Oproep ter ondertekening
Sociaal herstel en versterking vakbondsrechten in Europese Unie
Roland Siebe
Vijftien prominenten uit de academische wereld in verschillende landen van de Europese Unie lanceerden een algemene oproep voor herstel van sociale rechten en versterking van vakbondsrechten. Na de verkiezingen van juni 2009 is er alle reden de nieuwe leden van het Europees Parlement aan de tand te voelen. Eind 2009 zal de oproep tijdens een persconferentie in Brussel toegelicht worden.
Ieder die zich zorgen maakt over de uitholling van de sociale wetgeving en de aantasting van de rechten van vakbonden (en hun leden!) kan de oproep ondertekenen. Vakbonden, verenigingen en andere organisaties kunnen zich aansluiten. Evenals alle vrouwen en mannen voor wie sociale rechten onlosmakelijk verbonden zijn met democratische rechten.
"Modernisering"
Al meer dan dertig jaar wordt de organisatie van de arbeid geflexibiliseerd. Met als gevolg een aanzienlijke verslechtering van de positie en de loonvoorwaarden van werknemers in zowel de publieke als de sociale sector. Nadat de Europese Commissie in 2005 verklaarde de arbeidswetgeving te willen "moderniseren", is een nog zwaarder offensief ingezet tegen de rechten van werknemers. Dat offensief loopt via maatregelen van de nationale regeringen of via de Europese Unie en richt zich ook op vakbondsrechten. Een dergelijk sociaal beleid is een politiek systeem, dat zich democratisch noemt, onwaardig.
De grote meerderheid van de politieke klasse die in de Europese Unie en de lidstaten de dienst uitmaakt, steunt de ondernemerswereld in zijn streven naar sociale afbraak. De resultaten daarvan zijn desastreus voor de werknemersrechten in het Europa van vandaag:
- de arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur zou achterhaald zijn en dient zo snel mogelijk te verdwijnen,
- de werkzekerheid en trendmatige loonsverbeteringen van werknemers in overheidsdienst zijn niet van deze tijd en het uitsterven waard,
- de ontslagbescherming wordt aangetast,
- het recht op en de collectieve financiering van een pensioen dat een fatsoenlijk inkomen garandeert, worden aanzienlijk beperkt,
- het recht op een werkloosheidsuitkering, voor een langere periode zeker gesteld en gebaseerd op het laatst verdiende loon, wordt uitgehold.
Hof van de Arbeid
In de Europese Unie leven 100 miljoen mensen in armoede , waarvan 48 procent in de 'eerste' vijftien lidstaten. Het aantal werkende armen stijgt van jaar tot jaar, in bijvoorbeeld Italië en Spanje gaat het om meer dan 10 procent. En alsof dit nog niet genoeg is, namen de autoriteiten van de Europese Unie onlangs de volgende, onaanvaardbare besluiten:
- Het Hof van Justitie van de Europese Unie beknot via zijn jongste arresten (Viking, Laval, Rüffert, Luxemburg) in ernstige mate de sociale grondrechten. Het Hof bevestigt de voorrang van de vrijheid van vestiging en dienstverlening ten opzichte van het stakingsrecht, kent de nationale rechter de macht toe te oordelen over de legitimiteit van een staking, ondermijnt de collectieve overeenkomsten die niet de status hebben van algemeen geldende regels, legt handelsvrijheden op als verplichtend onderdeel van de nationale politiek en beperkt de bepalingen van de nationale sociale wetgeving tot zo'n minimaal niveau dat een richtlijn voor een andere dan de bedoelde bestemming gebruikt kan worden (detachering van de werknemers, 1994).
- De Commissie, de Raad en het Parlement van de Europese Unie keurden een reglement goed dat in december 2009 (Verordening EG nr. 593/2008) overal in Europa van toepassing is en de arbeidsovereenkomst gelijk stelt aan een eenvoudig civiel contract tussen als gelijk beschouwde partijen.
Deze nieuwe elementen geven duidelijk de bedoeling van de Europese autoriteiten weer om het arbeidsrecht geleidelijk als specifiek rechtsdomein, gescheiden van de private relaties tussen burgers, af te schaffen. Dat zal ons terugbrengen naar de negentiende eeuw, het tijdperk waarin het civiel recht de arbeidsbetrekkingen beheerste en waarin de stem van de ondernemer altijd heerste over die van de arbeider, de macht van de sterkste over de zwakste.
De ondertekenaars van deze oproep protesteren fel tegen dit proces van achteruitgang. Ze roepen de nieuwe leden van het Europees Parlement op ervoor te zorgen dat de internationale arbeidsnormen - de 188 ILO conventies en alle artikelen van het Europees Sociale Handvest - zo spoedig mogelijk worden opgenomen in de Europese wetgeving. Een gemeenschappelijke Europese politiek is mogelijk!
Om tussen de Europese volkeren een democratische Unie tot stand te brengen, is het wezenlijk een kader van dwingende bepalingen te ontwikkelen - internationale en Europese sociale wetgeving - dat democratische, sociale rechten laat prevaleren boven de wetten van het geld en de handel. Dit zal ook snel moeten uitmonden in een gespecialiseerd Hof van de Arbeid binnen het Europees Hof van Justitie. Dat vereist een omvorming van de Europese instituties teneinde het democratische principe van de scheiding der machten te vestigen en het Europees Parlement volledig in staat te stellen zijn taak als wetgever op zich te nemen.
Eerste ondertekenaars
o | Mateo Alaluf, hoogleraar arbeidssociologie, België. |
o | Paul Bouffartigue, directeur onderzoek Centre nationale de recherche scientifique (CNRS), Frankrijk. |
o | Christina Deliyanni-Dimitrakou, hoogleraar recht, Griekenland. |
o | Gilbert Demez, emeritus hoogleraar sociaal recht, België. |
o | Bernard Friot, econoom en hoogleraar sociologie, Frankrijk. |
o | Corinne Gobin, hoogleraar politieke wetenschappen, België. |
o | Claude Javeau, emeritus hoogleraar sociologie, België. |
o | Steve Jefferys, directeur Working Lives Research Institute Londen, Verenigd Koninkrijk. |
o | Francis Kessler, lector privaatrecht, columnist economische weekbijlage Le Monde, Frankrijk. |
o | Yannis Kouzis, hoogleraar en wetenschappelijk adviseur Algemeen Verbond van Griekse Werknemers, Griekenland. |
o | Jürgen Kädtler, directeur Instituut voor sociologisch onderzoek, universiteit Göttingen, Duitsland. |
o | Robert Lafore, leraar publiek recht, Frankrijk. |
o | Evelyne Serverin, directeur onderzoek rechtssociologie, CNRS, Frankrijk. |
o | George Spyropoulos, oud-directeur ILO, Zwitserland. |
o | Giovanna Procacci, hoogleraar sociologie, Italië. |
|