welkom
extra
Solidariteit

Een wereldreis door de tijd

Het jaar 10 door de eeuwen heen

Harry Peer 1

De wereld is een schatkamer vol erfgoed, materieel en geestelijk. Geschiedenis prikkelt de nieuwsgierigheid en de fantasie. Geschiedenis is een onuitputtelijke bron van informatie, verbazing, verwondering, vermaak en verdriet. Zonder historische kennis zouden we richtingloos door deze wereld dwalen. We zijn nieuwsgierig naar wat er in het jaar "10" van vorige eeuwen gebeurde.

We rijgen de jaartallen als kralen aan een ketting aaneen. Er ontstaat als vanzelf een historische band tussen mensen en gebeurtenissen uit verschillende tijdsperioden. We voeren keizer Constantijn in 310 op, voelen mee met een tijdgenoot als Augustinus over de val van Rome in 410, ergeren ons aan de doortraptheid van koning Clovis in 510, ontmoeten Mohammed in 610, bezoeken in 710 even de eerste echte Japanse hoofdstad, denken aan de Denen die Friesland aandeden in 810, feesten mee vanwege 600 jaar Nieuwe Kerk in Amsterdam, genieten van de schilderijen van de beroemde kunstschilders Botticelli en Caravaggio die overleden in respectievelijk 1510 en 1610 en roeren nog veel meer aan uit volgende eeuwen.

Constantijn, uit het Capitolijns museum Rome
310 - Hoofd van Constantijn, uit het Capitolijns museum Rome

Keizer Constantijn - 310

Eeuwenlang zijn er schermutselingen geweest aan de grenzen van het Romeinse Rijk. In 310 voert keizer Constantijn een strafexpeditie uit aan de noordzijde van de Rijn. Hij richt tegenover Keulen een versterkt bruggenhoofd op. De keizer neemt een groot aantal Alemanen gevangen. Hij kruisigt ze niet, maar gooit ze voor de leeuwen; een beproefd recept om de schrik er bij het volk in te houden. In Trier werpt hij zelfs zoveel krijgsgevangenen voor de leeuwen dat de beesten verzadigd raken.
In het begin van de vierde eeuw vonden eveneens de laatste grote vervolgingen plaats van de christenen. De christelijke gemeenschap is trouwens geen hechte eenheid (ketterse groepen staan in de hele historie op), in die tijd was ze in twee grote kampen verdeeld over de status van de Drie-eenheid. Daarbij handelde het om de relatie tussen God de Vader, God de Zoon en de Heilige Geest. Laat het nou de niets ontziende Constantijn zijn - zelf net christen geworden - die in 313 bij het Edict van Milaan de christenen volledige godsdienstvrijheid geeft. Dit zou ingegeven zijn door een visioen dat Constantijn het jaar daarvoor had, "In het teken van dit kruis zult gij overwinnen". Christenen beschouwen het als een keerpunt in de geschiedenis van het christendom. Ze hebben de wind mee, later in de eeuw wordt het katholieke christendom zelfs tot staatsgodsdienst verheven.

Rome - 410

Multicultureel zijn we altijd al geweest. Een kleurig affiche wees me er onlangs op dat we ooit samen met Egypte deel uitmaakten van een groot over drie continenten uitstrekkend wereldrijk met Rome als hoofdstad. Rome slaagde erin door organisatietalent en militaire kwaliteiten een groot deel van de toen bekende wereld te veroveren. Het Romeinse Rijk was een immens imperium met vele volkeren, culturen, talen, rassen en religies.
Om die reden spreekt het tot onze verbeelding dat het kleine Carthago het machtige Romeinse Rijk durfde uit te dagen. De Romeinse senator Cato beet zich erin vast. Hij waarschuwde voor de permanente bedreiging van aartsrivaal Carthago door elke toespraak te eindigen met de zin: "Ceterum censeo Carthaginem esse delendam" (Overigens ben ik van mening dat Carthago verwoest moet worden). Cato overleed in 149 vóór Christus, het beginjaar van de Derde Punische Oorlog die zou eindigen met de verwoesting van Carthago in 146.
Daarmee was wraak genomen op Hannibal die eerder had geprobeerd Rome in te nemen. We zien de spectaculaire beelden zo voor ons. Om dat doel te bereiken, was hij rond 220-203 vóór Christus met een indrukwekkende legermacht met reusachtige angst aanjagende olifanten vanaf het Iberisch schiereiland de Pyreneeën en de Alpen over getrokken. Hannibal bracht het Romeinse leger diverse keren verpletterende nederlagen toe, paste de tactiek van de verschroeide aarde op het Italiaanse platteland toe, maar werd ter verdediging van Carthago teruggeroepen.

