welkom
extra
Solidariteit

Amerikaanse staat steunt bedrijven al sinds jaar en dag

Vrije marktpredikers creëren welvaart voor de rijken

George Monbiot1
(Vertaling Herre de Vries)

Senator Jim Bunning vond het voorstel van de Amerikaanse staat om 700 miljard dollar verdachte schuld op te kopen "financieel socialisme" en dat was "on-Amerikaans". Hoogleraar economie Nouriel Roubini noemde George Bush, Henry Paulson en Ben Bernanke "een trojka van Bolsjewieken die de VS hebben veranderd in de Verenigde Socialistische Staatsrepubliek van Amerika". Bill Perkins, de risicokapitalist die advertenties zette in de New York Times en het plan van Bush aanviel, sprak van "druppelsgewijs communisme".2

Ze hebben het allemaal mis. Elke subsidie die gegeven wordt aan de monsterbanken van Wall Street, is zo Amerikaans als appeltaart en zwaarlijvigheid. De bedragen zijn groter dan ooit, maar er is niets nieuws aan de grondgedachte dat de bedrijfswelvaart kenmerkend is voor het gevorderd kapitalisme. Slechts één ding is vandaag anders: het Congres wordt gedwongen de eigen tegenstellingen onder ogen zien.

The new communists

Oplichterij

Eén van de beste studies over bedrijfswelvaart [staatszorg voor de bedrijven] in de Verenigde Staten werd gepubliceerd door mijn oude vijanden van het Cato Instituut.3 Het rapport van Stephen Slivinski schat dat in 2006 de federale overheid 92 miljard heeft uitgegeven aan subsidies voor het bedrijfsleven. Veel ervan ging naar grote bedrijven als Boeing, IBM en General Electric.
Het grootste 'geldgewas' - 21 miljard - oogstte Big Farmer.4 Slivinski toont aan dat de rijkste 10 procent van de gesubsidieerde agrarische bedrijven 66 procent van het geld ontvingen. Elke paar jaar belooft het Congres deze oplichterij te stoppen, maar vervolgens geeft het nog meer overheidsgeld aan de landbouwindustrie. Het wetsvoorstel dat het Congres mei jongstleden onder de naam Farm Bill aannam, garandeert boeren minimaal 90 procent van het inkomen dat ze de afgelopen twee jaar hebben ontvangen; toevalligerwijs één van de meest winstgevende periodes ooit. De tussenpersonen doen het nog beter, vooral de bedrijven die de hongersnood zaaien door maïs te gebruiken voor de productie van ethanol. Zij verzuipen miljarden dollars aan belastingtegoeden.

Steunprogramma's

Het Advanced Technology Program waarmee de federale overheid kwam, was bedoeld om technologieën te ontwikkelen die 'precompetitief' zijn of een hoog risico bevatten. In werkelijkheid gebruiken grote bedrijven dit programma om reeds 'gevestigde' producten te verpatsen. Sinds 1991 hebben bedrijven als IBM, General Electric, Dow Chemical, Caterpillar, Ford, DuPont, General Motors, Chevron en Monsanto honderden miljarden uit dit programma getrokken. Het grootkapitaal wordt ook nog ondersteund door de Export-Import Bank. In 2006, bijvoorbeeld, kreeg alleen Boeing al 4,5 miljard dollar aan leengaranties.
De overheid runt ook nog zoiets als het Foreign Military Financing Programme dat geld geeft aan andere landen om wapentuig te kopen van Amerikaanse bedrijven. Het subsidieert luchthavens om landingsbanen te bouwen en grote visbedrijven om bedreigde vissoorten definitief uit te roeien.

