoord zijn.

4. Verlichten van effect crisis op reële economie en invoering principe 'speculant betaalt'

Aangezien het huidige financiële systeem en de ineenstorting de reële economie en de maatschappij hebben beïnvloed, zijn dringend noodprogramma's nodig om de gevolgen voor de samenleving te verlichten. Gezien de ernst van de crisis zouden afkooppakketten onvermijdelijk kunnen zijn om de totale instorting van het financiële systeem te verhinderen. Nochtans moeten deze reddingspakketten gekoppeld worden aan strikte voorwaarden, met uitsluiting van morele gevaren. In gevallen waar de afkoop zonder nationalisering succesvol zijn, moeten de kosten door de aandeelhouders - met inbegrip van interesten - terugbetaald worden. Waar dit niet mogelijk is, verwerft de staat aandelen of nationaliseert zij de onderneming volledig. De algemene kosten van liquiditeitsinjecties, afkopen en verlichtende maatregelen moeten hoofdzakelijk worden betaald door diegenen die verantwoordelijk zijn voor de crisis en die fortuinen hebben vergaard. Daarom moet in elk land een speciaal crisisfonds worden opgezet. Het fonds wordt gevoed door een éénmalige extra belasting op alle inkomens uit kapitaal boven 50.000 euro en 1 procent extra belasting op alle bedrijfswinsten en winsten in de financiële sector.
Een deel van dit fonds moet internationaal aangewend worden voor de hulp aan die arme landen die lijden door de ineenstorting en getroffen worden door de voedsel- en goederenprijscrisis. Bovendien moeten wezenlijke openbare investeringen plaatsvinden in de sociale infrastructuur, het onderwijs, de cultuur en het milieu. Dat is nodig, omdat deze sectoren een gebrek aan investeringen kennen die tot meer werkgelegenheid leiden en duurzame ontwikkeling ondersteunen.

5. Hervorming Europese Unie, democratische controle over Europese Centrale Bank

a. Speciale aandacht moet aan de Europese Unie worden gegeven. De financiële dimensie in het Verdrag van Lissabon en andere verdragen wordt gestalte gegeven volgens het neoliberale dogma. Artikel 63 van het Verdrag over het Functioneren van de Europese Unie (ex art. 56 ECT) moet worden gewijzigd. Het verbiedt alle beperkingen op het vrije verkeer van kapitalen, niet alleen binnen de Europese Unie, maar ook naar alle derde landen en biedt de perfecte voorwaarden voor de overweldigende greep van financiën op de maatschappij.
Er zijn goede redenen om het verkeer van kapitaal gedeeltelijk te beperken om financiële stabiliteit te waarborgen; om belastingontwijking en belastingsconcurrentie te vermijden; om de uitvoering van een werkgelegenheid bevorderende monetaire politiek mogelijk te maken zonder het risico van een kapitaalvlucht.
Wij dringen ook aan op de beperking van de vrijheid van vestiging (art. 49) die toelaat dat kapitalen vrij migreren naar waar de voorwaarden het gunstigst zijn en financiële instellingen vrij zijn om asiel te zoeken in de City of Londen of in een ander gekozen plaats. De besluitvorming over financiële regelgeving en controle op Europees niveau en in de lidstaten van de Europese Unie moet volledig worden herzien en geheroriënteerd, dat is beëindiging van de steun aan de groei en het concurrentievermogen van de financiële industrie. Een gemeenschappelijk systeem van regelgeving en toezicht moet worden opgezet dat volgens de hoogste normen werkt en niet via de logica van een wedren naar de bodem.
Parlementen moeten regelmatig nagaan of de juiste verordeningen in verband met de financiële markten en de financiële industrie op zijn plaats zijn. Het Europees Parlement moet het recht hebben regelgeving te introduceren. De verordeningen van de Europese Unie moeten alle noodzakelijke criteria voor de financiële industrie vastleggen (voor leningen, risicobeoordeling, investering, uitgeven van aandelen, activiteiten van investeringsbanken). Met als doel dat de financiële middelen en de diensten slechts verstrekt worden aan duurzame activiteiten en de uitroeiing van armoede.

