Terechte hernieuwde aandacht voor de geschriften van Marx
Mandel over de "Resultaten" van Marx
Sjarrel Massop
(vertaling/bewerking, mei 2009)
Het werk van Marx en dan vooral zijn hoofdwerk het Kapitaal staat weer in de belangstelling. Niet verwonderlijk, omdat het kapitalisme als politiek en economisch systeem geen afdoende oplossingen toestaat voor de crises die het zelf telkens veroorzaakt. Terwijl Marx inzichten biedt in de ontwikkelingen en crisisverschijnselen van het kapitalisme. Ook vandaag. Een goede reden stil te staan bij een belangwekkende tekst die Ernest Mandel van commentaar voorzag.
Het betreft: Resultate des unmittelbaren Produktionsprozesses (Resultaten van het directe productieproces). Deze hier te noemen "Resultaten" is samen met de Grundrisse tot ongeveer 1930 onbekend gebleven. De Grundrisse is een verzameling fragmenten en teksten, waarvan wel gezegd wordt dat het de jonge en de oude Marx verbindt. De jonge van voor ongeveer, was een bevlogen revolutionair, een filosoof die vooral de ideeën van Hegel over dialectiek en vervreemding verbond met de ideeën van Feuerbach die een historisch materialist was. De oude Marx was de auteur van het uitgebreide werk over de politieke economie, vastgelegd in de drie delen van het Kapitaal, die een doorwrochte analyse maakte van het kapitalisme en de kapitalistische productiewijze.
Roman Rosdolsky, een marxist uit Oekraïne, heeft na de Tweede Wereldoorlog enkele exemplaren van de Grundrisse kunnen bemachtigen en daarmee zijn Ontstaansgeschiedenis van het Kapitaal van Marx geschreven.
Constante expansie
Over de Resultaten is door 'Marx kenners' veel gediscussieerd. Het werk heeft dan ook het karakter van een manuscript. Het lijkt herschrijvingen te bevatten van delen van het Kapitaal en bestaat uit tekstfragmenten dwars door elkaar heen, waarbij de paginanummering niet klopt, enzovoort. Mandel die bij een Engelse heruitgave van het Kapitaal 1 een voorwoord schreef, kwam er ook niet helemaal uit. Hij dacht dat het rond 1862, voordat het eerste deel van het Kapitaal in 1867 verscheen, was geschreven. De functie zou zijn een verbinding te leggen tussen de delen 1 en 2 van het Kapitaal. Marx ontwierp een grondige analyse van de werking van het kapitaal in de politieke economie, zou het niet zo kunnen zijn dat hij met de Resultaten beoogde dieper in te gaan op het zich ontwikkelende productieproces? Dan is die tekst wederom actueel, omdat het kapitalisme als productiesysteem in een nieuwe fase komt. Wat schreef Mandel over de Resultaten?
Hij begon met een expliciete stelling van Marx aan te halen: De constante expansie van de kapitalistische markt is absoluut noodzakelijk voor het overleven van de kapitalistische wijze van produceren. De kapitalistische productie is een proces met een groeiende massa machinerie, een groeiend vast kapitaal en een groeiende organische samenstelling van het kapitaal. De laatste is de verhouding tussen het vaste en variabele deel, oftewel de verhouding tussen kapitaal en arbeid. Omdat het aandeel van het vaste kapitaal groeit, is het vanwege de massaproductie van waren op een toenemende schaal, noodzakelijk dat de verkoop van waren - de markt - ook groeit.
Collectieve arbeider
De kern van het betoog in de Resultaten is het leggen van een relatie tussen de kapitalistische productiewijze, als productie van meerwaarde en waren, en de toenemende arbeidsproductiviteit, zonder welke op de lange termijn geen toename van meerwaardeproductie mogelijk is. Voor dit doel introduceerde Marx het onderscheid tussen de formele en de reële onderschikking van de arbeid aan het kapitaal.
De formele onderschikking is karakteristiek voor de periode van de manufactuur, de loonarbeider verkoopt zijn arbeidsvermogen, maar behoudt zijn vakmanschap grotendeels. De reële onderschikking is karakteristiek voor de moderne fabriek met zijn constante revolutie van productietechnieken en -methodes. Er is steeds minder arbeid nodig en door de mechanisering, automatisering en later zelfs robotisering, verandert en ontwikkelt de arbeid zich daardoor ook inhoudelijk.