Maar het rapport van het Cato Instituut heeft slechts een deel van het schandaal van de bedrijfswelvaart blootgelegd. Een nieuwe publicatie van het US Institute for Policy Studies laat zien dat door een vernuftig gebruik van belastingtechnische en boekhoudkundige mazen in de wet, de Verenigde Staten per jaar 20 miljard dollar uitgeven om de salarissen van bewindslieden te subsidiëren. Door bijvoorbeeld de beroepsmatige honoraria te boeken als vermogensaanwas in plaats van als inkomen betalen managers van waarborgfondsen en particuliere aandelenbedrijven lagere belastingtarieven dan de mensen die hun kantoren schoonmaken. Een jaar geleden probeerde het Huis van Afgevaardigden dit gat in de wet te dichten, maar het voorstel werd in de Senaat tegengehouden door een lobbycampagne van enkele allerrijkste Amerikanen.

Een ander rapport, van een groep die Good Jobs First heet, onthulde dat Wal-Mart tenminste één miljard gemeenschapsgeld heeft ontvangen. Meer dan 90 procent van haar distributiecentra en veel van haar verkooppunten worden gesubsidieerd door provinciale en lokale overheden. Deze geven de keten gratis grond en betalen de wegen, het water en de riolering die nodig zijn om die grond bruikbaar te maken. En ze geven ook nog eens korting op de onroerend goedbelasting en verstrekken subsidies die oorspronkelijk bedoeld waren om noodlijdende gemeenschappen te herontwikkelen. Soms geven overheden ook wel handje contantje: zo ontvangen de Wal-Mart distributiecentra in Virginia giften uit het Governor's Opportunity Fund.

BO Brothers

Geen vrije markt

Bedrijfswelvaart kan gezien worden als de kernactiviteit van sommige ministeries, veel Pentagonprogramma's geven alleen uitkeringen aan hun onderaannemers. Ballistic Missile Defence bijvoorbeeld heeft geen duidelijk strategisch doel en zal waarschijnlijk ook nooit echt werken, maar het heeft al tussen de 120 en 150 miljard gekost. De Verenigde Staten zijn uniek onder de donorlanden, omdat ze als enige eisen dat het voedsel dat ze aanbieden op hun eigen bodem wordt verbouwd in plaats van in de regio's die ze zouden moeten helpen. USAid pronkte voorheen op haar website dat de " belangrijkste begunstigde van de Amerikaanse buitenlandse hulpprogramma's altijd de Verenigde Staten zelf zijn geweest. Bijna 80 procent van de contracten en leningen van USAid gaat direct naar Amerikaanse bedrijven". Er is geen vrije markt in de VS en die is er ook nooit geweest.
En waarom niet? Omdat de congresleden die nu zo hard tekeer gaan tegen het 'financiële socialisme', voor hun herverkiezing afhankelijk zijn van de bedrijven die ze subsidiëren. De legale omkoopgelden die deze bedrijven betalen, geven hen twee korte termijn voordelen. Ten eerste voorkomt het regulering, waardoor ze spectaculaire winsten kunnen boeken en rampen kunnen verwekken zoals het Congres nu het hoofd moet bieden. Ten tweede wordt gemeenschapsgeld dat bedoeld is om de armsten te helpen, op deze manier weggeleid naar de zakken van de rijken.

Corruptie

Een kort geleden gepubliceerd rapport van de burgerrechtenorganisatie Common Cause5 laat zien hoe bankiers en effectenmakelaars hebben voorkomen dat de wetgevers risicovol lenen zouden verbieden. Het afgelopen financiële jaar hebben de grote banken 49 miljoen dollar besteed aan lobbygeld en nog eens 7 miljoen aan directe campagnebijdragen. Fannie Mae en Freddie Mac6 gaven de afgelopen acht jaar 180 miljoen dollar uit aan lobbies en campagnes. Veel hiervan werd uitbetaald aan leden van het House Financial Services Committee en de Senate Banking Committee.7
Telkens als congresleden bankiers en hypotheekverstrekkers wilden beteugelen, hield het bankkapitaal hen tegen. Het door Dick Durbin in 2005 ingediende amendement dat roofzuchtige hypotheekverstrekkingen trachtte te beëindigen, werd bijvoorbeeld in de Senaat met 58 tegen 40 afgewezen. De oud-afgevaardigde Jim Leach stelde voor om Fannie Mae en Freddie Mac opnieuw te reguleren. Hun lobbyisten, zo herinnerde hij zich, slaagden erin om "in minder dan 48 uur de leiding van beide partijen samen te brengen" om zijn amendement de kop in te drukken.

