welkom
extra
Solidariteit

De FNV kiest ook in de crisis voor de gezamenlijke schouders

De marktwerking en de vakman

Hans Boot

Mijmerend somberen hoeft echt niet, tenminste volgens het tienpuntenplan dat de FNV vorig jaar november lanceerde. Weliswaar is de economische crisis net begonnen, het plan zal de gevolgen beperken en 'Nederland' versterkt laten terugkomen. Geloof de slotzinnen: "Het komt er nu op aan gezamenlijk de schouders er onder te zetten. Dan komen we ook deze situatie te boven."

De nota heet "Nu investeren in mensen" en sluit aan op recente verklaringen van de internationale vakbeweging. Een groep bezoldigde bestuurders van FNV Bondgenoten zegt "een stap verder" te willen gaan. In 21 punten presenteren ze een werknemersagenda voor de toekomst (Zeggenschap, december 2008). Uit beide puntenplannen een kleine selectie.

Power

Eerst de FNV. Punt één zet de toon. Het biedt ondernemers een staatslening die "voor zover mogelijk" terugbetaald wordt. In plaats van eventuele ontslagen blijven mensen in dienst van het bedrijf en nemen deel aan een scholingsprogramma. Ondernemers betalen de aanvulling op de werkloosheidsuitkering; de laatste wordt voorgeschoten. De aanbeveling moet 'power' tonen: "Zo houden we mensen vast voor de sector, komen ze niet in een vacuüm terecht, en gaat het kwalificatieniveau omhoog. Drie keer winst." Drie keer verlies is dat de reële werkloosheid uit beeld verdwijnt, looneisen al gauw van 'ondankbaarheid' getuigen en ondernemers beschermd worden.
Het tweede punt gaat over de "doorgeslagen flexibiliteit", waarmee vooral de vrijwel rechteloze tijdelijke contracten worden bedoeld. Wat is hier het antwoord? Afspreken wat in een bedrijf een redelijke verhouding is tussen vaste en tijdelijke contracten en de positie van de 'flexkrachten' verbeteren. De vaagheid (wat is redelijk?) zal wel een aanloop naar onderhandelingen zijn, niettemin is het onbegrijpelijk dat aan de opnieuw gebleken kwetsbaarheid van het tijdelijke werk geen einde wordt gemaakt. Dat kan door alle arbeid onder te brengen in de CAO van de sector of het bedrijf. De pieken en dalen zijn vervolgens te reguleren met een arbeidsweek van gemiddeld 32 uur met 36 als bovengrens. Inderdaad met behoud van het volle loon.

Het zesde punt wil het "consumentenvertrouwen vergroten" door de spaarlonen vrij te geven die voor een paar jaar zijn vastgezet. Dan zou het geld weer stromen en de conjunctuur omhoogschieten. De veronderstelling zal zijn dat wankelmoedige consumenten, dus 'wij allemaal', minstens medeschuldig zijn aan de crisis van de banken en de stagnerende productie. De ondernemers zagen er wel wat in, goed voor de loonmatiging.
Het achtste punt behelst een "time-out" voor de marktwerking in de publieke sector. De privatisering heeft "zijn beste tijd gehad" en moet maar in de wacht. Nog los van vragen als wanneer, hoe en hoelang, is dit toch wel een heel merkwaardige benadering van het door velen erkende probleem van uitgeholde zorg, gekrompen onderwijs, rommelig openbaar vervoer, ongrijpbare energievoorzieningen, enzovoort. De FNV heeft de macht niet, maar zou wel in haar eisen en daden kunnen inspireren en mobiliseren. Dus in dit geval: zo snel mogelijk een offensief voor een publiek herstel met de klaarliggende miljarden als een uiterst praktisch werkgelegenheidsfonds.

Paritair

Na de nota van de FNV verwelkomd te hebben, leidt de groep bondsbestuurders de 21 punten in met een snelle terugblik op de afgelopen 25 jaar. Opvallend is dat daarin de Nederlandse vakbeweging naar voren komt als een slachtoffer van het deregulerend neoliberalisme. Weggeduwd uit de centrale beslissingen en onmachtig op het decentrale niveau is ze in het defensief gedrongen. Ook vandaag lijkt de vakbeweging vooral speelbal van maatschappelijke ontwikkelingen te zijn, want de bestuurders zien het tij keren nu de economie in elkaar stort en het marktdenken heeft gefaald. Onder het motto "terug naar de basis" achtten ze een wending naar nieuwe arbeidsverhoudingen mogelijk. Dat kan door het vakmanschap in volle glorie te herstellen. Daar omheen kunnen dan bijvoorbeeld een herkenbare FNV Post en FNV Openbaar Vervoer zich decentraal organiseren.
In het verlengde van dit eerste punt volgen een pleidooi voor de terugkeer van de vakscholing, een "jaarlijkse rugtas met geld voor persoonlijke ontwikkeling" en aandacht voor talentenontplooiing. Maar even verrassend als de vakman bovenaan de agenda verscheen, verdwijnt hij in een serie behoorlijk uitgekauwde punten als: winstdeling, geen bovenmatige vertrekpremies bij topinkomens, meer zeggenschap van werknemers over de combinatie arbeid/zorg en van vakbonden over sociale zekerheid.
In dat rijtje past ook - onder het kopje "corporate governance" - de paritaire samenstelling van de raad van commissarissen. Wat daarvan verwacht wordt, is een raadsel. Een paar andere punten maken dat raadsel alleen maar groter. Ze gaan, kennelijk geïnspireerd door de financiële crisis, over de pensioenfondsen. Deze mogen niet meer investeren in bedrijven die hoge bonussen uitkeren en moeten het "graaien" en de "zelfverrijking" in de financiële wereld tegengaan door de grootste nadruk te leggen op werknemersbelangen en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Mooie gedachten die hun schoonheid echter verliezen met de wetenschap dat uitgerekend de pensioenfondsen paritair bestuurd worden. (Het is een kleinigheid, maar ik schrik nog steeds als de grote bouwbaas Brinkman in zijn hoedanigheid van bestuursvoorzitter van 's werelds grootste pensioenfonds, het ABP, geruststellend uitlegt dat mijn pensioen voor hem heilig is.)

Deze kritische kanttekeningen bij de "werknemersagenda voor de toekomst" laten onverlet dat de groep bestuurders van FNV Bondgenoten zich in ieder geval laat horen. Met de verwerping van "winstbejag en aandeelhoudersbelang" dragen ze misschien bij aan de vervanging van de helpende hand die de FNV aan regering en ondernemers biedt, door een koene vuist.