Door gebruik te maken van dit onderscheid ontvouwde Marx de specifieke, interne logica van het kapitalisme. De zoektocht naar een constante toename van meerwaardeproductie impliceert een zoektocht naar een constante reductie van de kostprijs, dus een constant goedkoper worden van waren. Daar komt bij dat het kapitaal, liever dan zich aan te passen aan een gegeven structuur van de vraag of sociale behoeften, zich presenteert door de productie te revolutioneren. Dat kan door de vraag en de behoeften zelf te revolutioneren, door markten uit te breiden, door nieuwe behoeften en producten te scheppen en door nieuwe omgevingen tot stand te brengen, waarin de productie van goederen voor meerwaarde - productie voor winst - moet zorgen.
Dit proces leidt tot een constante expansie van de technologie, van het gebruik en de zoektocht naar wetenschappelijke ontdekkingen die toepasbaar zijn in het productieproces zelf. Deze ontdekkingen worden zelf ook ondergeschikt aan het kapitaal. Zo verschijnt een nieuwe formidabele bron van toegenomen productiviteit van de arbeid, ongekend voor de moderne fabriek.
Daarbij stelde Marx de mystificatie aan de kaak dat wetenschap zowel een bron van waarde is als een bewijs dat kapitaal productief is. Hij benadrukte het feit dat onder kapitalistische voorwaarden arbeid niet gezien moet worden als alleen handenarbeid, maar als het gecombineerde of samengestelde arbeidsvermogen van al degenen waarvan de arbeid onvervangbaar is om het eindproduct te produceren. Hij gebruikte hier zelfs het begrip 'de collectieve arbeider', de 'globale arbeider' (Gesamtarbeiter). Dat betekent dat het waardeproducerende proces de manifestatie is van arbeidstijd die besteed wordt door al degenen die samenwerken in de productie, terwijl ze hun arbeidskracht verkopen aan de kapitalist. Deze 'collectieve arbeider' omvat voor Marx expliciet ook ingenieurs, technici en zelfs managers.
Objectieve socialisatie
Het zou voor de hand liggen vervolgens in te gaan op de belangrijke controverse over het onderscheid tussen 'productieve' en 'onproductieve' arbeid.2 Mandel gaf er echter de voorkeur aan deze discussie te laten rusten, omdat de echte moeilijkheid bij dit onderscheid niet ligt in wat er zich afspeelt binnen het productieproces, maar in het vraagstuk van het onderscheid tussen de productie en circulatie van waren en de zogenaamde dienstenindustrie. Een actuele kwestie die het belang van de Resultaten onderstreept.
Mandel benadrukte wel dat wat Marx behandelde in de Resultaten niets anders is dan een verdere ontwikkeling van zijn theorie van de objectieve socialisatie van de arbeid door het kapitalisme. Want Marx schetste immers de wijze waarop de integratie van wetenschap en productie en de ontwikkeling van technologie en machinerie plaatsvinden. Namelijk als de objectieve ontkenning van het eigen karakter van de arbeid, hetgeen de essentie is van de warenproductie. En wel op een tweezijdige manier.
- Aan de ene kant - in de fabriek - kunnen zowel de individuele arbeider en de individuele wetenschapper slechts werken als onderdeel van een geheel. Zij kunnen niet langer functies vervullen van individuele aard, ongeacht de activiteiten van de andere leden van het 'team'. Hun werk is onderdeel geworden van een samenwerkend geheel. Een 'collectief' dat potentieel - als eenmaal het kapitalisme is vervangen door de heerschappij van de geassocieerde producenten, in het socialisme dus - de ongedroomde mogelijkheden zal openbaren van de ontwikkeling van de individuele talenten en capaciteiten. Juist, omdat dit hoge niveau van objectieve samenwerking in de arbeid het algemene perspectief van het menselijk streven en de potentiële zelfontwikkeling zal openen.
- Aan de andere kant hoe meer - via fabrieken, industriebranches en landen - de centralisatie van kapitaal voortschrijdt, hoe meer ook de technische en economische integratie voortgaat. Dat zal steeds hechtere banden scheppen van objectieve samenwerking tussen producenten die honderden zo niet duizenden kilometers van elkaar verwijderd zijn. Ook op deze manier bereidt het kapitalisme de basis voor van zowel de ware eenheid van de menselijke soort als de ware eenheid van het individuele dat materieel mogelijk gemaakt wordt door de objectieve socialisatie van de arbeid.
