De strijd voor onafhankelijke vakbonden in Egypte
In afwachting van legalisering: toenemende politisering
Saif Nasrawi 1
In Egypte grappen activisten vaak dat hun land slechts vijf georganiseerde groepen kent: de burgerlijke en militaire bureaucratie van de staat, de Sufi orden, de Moslim Broederschap, de Orthodoxe Kerk en de voetbalclub Ahly. Misschien kan binnenkort daaraan een nieuwe groep worden toegevoegd. De strijdbaarheid onder de Egyptische arbeiders neemt toe, waardoor zij meer en meer op zoek zijn naar vrije vakbonden om hun verslechterende economische omstandigheden op een institutionele manier aan te pakken.
Veel arbeiders zijn gedesillusioneerd door de 52 jaar oude, door de staat gecontroleerde Egyptische Vakbondsfederatie (Egyptian Trade Union Federation, ETUF). De privatiseringsplannen van de overheid en de wereldwijde crisis stellen slechts werkloosheid in het vooruitzicht. De roep om onafhankelijke vakbonden ter verdediging van arbeidsrechten vindt daarom steeds meer gehoor.
|
Foto's: Hossam El-Hamalawy
|
Tweedaagse staking
In reactie op de oprichting van de algemene bond van ambtenaren van de 'belastingdienst vastgoed' (General Union of Real Estate Tax Authority Employees, RETA), hebben arbeiders in de dienstensector en diverse industrieën dezelfde intenties geuit.
"We bekijken momenteel de mogelijkheden om onafhankelijke vakbondscomités op te richten en we zijn in ieder geval vastberaden ons lidmaatschap van de Egyptische Vakbondsfederatie te beëindigen. We hopen deze doelen te bereiken door alle legale, grondwettelijke mogelijkheden te benutten die we hebben." Aldus Ali Fattouh, stakingsleider en chauffeur bij de openbaarvervoersdienst PTA (Public Transport Authority), in een interview met de krant Al-Masry Al-Youm.
Fattouh zei dit enkele dagen na de tweedaagse staking in augustus van ongeveer de helft van de 48.000 chauffeurs, conducteurs en monteurs bij PTA. Ze protesteerden tegen de lage lonen, onbetaalde verzekeringspremies en intimidatie door de verkeerspolitie. Afgelopen week verscheen opnieuw een oproep tot staking, waarin werd gezegd dat de overheid de beloftes niet nakomt die zij deed tijdens de onderhandelingen eind augustus.
Onafhankelijke waarnemers beschuldigen de bestuurders van de federatie en de aangesloten fabriekscommissies al langer van corruptie, het bij stakingen onder één hoedje spelen met het management en van fraude bij vakbondsverkiezingen. "Net als het parlement en de overheid is ook de Egyptische Vakbondsfederatie ETUF langzamerhand een marionet in de handen van de zakenlieden geworden", meende Kamal Abu Eita, voorzitter van de nieuwe vakbond RETA.
Elfdaagse sit-in
Ook onder Egyptische leraren, universiteitsdocenten, medewerkers van het Ministerie van Onderwijs, postbeambten, gepensioneerden en verkeersleiders bestaan plannen om onafhankelijke vakbonden op te richten. "De RETA is een voorbeeld geworden voor andere arbeiders en ambtenaren. Het is eigenlijk het enige en belangrijkste onafhankelijke politieke project van 2009", zei Khaled Ali, hoofd van het Egyptisch Centrum voor Economische en Sociale Rechten.
Ooit was het nog een vergezocht idee dat enkel werd bediscussieerd achter de gesloten deuren van de kantoortjes van linkse Egyptische partijen en NGO's. Maar sinds de arbeiders van de textielfabriek Ghazl el-Mahalla in de periode 2006-2008 een serie massale stakingen en 'sit-ins' organiseerden, wint onafhankelijk vakbondswerk aan stootkracht. Ze eisten meer loon, toeslagen en betere veiligheidsmaatregelen. Maar ook zegden een paar duizend van de 27.000 Ghazl el-Mahalla arbeiders gezamenlijk hun lidmaatschap van de federatie ETUF op. Tegelijkertijd begonnen ze de discussie over het opzetten van een onafhankelijke vakbond van textielarbeiders.