Wat Hannibal niet lukte, daar slaagden de Visigoten onder leiding van Alarik in 410 na Christus wel in. De Goten maakten deel uit van een grote uit het oosten en noorden komende volksverhuizing waar het zieltogende Romeinse Rijk niet tegen bestand bleek. Opgejaagd door de Hunnen, een ruitervolk uit de steppen van Centraal-Azië, trokken, vluchtten, de Goten de grenzen van het Romeinse Rijk over. Op 9 augustus 378 versloegen ze de Romeinen in de slag bij Adrianopel, daar waar nu Europees Turkije is en waar toen de Romeinse provincie Thracië lag. Keizer Valens kwam hierbij om het leven.
In de nacht van 24 augustus 410 werd Rome verraden. Eén van de poorten in de stadsmuur, de Porta Salaria, werd van binnenuit geopend zodat de Visigoten ongehinderd de slapende stad binnen konden komen. De barbaren plunderden Rome. Door de langdurige belegering waren de voedselvoorraden in Rome bijna uitgeput, een belangrijke reden voor de indringers om de stad al na drie dagen te verlaten en zuidwaarts naar Sicilië te trekken dat rijk aan graan was. Alarik maakte een einde aan Romes reputatie van onoverwinnelijke stad. De Goten troffen het Romeinse Rijk in het hart. De feitelijke en symbolische betekenis hiervan was enorm. Kerkvader Hiëronymus: "De stad die de hele wereld veroverde, is nu zelf veroverd" (brief 127 aan Principia, in 412).
Bij het bloedbad werd een derde van de inwoners van Rome om het leven gebracht. Edward Gibbon (1737-1794) verhaalt erover in zijn wereldberoemde Decline and Fall of the Roman Empire (Herfsttij en Ondergang van het Romeinse Rijk): "Elfhonderd drieënzestig jaar na zijn stichting werd Rome, dat een aanzienlijk deel van de mensheid had onderworpen en beschaafd, uitgeleverd aan de bandeloze furie van stammen uit Germanië en Scythië." De ondergang van de Eeuwige Stad is een gebeurtenis die door veel tijdgenoten werd opgevat als het einde van de wereld.

Kort na de val van Rome schrijft kerkvader Augustinus (354-430) zijn invloedrijkste werk De Stad Gods. Hierin weerlegt hij de bewering van de heidenen dat de christenen door de Oudromeinse deugden te ondergraven en de Oudromeinse goden hun eerbied te onthouden, voor de ondergang van het Romeinse rijk verantwoordelijk waren. De Stad Gods stijgt boven de alledaagse historische gegevens uit. Het is een complete christelijke geschiedenisfilosofie. Het christendom heeft de mensheid naast de civitas terrena, de aardse stad, ook de civitas Dei, de stad Gods, geschonken. Het Romeinse keizerschap verdwijnt in het Westen uiteindelijk in 476. Daarmee werd een periode afgesloten die volgens de overlevering was begonnen met de stichting van Rome door Romulus in 753 vóór Christus.
Gibbon oordeelt anders dan Augustinus over de invloed van het christendom op de ondergang van het Romeinse rijk: "Aangezien het geluk in een toekomstig leven de verheven doelstelling van het geloof is, hoeven wij ons er niet over te verbazen of te verontwaardigen dat de opkomst, of althans de uitwassen van het christendom op het verval en de ondergang van het Romeinse rijk enige invloed heeft gehad. De geestelijkheid predikte met succes de leerstellingen van de lijdzaamheid en de lafheid; het werd de gelovigen ontraden zich dienstbaar te maken voor de samenleving; en wat resteerde van de geest van het militarisme werd in het klooster begraven."
Geschraagd door Augustinus moet het in deze barre tijden voor het groeiend aantal christenen een troostrijke gedachte zijn geweest dat het leven in dit aardse tranendal slechts een voorbereiding is op het hiernamaals, het verblijf in de stad Gods, waar we verlost en volmaakt worden, voor eeuwig mogen genieten van Gods stralende aanwezigheid.

Friesland - 410

In het begin van de vijfde eeuw wordt het Friese gebied overspoeld door Angelen en Saksen. Hun stamgebied ligt in het oosten tussen de Weser en de Elbe. Het verandert het karakter van de bevolking. De invallers vermengen zich met de Friezen. Maar een groot deel van de invallers, vergezeld door Friezen, trekt verder westwaarts naar Brittannië. Talen en tradities vermengen zich zodanig dat de Angelsaksische predikers die ongeveer 350 jaar later de Noordzee oversteken om de Friezen te kerstenen, ze goed kunnen verstaan.
We hebben het allemaal op de lagere school geleerd. De Friezen hadden weinig met Bonifacius en het christelijk geloof op. Hij wordt in 754 bij Dokkum vermoord. Eeuwen later toen ons land was gekerstend, werd Bonifacius heilig verklaard. Mogelijk verdiende hij die heilige status, maar toch niet als martelaar. Gerlof Verwey schrijft over Bonifacius in Geschiedenis van Nederland dat hij "niet werd vermoord zoals te vaak wordt aangenomen, door wegens de vernietiging van de beelden hunner goden in woede ontstoken Friezen, maar door een groep met lansen en schilden bewapende rovers, die hoopten in zijn vlak bij zee opgeslagen tentenkamp kostbaarheden en wijn te vinden".