Maar onder het kapitalisme kan deze objectieve socialisatie van de arbeid zich niet bevrijden van de boeien van de productie. Deze gigantische machinerie kan alleen functioneren voor het doel en de bestemming van de private toe-eigening van de winst, van de winstmaximalisering door elke individueel bedrijf. Een uitgangspunt dat haaks staat op de optimale economische ontwikkeling (en zelfs van de optimale verdeling van de groei en de sociaal materiële bronnen).
Het conflict tussen aan de ene kant de ontwikkeling van de objectief meer en meer gesocialiseerde productiekrachten en aan de andere kant de kapitalistische verhoudingen op basis van de private toe-eigening, is bepalend voor het productiesysteem. Zowel voor de terugkerende economische crises als voor een potentiële sociale crisis die angstaanjagend explosief wordt naarmate de burgerlijke samenleving haar progressieve missie heeft volbracht en aankomt in de periode van historisch verval.
Goedkope arbeid
In dit verband is een opmerking noodzakelijk over de tekstdelen van Marx die gepubliceerd zijn als Geïsoleerde Fragmenten (gevonden in een notitieboek van Marx). Twee hiervan zijn van speciale betekenis. Eén bespreekt het belang en de functie van vakbonden en één de functie van de emigratie. Beide bevestigen de interpretatie van Marx' loontheorie.
In het eerste fragment ging hij ervan uit dat een vakbond een combinatie is van verkopers van de waar arbeidskracht die dezen in staat stelt te onderhandelen over de prijs van hun waar met de kapitalisten om te komen tot voorwaarden die meer gelijke zijn dan dat ze op individuele basis waren. Zoals het geval is met alle waren, kan de prijs nooit voor erg lang bepaald worden door de gemiddelde waarde van de arbeidskracht. Maar door te voorkomen dat de kapitalisten de waarde van de arbeidskracht verlagen, kunnen de vakbonden tenminste verhinderen dat alle Resultaten van de toegenomen arbeidsproductiviteit automatisch toekomen aan de kopers van de waar arbeidskracht, de kapitalisten. Met andere woorden, de vakbonden kunnen een groei van de reële inkomens bereiken door de nieuwe waarde van arbeidskracht op te nemen in de tegenwaarde van de nieuwe massa geproduceerde waren die nieuwe verworven behoeften bevredigen.
Het tweede fragment benadrukte de grenzen van de emigratie van Europa (speciaal van Engeland) naar overzeese gebieden, naar staten waar de internationale mobiliteit van arbeid ondergeschikt is aan de mobiliteit van het kapitaal. Marx voegde daar aan toe dat een significante toename van de Engelse overzeese emigratie haar dominante positie op de wereldmarkt zou vernietigen. Dit is precies wat in feite gebeurd is. Als het resultaat van een toegenomen export van waren en overtollige arbeid deed zich een wereldwijd verval van het industriële arbeidsreserveleger voor dat de wereldwijde stijging van de reële lonen verklaarde.
Dit fenomeen herhaalt zich in de kern van de kapitalistische economieën. Het kapitaal zoekt goedkope arbeid en haalt die naar zich toe - Polen, Roemenen, Bulgaren - of verplaatst het productieproces naar goedkope lonen landen om de Resultaten veilig te stellen.
1 K. Marx, Capital, a critique of political economy, volume 1, 2 en 3, Londen, 1981 (Penguin Books). Vertaling Idavid Fembach. Inleiding Ernest Mandel. Daarin is opgenomen: Results of the immediate Process of Production, ook ingeleid door Mandel. (terug)
2 Productieve arbeid is 1) arbeid die direct geruild wordt met kapitaal, 2) arbeid die waarde produceert, meerwaarde en dus kapitaal, 3) elke arbeid die bijdraagt aan de productie van waren (dus ook die van de manager of technicus, maar niet die van de kapitalist). Onproductieve arbeid is arbeid welke direct wordt geruild met opbrengsten (loon, winst, pacht of rente) of arbeid die geen waarde produceert en arbeid voor de (re)productie van het proletariaat, toezichthoudende activiteiten en activiteiten voor de circulatie. (terug)
|