Onderzoek Amsterdams Instituut voor Arbeidsstudies1
Solidariteit in de 21e eeuw
Sjarrel Massop
Al lang weten socialisten dat de mensheid een prachtige toekomst wacht. Het wordt tijd dat we op basis van onderlinge solidariteit die gewenste toekomst realiseren. Het kapitalisme heeft inmiddels voldoende gelegenheid gekregen zijn ongelijk te bewijzen waar het gaat om een menswaardige en duurzame samenleving. Tijd voor nieuw onderzoek.
De Universiteit van Amsterdam, meer specifiek het Amsterdamse Instituut voor Arbeidsstudies (AIAS), start een onderzoeksprogramma onder de titel "Solidariteit in de 21e eeuw: Vergrijzing, Immigratie en Solidariteit".
De redactie van webzine Solidariteit heeft uiteraard niet het alleenrecht op het begrip solidariteit, daarvoor is het te maatschappelijk en te sociaal. Wel koestert ze het begrip, ook als de wetenschap zich ermee bemoeit, omdat het uitermate belangrijk is voor de inrichting van een andere samenleving.
Samenvatting programma
Het programma is gericht op onderzoek naar de gevolgen van een veranderende samenstelling van de bevolking ten gevolge van migratie en vergrijzing. Met name voor het draagvlak van solidariteit, zowel informeel als formeel (via de verzorgingsstaat). Onderzocht wordt welke motieven, condities en omstandigheden al dan niet bevorderlijk zijn voor het in stand houden van de solidariteit tussen en binnen verschillende bevolkingsgroepen.
Een ambitieuze opzet die het verdient aangemoedigd en gestimuleerd te worden en dat kan het beste gebeuren door het onderzoek kritisch te volgen. Het duurt vier jaar en staat onder leiding van de hoogleraren Paul de Beer en Jan Willem Duyvendak, waarbij enkele postdoctorale onderzoekers en enkele assistenten in opleiding de deelonderzoeken uitvoeren.
De vraagstelling luidt: wat zijn noodzakelijke en voldoende voorwaarden voor solidariteit en sociale cohesie in een veranderende samenleving. Hierin zitten drie variabelen opgesloten: voorwaarden, solidariteit en samenleving. Het onderzoek gaat dus over de onderlinge samenhang van deze variabelen. De vraagstelling stelt dat de samenleving al een kenmerk heeft: ze verandert. Dat leidt direct tot een complicatie van de vraagstelling, namelijk wat is het effect op de voorwaarden als de variabele samenleving verandert. Worden aan de solidariteit andere eisen gesteld in een kapitalistische samenleving in vergelijking met de socialistische waar we naar toe gaan en waarvan we hopen dat het de veranderde samenleving is waar het onderzoeksprogramma op doelt. In ieder geval wordt duidelijk dat er een wederzijdse afhankelijkheid bestaat tussen de variabelen voorwaarden voor solidariteit enerzijds en samenleving anderzijds.
Solidariteit een definitie
De centrale variabele in het onderzoek is het begrip solidariteit. Nu heb geleerd dat een variabele een kenmerk is van een onderzoekselement. Daar zoek ik dus naar. Waarvan is solidariteit een eigenschap? Van bijvoorbeeld individuele mensen of van een groep of van de gehele samenleving? De onderzoeksgroep verstaat onder solidariteit iedere handeling die ten goede komt aan een ander, zonder dat de 'contribuant' (begunstiger) de zekerheid heeft dat de begunstigde deze handeling in gelijke mate zal terugbetalen. Solidariteit is hier dus een kenmerk van individuen, contribuanten en begunstigden.
Volgens mij ontstaat hier een zogenaamd niveauprobleem in wetenschappelijk methodologisch opzicht. Gezocht wordt namelijk naar de relatie tussen solidariteit op individueel niveau en de veranderende samenleving op maatschappelijk niveau. Dat probleem kan, denk ik, opgelost worden door solidariteit te definiëren als een maatschappelijk begrip. Maar dat is niet eenvoudig. Beperken we de samenleving tot de Nederlandse, dan zouden we vergelijkingen kunnen maken tussen bijvoorbeeld de Nederlandse tolerantie en de Nederlandse solidariteit. Duidelijk is dat het onderzoeksprogramma de kloof tussen de 'grote samenleving' en de individuele houding en het begrip van mensen moet dichten om wetenschappelijk verantwoorde conclusies te kunnen trekken.
Ik pleit voor een sociologisch onderzoek, dat speurt naar een collectief solidariteitsbegrip van een groep en vervolgens nagaat wat de invloed van dit begrip is op de beperkte samenleving waarin die groep leeft. En natuurlijk ook omgekeerd, de beperkte samenleving van de groep zal ook effect hebben op het solidariteitsgevoel van de groep.
Theoretisch model
Een theoretisch of conceptueel model biedt een (sociaal) wetenschappelijk onderzoek het denkkader, waarbinnen het onderzoek plaatsvindt (zie schema hieronder). De tekst die het onderzoek presenteert, zegt dat het model schematisch de samenhang weergeeft tussen de verschillende factoren die de solidariteit verklaren. Er zitten echter enkele problemen aan dat model, wanneer beoogd wordt de relatie of samenhang tussen contribuant en begunstigde te onderzoeken.
Ten eerste is het probleem dat het model de contribuanten en de begunstigden als groep tracht op te vatten. Daarmee ontstaan twee onderzoeksniveaus en dat is niet handig. Het model moet de keuze bieden hoe de te onderzoeken onderdelen (onderzoekselementen) gedefinieerd worden. Kortom, óf individuen óf groepen onderzoeken.
Ten tweede zijn de vijf in het model genoemde factoren (attitude, sociale afstand, gepercipieerd gedrag naar de groep, gepercipieerd gedrag naar de begunstigde en beeldvorming uit de media), kenmerken van de contribuanten (groepen) en de begunstigden (groepen) en geen relaties of samenhangen.
Ten derde kies ik voor wederkerige relaties. Immers de begunstigden hebben ook kenmerken die van invloed zijn op de contribuanten.
Ten vierde komt in het model niet terug het aspect van de veranderende samenleving dat deel uitmaakt van de centrale vraagstelling.
Ten slotte, en dat is een groot probleem, beperkt het onderzoek zich tot twee categorieën contribuanten en begunstigden van de solidariteit, namelijk jongeren versus ouderen en allochtonen versus autochtonen. Inperking van het onderzoeksterrein is te begrijpen, maar een pretentieuze doelstelling als "solidariteit in de 21e eeuw" eist een groter bereik dan deze twee categorieën.
Interessant zou een tussentijdse rapportage van onderzoeksbevindingen zijn en een discussieplatform naast het onderzoek waar de solidariteit in de 21e eeuw op de agenda staat. Webzine Solidariteit zou hierin een rol kunnen spelen.
|