Met het geld dat deze bedrijven uitgeven, kopen ze de socialisatie van het financiële risico. De 700 miljard dollar waar de staat naar zocht, was slechts één van de vele publieke kosten die door een falende regulatie werden veroorzaakt. Zelfs vandaag zijn de lobbykrachten van de banken voelbaar. Op zaterdag 27 september zwakten de Democraten hun eis af om het geld dat de grote bazen van de geredde bedrijven verdienen onder controle gebracht moest worden.
Campagne financiering is de beste investering die een bedrijf kan doen. Geef een miljoen dollar aan de juiste man en oogst een miljard dollar aan overheidsbescherming, belastingvoordelen en subsidies. Als dit in Afrika gebeurt, heet het corruptie.

Europese staten zijn geen haar beter. De vrije markteconomie die ze belijden, is pure oplichterij. Ze interveniëren herhaaldelijk ten behoeve van de rijken, terwijl ze de rest aan hun lot overlaten. Net als in de Verenigde Staten krijgen de bazen van landbouwbedrijven, olieboor maatschappijen, supermarkten en banken de gelden die de staat aan de zakken van mensen - veel armer dan zijzelf - heeft onttrokken. Belastingbetalers zouden zich moeten afvragen: waarom blijven we in godsnaam die gasten steunen.


1 George Monbiot (1963) is een linkse journalist, auteur, academicus en activist uit Groot-Brittannië. Hij is lid van de Green Party en schrijft wekelijks een column voor The Guardian. Dit artikel verscheen als zo'n column 30 september 2008 onder de titel "The free market preachers have long practised state welfare for the rich". Zie voor de oorspronkelijke tekst: www.guardian.co.uk/commentisfree/2008/sep/30/marketturmoil.subprimecrisis (terug)
2 Bill Perkins plaatste cartoons in de New York Times. Ze zijn hier bijgevoegd. Hij betaalde de advertentiekosten met wat hij aan de aandelen van Goldman Sachs verdiende. De aandelen deden het redelijk. Toen Bush het reddingsplan voor de financiële sector aankondigde, stegen ze enorm en liep Perkins binnen. Hij omschrijft zichzelf als een liberaal libertair en is verklaard tegenstander van staatsinterventie. Hij besloot de daad bij het woord te voegen door de advertenties te plaatsen. De rest van de 1,2 miljoen dollar aandelenwinst wil hij ook inzetten tegen de staatsplannen. Opmerkelijk is dat hij presidentskandidaat Barack Obama steunt. Zie voor een uitgebreidere biografie: news.muckety.com/2008/10/03/obama-fund-raiser-bill-perkins-buys-ads-to-stir-pot-on-bailout/5431 (terug)
3 Het Cato Institute is een libertarische denktank uit Washington DC, www.cato.org; het instituut omschrijft zijn missie als "de vergroting van het begrip voor een overheidsbeleid dat gebaseerd is op de principes van een beperkte staat, vrije markt, individuele vrijheid en vrede". (terug)
4 Een term die de grote industriële, agrarische bedrijven aanduidt. (terug)
5 Zie: www.commoncause.org/site/pp.asp?c=dkLNK1MQIwG&b=186966 (terug)
6 De Federal National Mortgage Association, biigenaamd Fannie Mae, en de Federal Home Mortgage Corporation, Freddie Mac, opereren sinds 1968 als 'government sponsored enterprises' (GSE). Dit houdt in dat het private bedrijven zijn met aandeelhouders die financieel worden beschermd door de federale overheid. (terug)
7 De United States House Committee on Financial Services fungeert als toezichthouder vanuit het Huis van Afgevaardigden voor de hele financiële sector. Dus oefent toezicht uit op allerlei private verzekeringsmaatschappijen en banken, maar bijvoorbeeld ook op de Federal Reserve. Vanuit de Senaat geschiedt dit door de United States Senate Committee on Banking, Housing and Urban Affairs (terug)