b. Voorts is het noodzakelijk het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank (ECB) te veranderen. De bank staat in het eigenlijke centrum van het neoliberalisme in Europa, steunt volledig op de monetaristische ideologie door zich te verbinden aan prijsstabiliteit ten koste van werkgelegenheid, sociale rechtvaardigheid en economische stabiliteit. Volledig in lijn met de neoliberale ideologie, is de bank zogenaamd onafhankelijk en in het geheel niet onderworpen aan een democratische controle.
Wij eisen de democratische controle over deze instelling, waarvan het beleid het lot van de burgers drastisch beïnvloedt. Wij zijn het niet eens met de nadruk van de ECB op de consolidatie van de inflatie van consumptieprijzen onder de 2 procent.
In plaats van deze centrale pijler van een neoliberaal beleid willen wij dat de ECB zich concentreert op werkgelegenheid en aandringt op een rechtvaardige verdeling. In het jaarverslag van de Bank voor Internationale Betalingen (juni 2008) wordt zelfs geadviseerd dat het rentevoetbeleid van de Centrale Banken niet alleen de inflatiecijfers moeten bezien om de rentevoeten laag te houden. Eveneens dient dit beleid een oordeel uit te spreken over het effect van rentevoeten bij de "buitensporige en ondoordachte groei" en het ontstaan van zeepbellen en excessieve bestedings- en productiepatronen. De verhoging van de rentevoet door de ECB, als reactie op de olieprijsstijging, was volledig in overeenstemming met het neoliberale dogma. Hoewel de verhoging van relatieve prijzen, zoals in het geval van olie, niet met inflatie (dit is een verhoging van alle prijzen) moet worden verward, schilderde de ECB het spook van inflatie op de muur. Nochtans, in de huidige conjunctuur is de inflatie niet het probleem, maar zijn dat de recessie en werkloosheid. Het beleid van de ECB versnelt en verdiept de crisis, waarin de Europese Unie zich verder ontwikkelt. De financieel vriendelijke, monetaire en economische besluitvorming van de samenleving zal worden verbeterd, wanneer de volledige controle en de transparantie van lobby en 'overleg' door de financiële industrie en andere grote bedrijven zal worden beperkt (te beginnen met volledige transparantie).

6. Hervormingen in centrale delen van het systeem

Gezien de crisis vereisen sommige hoekstenen van het huidige systeem speciale aandacht.

a. Hoofdvereisten en voorzichtige praktijken in het bankwezen.
De hoofdeisen ten aanzien van banken moeten worden bevorderd. In dat opzicht was het akkoord Basel 2 een stap in de verkeerde richting.3 Daarom is Bazel 3 nodig, met conclusies uit de huidige ineenstorting. Off-balance overeenkomsten die in het hart van de huidige crisis staan, moeten worden verboden. De procedures van effectisering moeten beperkt worden tot instellingen die onder de strikte controle van overheden staan. De gewaagde procedures van effectisering, zoals in beleende schuldverplichtingen (Collateralized Debt Obligations) waarvan het primaire doel de massieve wederverkoop was van subprime leningen, moeten worden verboden.
De speculatieve financiële producten, vooral in voedsel en waar zij een destabiliserend effect hebben, moeten worden verboden. Mat als strikt minimum: hoe groter het financiële conglomeraat, hoe minder het speculatieve producten kan verkopen of verhandelen.
Alle nieuwe financiële producten moeten door de toezichthouders worden getest op hun effect op de financiële stabiliteit en op de samenleving, alvorens te worden toegelaten. Investeringsbankieren moet worden ingekrompen tot een niveau waar het volume ervan geen enkel systemisch risico (aan dynamiek van systeem verbonden) meer vormt. Wat overblijft moet volledig onder regelgeving en supervisie worden gebracht en van andere financiële diensten gescheiden. Alle activiteiten van het investeringsbankwezen moeten criteria bevatten die duurzame ontwikkelingen bevorderen (bijvoorbeeld aandelen bevorderen van maatschappijen die milieuvriendelijke producten produceren).
Alle financiële conglomeraten die retail en investeringsbankieren en handel in securities en verzekeringen omvatten, moeten worden geherstructureerd of gescheiden en het toezicht volledig aangepast aan de resterende conglomeraatstructuren.
Het hoge bonussysteem moet worden verboden, aangezien het aanzet tot gewaagd gedrag door het topmanagement, zonder verantwoordingsplicht wanneer hoge verliezen worden gemaakt door de financiële maatschappij of (arme) klanten.

