welkom
extra
Solidariteit

Israël - werkloosheid, buitenlandse arbeiders en wereldcrisis

De één deporteren, de ander dwingen

Assaf Adiv1

Yuval Steinitz, minister van Financiën van Israël is onvermoeibaar. Na zijn aanval op de Hoge Raad - zou 'populistische' uitspraken doen en overheidsgeld verkwisten - komt hij met een nationaal programma om de werkloosheid te overwinnen. Een lovenswaardig initiatief. Wat kan daar nu tegen zijn? Volgens het dagblad Yediot Aharonot, 13 december 2009, heel veel. Steinitz interpreteert de problemen verkeerd en komt dus tot verkeerde oplossingen.

Volgens Steinitz kent de werkloosheid twee oorzaken. 1. De (veronderstelde) aanwezigheid van een half miljoen illegale buitenlandse arbeiders. 2. De (veronderstelde) luiheid van de werklozen die weigeren banen te accepteren die nu nog bezet worden door deze buitenlanders. Daaruit volgt de grondslag van het programma: als de politie erin slaagt de illegalen te deporteren en de overheid de werklozen kan verplichten de vrijgekomen arbeidsplaatsen in te nemen, dan zal het werkloosheidscijfer van acht naar vier procent dalen.

Overdreven cijfers

Steinitz claimt dat er tussen de 400.000 en 500.000 buitenlandse arbeiders zonder arbeidsvergunning zijn. Dit is louter speculatie. Want volgens een rapport van het ICBS (Israel Central Bureau of Statistics) eind 2008, gaat het om 222.000 mensen, onderverdeeld in 114.700 verlopen werkvergunningen en 107.000 verlopen toeristenvisa. Bovendien is het Ministerie van Financiën direct verantwoordelijk voor de import van buitenlandse arbeiders met vergunningen. De overheid heeft talloze maatregelen genomen om het quotum omlaag te brengen, maar dat is niet gelukt. In de zorgsector werken meer dan 50.000 en in de landbouw bijna 30.000 buitenlandse arbeiders met een vergunning.

Aan de ene kant overdrijven Steinitz en zijn collega's de aantallen om een hetze te creëren en aan de andere kant doen ze niets aan de import van arbeiders uit China, Thailand, de Filippijnen en andere landen die onder slavernijachtige omstandigheden tewerk worden gesteld. Deze mensen betalen hoge bedragen, soms tienduizenden dollars, om een vergunning te bemachtigen. Dollars die bijeengeschraapt worden door bijvoorbeeld het familiebezit te verpanden. Het meeste geld wordt onder tafel betaald aan malafide tussenpersonen. Bij aankomst in Israël komen sommigen erachter dat de in advertenties beloofde banen niet bestaan en dat de agent met de noorderzon vertrokken is. Deze 'bemiddelaars' hebben er belang bij dat de illegalen gedeporteerd worden, omdat zo weer ruimte ontstaat om nieuwe slachtoffers te maken. In plaats van dat het Steinitz' plan deze praktijken bestrijdt, krijgen ze groen licht door de 'illegalen' te deporteren.

Geen werk

De manier om de werkloosheid aan te pakken, is zorgen dat er voor iedereen een baan beschikbaar is. Inmiddels heeft de wereldwijde economische crisis geleid tot een herziening het klassieke neoliberale denken. Het is tegenwoordig bon ton dat de overheid ingrijpt om bedrijven te redden en zelfs te besturen. Juist op dit punt laat het Israëlische Ministerie van Financiën het afweten. De hoogste ambtenaar Haim Shani verklaarde op de Globes Business Conference van 13 december 2009 dat "het ministerie niet met geld zal smijten om Tefron [een grote textielfabrikant] te redden. De overheid is geen deskundige in het redden van bedrijven, en we gaan niet investeren in een specifiek bedrijf".

Deze mededeling werd gedaan tegen de achtergrond van de crisis die ook bedrijven als Tadiran (elektrische apparaten), Mulitan (textiel) en Tefron bedreigt. Het gevolg is dat er duizenden werklozen bijkomen in een regio die al hard geraakt is. Deze fabrieken staan op het platteland waar de werkloosheidscijfers hoger zijn dan het landelijke gemiddelde. In Arabeh en Sakhnin - Arabische steden waar de kern van de arbeiders van Tefron vandaan komt - is het officiële werkloosheidscijfer opgelopen tot boven de 20 procent. Het percentage Arabische vrouwen dat aan de betaalde arbeid deelneemt, is met 18 procent laag; het is er volgens de Centrale Bank de oorzaak van dat Israël niet wordt opgenomen in de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling). Anders gezegd, de onevenwichtige arbeidsmarkt verhindert dat Israël opgaat in de wereld van de industrielanden.