In december 2007 organiseerden duizenden ambtenaren van de belastingdienst een elfdaagse sit-in buiten het Ministerie van Financiën in het centrum van Caïro en eisten een loonsverhoging. Hoewel de algemene bond van employees bij de banken, verzekeringsbedrijven en financiële instellingen - UBIFE, lid van de ETUF - de staking afkeurde, kwam de overheid met een loonsverhoging van meer dan 325 procent aan de eisen van de actievoerders tegemoet.
Samen met een handjevol andere stakingsleiders lukte het Abu Eita om meer dan 37.000 handtekeningen in te zamelen onder de bijna 45.000 beambten van de vastgoedbelastingdienst. Daarmee werd de oprichting van de eerste, sinds 1957, onafhankelijke vakbond in Egypte een feit. "De vorming van een vrije vakbond is een recht dat in de Egyptische grondwet is vastgelegd en door de overheid in diverse internatonale arbeidsrechtenverdragen geratificeerd", zei Abu Eita. Hij refereerde aan artikel 56 van de Egyptische grondwet dat de vorming van vakbonden op een democratische grondslag garandeert en aan Conventie 87 van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) over de vrijheid van vereniging.
Felle weerstand
De stap van stakingsleider Abu Eita om een onafhankelijke vakbond op te richten heeft felle weerstand opgeroepen, vooral onder bestuurders van de door de overheid gecontroleerde ETUF. Zij beschuldigen hem ervan te proberen de arbeidersbeweging te 'politiseren' en daarmee de uiteindelijke desintegratie van de beweging te bewerkstelligen.
Makram Labib, het hoofd van het door de staat gesteunde vakbondscommissie van belastingambtenaren in het Daqahliya Gouvernaat, beschuldigde Abu Eita van de vermenging van vakbondswerk met politiek. "Ik kreeg langzamerhand in de gaten dat hij de belastingdienst tot een politiek platform wilde maken", zei Labib, één van de andere stakingsleiders die de sit-in van december 2007 organiseerde. "Zolang de overheid nog tegemoetkomt aan onze economische eisen is het zeer onrealistisch tot de oprichting van een onafhankelijk vakbond op te roepen. Vooral nu ons land afstevent op de parlementsverkiezingen van 2010, waarbij een mogelijke wisseling van de presidentiële macht zal plaatsvinden." Daarmee refereerde Labib impliciet aan de kritiek van Abu Eitas op een machtsoverdracht door president Hosni Mubarak aan zijn zoon Gamal.
Abu Eita, lid van de oppositionele Nasseristische Karamah-Partij en activist in de Egyptische Beweging voor Verandering (Kifaya), wees de beschuldiging resoluut van de hand. "Onze oorspronkelijke bedoeling was te protesteren tegen het feit dat de meerderheid van de bestuurders van de vakbondscommissie en ook het hoofd van de ETUF, Hussein Megawar, in werkelijkheid leden zijn van de regerende Nationale Democratische Partij. Daarom konden we het idee om onze strijd te vermengen met de agenda van andere politieke partijen niet tolereren. Het gaat uitsluitend om onze eigen rechten."
Verbreding eisen
Waarnemers menen dat de strijd van de arbeiders langzaam maar zeker verschuift van directe economische eisen - betere lonen, uitkeringen en verzekeringen - naar de meer politieke kwestie over hun verhouding tot de staat en de ETUF. Velen benadrukken echter wel de invloed van politieke partijen op de agenda van de arbeiders. "Arbeiders zijn altijd ontzettend bedacht op politieke partijen die voor hun eigen zaak ergens voordeel uit willen halen, daarom proberen ze met opzet zich ervan te distantiëren", zei Khaled Ali. "Er zit echter ook een tactische dimensie aan. Ze proberen te voorkomen dat ze zich de woede van de overheid en haar veiligheidsapparaat op de hals halen."
Een vooraanstaand bestuurder van de RETA zei dat de leden de discussie voerden over de deelname aan een landelijke staking voor betere werkomstandigheden, waartoe afgelopen april enkele activisten via internet opriepen. "Er was een nagenoeg unanieme beslissing niet mee te doen om elke beschuldiging van vermenging van vakbondswerk met politiek te voorkomen", vertelde, onder voorwaarde van anonimiteit, aan de krant Al-Masry Al-Youm.
Tegenstrategie federatie
Uit angst voor een domino-effect dat het streven naar onafhankelijkheid onder de bijna vier miljoen arbeiders in de Egyptische publieke sector zou aanwakkeren, kwam de ETUF met een tegenstrategie om greep te krijgen op de ambtenaren van de belastingdienst.