b. Versterking van de openbare financiële sector en het bankwezen zonder winstoogmerk.
Na de Tweede Wereldoorlog in Europa deed het plaatselijk georiënteerde, openbare bankwezen zonder winstbejag, goed werk. In de loop van de laatste twee decennia zijn deze banken meer en meer gefuseerd en hebben ze zich veranderd in winst beogende commerciële banken waarvan de aandelen op de beurs werden verhandeld. Een ontwikkeling naar het voorbeeld van het Angelsaksische marktgebaseerde financiële systeem. Deze trend moet worden omgekeerd; de openbare banken en banken zonder winstoogmerk moeten worden versterkt en van de concurrentiewetgeving van de Europese Unie worden vrijgesteld.
De gemeenschap moet minstens enkele zeer belangrijke banken bezitten om stabiele financiën voor een duurzame ontwikkeling te verstrekken. De opnieuw genationaliseerde banken en de banken waarin de staat aandelen bezit ten gevolge van afkopen moeten worden geherstructureerd om de behoeften van de maatschappij te dienen. Daarbij inbegrepen betaalbaar krediet voor duurzame projecten en ondernemingen, universele toegang tot goede fundamentele financiële diensten, enzovoort.

c. De agentschappen voor de 'ratingbeoordelingen' onder openbare controle.
De beoordelingsagenten - die erg faalden in de huidige crisis, evenals in bijna alle crises in de laatste decennia - moeten onder openbare controle komen. Zij dienen niet meer betaald te worden door maatschappijen die ze beoordelen. In plaats daarvan moeten zij worden betaald uit een fonds dat gevoed wordt door alle gebruikers van de beoordelingen en de uitgevers van financiële producten. Nu zijn het de stropers die de boswachters betalen. Zij moeten niet alleen de financiële aspecten beoordelen, maar ook sociale en milieurisico's in overweging nemen. De accountants zijn er niet in geslaagd om de zwakheden bloot te leggen van de systemen voor risicocontrole van financiële instellingen. Ze stonden toe dat sommige activiteiten in de 'subprime' hypotheekmarkt, derivaten en andere activa niet in de balansen werden opgenomen. De 'boekhoudkundige' regels moeten opnieuw een overheidsaangelegenheid worden.

d. Regelende fondsen in plaats van hedgefondsen en private equity fondsen.
Wie heeft hedgefondsen nodig en wat is hun nut voor de economie? Toen bij de top van de G8 in 2007 de Duitsers om meer transparantie vroegen voor hedgefondsen, werd gesteld dat deze een nuttige functie hebben, omdat zij risico's nemen die andere mijden. In werkelijkheid is maximumwinst het enige doel van deze speculatierisico's. Er stamt geen voordeel voor de economie uit deze verrichtingen, integendeel ze destabiliseren het systeem. Door de praktijken van hefboomwerking wordt het risico overgebracht naar de banken. Vandaar dat zij helemaal niet moeten plaatsvinden. Het huidige verbod op 'korte termijn verkopen' is ontoereikend.
Hedgefondsen beschouwen als instrument van risicopreventie is hetzelfde als aan een pyromaan de taak van brandpreventie te geven. De hedgefondsen moeten worden verboden. De regelgevers en de toezichthouders moeten verhinderen dat banken zaken doen met hedgefondsen met hun zetel in de fiscale paradijzen. Niemand heeft hedgefondsen nodig, behalve rijke individuen en institutionele investeerders op zoek naar zeer riskante maximumwinst.
De privé beleggingsfondsen (private equity) zijn ook een stabiliteitsrisico gebleken en hebben als een transportband van aandeelhouderskapitalisme naar een reële economie gediend. Dit ondoorzichtige bedrijfsmodel moet worden tegengehouden. Als alternatief moeten stimulansen worden gecreëerd om banken veel meer te betrekken in de financiering van bedrijven en risicodragend kapitaal, in het bijzonder voor kleine en middelgrote ondernemingen. De openbare banken moeten een hoofdrol spelen in de financiering van bedrijven. Meer algemeen, zou de Europese Unie alle soorten fondsen via een richtlijn moeten regelen: Alle fondsen moeten hun investeringsstrategieën en beheersvergoedingen die ze vragen, publiceren. Bepaalde investeringsstrategieën moeten verboden worden (bijvoorbeeld 'naakte' verkopen). Het ontleende krediet (hefboom effect) moet worden beperk, een plafond voor controle op activa is nodig. De winsten die door fondsen worden gemaakt, moeten veel zwaarder worden belast dan inkomen uit arbeid. De fondsen die geen wettelijke zetel in de Europese Unie hebben (bijvoorbeeld in offshore centra) of die niet voldoen aan de normen mogen geen toegang tot de Europese Unie krijgen.