Feest van de dwazen

Het Ministerie van Financiën volgt de neoliberale visie die economische groei baseert op het private kapitaal en ontloopt daarmee zijn verantwoordelijkheid banen te scheppen. De enthousiaste omarming van de principes van globalisering hebben de afgelopen twintig jaar geleid tot een grote verschuiving van de industrie naar landen waar arbeid goedkoop is en grote winsten lonken - en de arbeiders van Israël naar de verdoemenis helpen.
Zelfs een efficiënt en succesvol bedrijf als Tadiran is ten prooi gevallen aan een systeem dat arbeiders straft die beschikken over sociale verworvenheden en eerlijke inkomens. De tragiek van de globalisering van het kapitaal ligt verborgen in deze 'race to the bottom'. De 'winners' zijn de armen en ongeorganiseerden die blijven werken voor een aalmoes.
Ook de bedrijven die de orkaan van de globalisering hebben doorstaan, zijn in handen gekomen van investeringsclubs die in vergelijking met de oude industriëlen geen binding meer hebben met het bedrijf. Als voorbeeld dient Pri Hagalil (fruit van Galilea) in Hazor, waar mismanagement en vette bonussen tot een faillissement hebben geleid. En bij Tefron, waar de plaats van de kapitalistische oprichters is overgenomen door twee investeringsmaatschappijen die slechts ten doel hebben snelle winsten en grote bonussen binnen te halen. Daarbij krijgen een langetermijnvisie en stabiliteit en zekerheid van banen de laagste prioriteit.

Dit gebeurt allemaal met de zegen van de overheid. Toen Warren Buffett - kocht Yiskar in 2006 van Stef Wertheimer - de deal ondertekende, was dat in aanwezigheid van premier Ehud Olmert. Welk belang heeft Buffett bij de Israëlische arbeiders? Toen Tnuva - een belangrijke landbouwcoöperatie - in 2007 overging naar APAX, werd dat bejubeld als een briljant succes voor het bedrijf dat de hoeksteen was van de oude conservatieve economie. Ook voor dit grote multinationale investeringsbedrijf tellen de belangen van de boeren en arbeiders van Tnuva niet.
Deze investeringsbedrijven schuiven met tientallen miljarden over de wereld en laten overal verbrande aarde achter. Zij kommeren zich niet om banen en kennen geen sociale verantwoordelijkheden. Termen als efficiëntie, ondernemersmoed en overtuigingskracht zijn niets anders dan eufemismen voor de speculatie die ook geleid heeft tot de huidige wereldwijde crisis. Net als overal elders eigenen de managers zich hier miljoenen grote bonussen toe zolang ze winst maken. Als deze bedrijven haperen, dan worden de arbeiders naar huis gestuurd. De overheid trekt zich terug en wast de handen in onschuld.

Verandering nodig

Dit alles vond plaats in 2009, na de ineenstorting van de Amerikaanse investeringsbanken, in een situatie waar de wereldcrisis de nationale economieën van Griekenland, Spanje en Oost Europa bedreigt. Maar bij de Israëlische minister van Financiën ontbreekt zelfs een begin van bezinning. Nog steeds gelden de desastreuze theorieën van Netanyahu uit de tijd dat hij minister van Financiën was.
De wereldcrisis heeft echter nieuwe theorieën nodig. De overheid moet als doelstelling het scheppen van banen hebben. Wondermiddelen, zoals het opjagen van illegale arbeiders, dragen niets bij aan een stabiele banenmarkt en fatsoenlijke salarissen.
Deze feiten schreeuwen om aandacht, wanneer we gezonde bedrijven als Pri Hagalil, Tadiran en Tefron in moeilijkheden zien komen door falend management. De overheid heeft hier de plicht in te grijpen en deze bedrijven te nationaliseren, hun afzetmarkten veilig te stellen en waar nodig ondersteuning bieden om duizenden banen te redden.

In Duitsland bijvoorbeeld subsidieert de overheid gedurende twee jaar de lonen ten einde ontslagen in deze crisistijd te voorkomen. Zelfs in de Verenigde Staten heeft Barack Obama verregaande maatregelen genomen om General Motors voor een faillissement te behoeden. Maar in Israël heeft Steinitz besloten heiliger dan de paus te zijn. Deze 'handen af politiek' is niet schadelijk voor de 'mismanagers' die hun investeringen al weer terug hebben. Wel wordt schade berokkend aan de arbeiders die naar het arbeidsbureau worden gestuurd of nog erger naar het Wisconsin Project, ook zo'n constructie om met privaat kapitaal een fortuin te verdienen over de rug van de werklozen.2


1 Oorspronkelijke titel: War on Scarecrows: Steinitz at the Treasury - http://www.challenge-mag.com - bewerking/vertaling: Ab de Wildt. (terug)
2 Zie rubriek "ingezonden", Een baan voor een enkeling - Wisconsin in Israël, 4 september 2005.