Drie weken geleden werd Abu Eita ondervraagd door de openbaar aanklager van Noord Giza over "de verspreiding van onjuiste informatie over de vakbondsfederatie ETUF" en "het publiekelijk optreden in naam van een vakbond zonder hiertoe gerechtigd te zijn". Op beide 'misdrijven' staat maximaal zes maanden gevangenisstraf of een boete van 100 Egyptische pond, ongeveer 13 euro.
De voorzitter van de door de overheid gesteunde bond van employees in de financiële sector (UBIFE), Farouq Shehata, startte de zaak tegen ABU Eita. Hij meende dat deze op onwettige basis de belastingambtenaren vertegenwoordigde.
De pogingen om de RETA te ondermijnen begonnen vorige maand al. De voorzitter van de ETUF, Megawar, besloot toen een commissie te vormen die de wettelijke procedures onderzocht die nodig zijn voor de oprichting van een nieuwe vakbond voor alle employees van het Ministerie van Financiën.
Volgens de critici van ETUF diende het plan van voorzitter Megawar er enkel toe om de rechtmatigheid van de RETA onderuit te halen door specifieke wetsartikelen in stelling te brengen. Bijvoorbeeld een artikel dat het "een lid van een vakbondscommissie niet toestaat lid te zijn van meer dan één bond, ook al oefent hij twee beroepen uit".
Protest
Zes maanden, nadat de leden van de RETA de nodige documenten inleverden bij het Ministerie van Menskracht en Immigratie, het overheidsorgaan dat verantwoordelijk is voor de erkenning van vakbonden, is de wettelijke goedkering nog steeds niet verstrekt.
Op 15 september eisten 49 Egyptische burgerrechtengroepen de erkenning van de RETA door het ministerie "Dat het ministerie opzettelijk het bestaansrecht van de RETA ontkent, zorgt voor grote druk op de organisatie waardoor zij meer bezig is met het bewijzen van haar legitimiteit dan met het verdedigen van de belangen van haar leden", zo stelden die groepen.
De legalisering van de RETA biedt niet alleen bescherming tegen overheidsingrijpen, maar is ook een voorwaarde voor de opening van een bankrekening, waarmee de vakbond de contributie kan innen.
Meer dan één sector
Rahma Refaet, directeur van het centrum voor vakbonds- en arbeidersdiensten, stelde dat de overheid geen coherente strategie heeft om een antwoord te geven op de uitdaging die de RETA en de arbeidersbeweging als geheel vormen. "Optreden tegen de arbeiders door ze te arresteren, intimideren en schorsen zou zeer riskant en duur kunnen zijn", aldus Refaet. "Nu de economische liberaliseringen in toenemende mate plaatsvinden en Egypte integreert in de wereldmarkt, beginnen sommige politici binnen de [regerende partij] NDP het belang in te zien van een systeem voor collectieve onderhandelingen."
Refaet legde verder uit dat, vanwege het grote wantrouwen jegens de ondemocratische en niet-representatieve vakbondscommissies, arbeiders meestal geen andere mogelijkheid overblijft dan de staking te gebruiken als eerste en enige onderhandelingstechniek. "Er zijn geen schattingen beschikbaar van de omvang van de financiële schade van de werkonderbrekingen, sit-ins en stakingen. Maar er kan redelijkerwijs worden verondersteld dat met zo'n 1.600 vormen van arbeidersprotest sinds 2006, die schade vele miljoenen Egyptische ponden bedraagt."
Minister-president Ahmed Nazif is van plan de overheidsdiensten te privatiseren en de burgers gratis aandelen te geven in de betreffende bedrijven. Dit wordt door veel mensen gezien als een bedrieglijke manier om van meer dan honderd bedrijven in de publieke sector af te komen. De roep uit de arbeidersbeweging om onafhankelijke vakbonden zal naar verwachting dan ook niet afzwakken.
Abu Eita, voorzitter van verse RETA gaf tot slot de volgende overpeinzing mee: "Als het socialisme niet tot stand gebracht kan worden in één land, dan kan een werkelijk onafhankelijke vakbond niet overleven in slechts één sector. De voortschrijdende verkoop van bedrijven in de publieke sector, de toenemende inflatie en de inefficiëntie van de vakbondsfederatie ETUF zijn slechts factoren die de strijd van de arbeiders in Egypte doen aanhouden."
|