e. Sterke beperking van derivaten.
De financiële derivaten zouden enkel op de beurs mogen worden verhandeld, gestandaardiseerd en gemachtigd door een toeziend lichaam. Op dezelfde manier als farmaceutische producten worden beoordeeld op hun (lange termijn) negatieve effecten. Wanneer ze van zuiver speculatieve aard zijn, moeten de derivaten worden verboden. De handel over de toonbank moet worden verboden.

f. Offshore centra sluiten.
Wie heeft offshore centra (OFC's) en fiscale paradijzen nodig? Enkel rijke individuen en institutionele investeerders die hun activa voor belastingautoriteiten willen verbergen. Maffia, terroristen, wapenhandelaren en andere misdadige krachten die geld willen witwassen. Er is geen enkel redelijk economisch argument ten gunste van de handhaving van de economische status van dergelijke gebieden. Daarom moet hun economische functie volledig worden opgeheven. Zolang dit niet mogelijk is, omdat sommige grote rijke landen zichzelf als OFCs handhaven en andere beschermen, kan een reeks unilaterale maatregelen worden gebruikt. Deze variëren van de opheffing van de geheimhouding van de banken onder hun soevereiniteit, de verplichting banken die filialen in belastingsparadijzen hebben te sluiten tot en met de invoering van hoge heffingen op transacties met OFCs. De Spaarrichtlijn van de Europese Unie moet worden uitgebreid tot alle inkomens uit kapitaal (momenteel slechts rentebetalingen) en tot rechtspersonen (momenteel slechts natuurlijke personen). Tevens uitbreiding van het mechanisme voor automatische uitwisseling van informatie tot Oostenrijk, België en Luxemburg (momenteel 24 landen).
De sluiting van deze gaten in de wetgeving is een voorwaarde om een geloofwaardige druk uit te oefenen op andere belastingsparadijzen, zoals Zwitserland of Liechtenstein, om hun bankgeheimhouding op te geven en mee te werken aan een internationale informatie-uitwisseling.

g. Maatregelen tegen het korte termijn aandeelhoudersbeleid.
John Maynard Keynes raadde aan dat "investeerders zouden huwen met hun activa" om zodoende lange termijn investeringen aan te moedigen en schadelijke speculatie op korte termijn te belemmeren. De macht van de op korte termijn georiënteerde aandeelhouders kan worden beperkt door de koppeling van het aandeel met stemrecht aan een minimumperiode van aandeelbezit (5 - 10 jaar) en door het verbod op aandelenopties (die managers aanzet om enkel interesse te hebben voor de prijs van het aandeel). In plaats daarvan moeten de beheersvergoedingen worden gemaximeerd en gedeeltelijk gekoppeld aan een index van algemeen welzijn. Voorts moeten aan de vakbonden, de consumenten en andere belanghebbenden efficiënte participatierechten worden verstrekt in de bedrijfsbesluitvorming.

h. Regulering van de schuldenlast van huishoudens.
Een beperkte regelgeving moet op de schuldenlast geplaatst worden. Op de eerste plaats voor huishoudens door de oplegging van plafonds aan de verhouding van terugbetalingen en rente op inkomen in elk land. De huisvesting van sociale lagen met lagere koopkracht is één component van de sociale programma's namens de overheden. Het mag niet het voorrecht worden van de ergste segmenten van de private financiële instellingen.
Wij steunen sterk de voorstellen voor een nieuwe procedure van afscherming die zou toelaten dat diep in de schulden zittende huiseigenaars huurders worden. Nochtans zou de toegang tot individueel woningbezit niet de belangrijkste doelstelling van sociale programma's moeten blijven. Wij eisen een echte openbare sociale huisvestingsontwikkeling met hoge sociale diversiteit en ecologische normen.


1 Attac Vlaanderen, Attac Oostenrijk, Attac Finland, Attac Frankrijk, Attac Duitsland, Attac Hongarije, Attac Italië, Attac Noorwegen, Attac Polen, Attac Spanje, Attac Zweden, Attac Zwitserland, Attac Nederland, Attac Marokko, Attac Togo - 15 oktober 2008 (Vertaling Attac Vlaanderen, bewerking Ab de Wildt). (terug)
2 WTO - Wereldhandelsorganisatie. GATS - General Agreement on Trade and Service. FTA - Free Trade Agreement. (terug)
3 Het kapitaalakkoord Basel 1 was van 1988, het regelde een reservering door de bank aan eigen vermogen van een vast percentage - 8 procent. In 2007 volgde de invoering van Basel 2, waarin die reservering differentieerde met het risico van de lening - 2,5 tot 16 procent. (terug)