Koning Clovis in de Saint Denis in Parijs
510 - Koning Clovis in de Saint Denis in Parijs

Koning Clovis - 510

De manier waarop het bereikt wordt, is in de loop der eeuwen wat van gedaante veranderd, maar een constante factor in de geschiedenis van de mensheid is de strijd om de macht en de moraal, behoud en uitbreiding van het territorium, kapitaal en invloedssferen. In het begin van de zesde eeuw breidde Clovis zijn rijk, gelegen in het huidige Frankrijk en Duitsland, aanzienlijk uit. Kort na zijn overtuigende overwinning op de Goten in 507 kreeg Clovis het heuglijke bericht uit Constantinopel dat de keizer hem tot consul had verkozen. Dat was een eretitel die herinnerde aan het klassieke Romeinse Rijk.
Clovis had een gemeen plan in gedachten. Hij schreef Chloderik, de koning der Ripuarische Franken te Keulen (508-509), een geheime brief waarin hij deze voorstelde zijn oude vader Sigebert te vermoorden in ruil voor het koningschap en zijn vriendschap. Chlodorik ging hierop in, vermoordde inderdaad zijn vader, besteeg de troon en meldde dit aan Clovis. Chlodorik was dom en Clovis doortrapt. Clovis stuurde in 510 zijn manschappen op Chlodorik af die hem om het leven brachten.
Clovis overleefde zijn slachtoffer slechts een jaar. Het Frankische Rijk werd na zijn dood verdeeld onder zijn vier zonen: Theodorik, Chlodomer, Childebert en Chlotarius. We kennen Clovis tevens als de koning die talrijke onderdanen onder dwang tot het christendom bekeerde.

Mohammed - 610

De joden en de christenen krijgen concurrentie. In 610 ontvangt Mohammed, alleen in een grot op de berg Hira, in zijn slaap de eerste openbaring van de aartsengel Gabriël. Drie jaar later bezoekt de engel hem opnieuw. Mohammed had zijn visoenen tot dan alleen toevertrouwt aan zijn vrouw Khadija en enkele familieleden. Nu draagt de aartsengel hem op in het openbaar te gaan prediken en het geloof van Adam en Abraham opnieuw te introduceren. De meeste inwoners van Mekka reageerden vijandig op zijn verhalen over sociale rechtvaardigheid. Zij verdienden flink aan Mekka als pelgrimsoord voor de Arabische polytheïsten. De gedwongen verhuizing (hijra) van Mohammed naar Medina in 622 markeert het begin van de mohammedaanse jaartelling. In 630 kwam een machtige Mohammed weer terug in Mekka. Hij hield de bewoners te vriend door de Ka'aba over te nemen als het belangrijkste heiligdom van de islam.
De islam is streng monotheïstisch. Het ontleent aan en bouwt voort op het jodendom en christendom. Er is maar één God, Allah. Mohammed is zijn profeet, de laatste in een rij met onder anderen Abraham, Mozes en Jezus. We kunnen ons wel voorstellen dat het eigenaardige christelijke dogma van de Heilige Drievuldigheid, God-Jezus-Heilige Geest, voor moslims een vorm van polytheïsme is. Ik herinner me uit mijn katholieke jeugd dat we de goddelijke Drie-eenheid als een mysterie moesten opvatten, dit genadig accepteren was een aan te prijzen verdieping van het geloof.

De drie wereldgodsdiensten, woestijngeloven zeggen sommigen ook wel, hebben elk een heilig boek, respectievelijk de Tenach of Torah, de Bijbel (dat is de Tenach met het Nieuwe Testament als uitbreiding) en de Koran. De boodschap van God aan Mohammed is neergelegd in de Koran die 114 soera's of hoofdstukken omvat. Elke religie heeft voorts zijn eigen eredienst, godshuis, bijzondere dagen en leefregels. Mohammed had er niet van kunnen dromen, een eeuw na zijn eerste droom. De Islam verspreidde zich razendsnel over het Midden en Nabije Oosten en Noord-Afrika. De moslims drongen op aan de oostelijke en zuidwestelijke grenzen van Europa. Ze werden tussen 710 en 720 voor de tweede keer verslagen bij Constantinopel, maar in het Westen begon hun zegetocht. Daarover lezen we in Andrew Wheatcroft Ongelovigen: "In 710 stak de eerste groep Berbersoldaten in vier kleine schepen de vijftien kilometer brede zee-engte over en ging aan land op Las Palomas, een eiland voor de Spaanse kust vlak bij het moderne Tarifa." Ruim een miljard moslims vormen nu de tweede wereldgodsdienst. Het wordt vaak vergeten, maar Nederland heeft met de vroegere kolonie Indonesië een eeuwenlange ervaring in de omgang met moslims.

Kofukuji tempelcomplex
Kofukuji tempelcomplex is in de Nara periode van locatie veranderd; de Nanendo is in 721 gebouwd in opdracht van keizerin Gemmei en keizer Gensho

Japan - 710

Voor de Europeanen waren Japan en China in het eerste millennium terra incognita. Deze landen hadden net zo goed op een andere planeet kunnen liggen. Het duurde nog enige eeuwen, voordat Marco Polo doordrong in China. Japan hield zich, afgezien van een handjevol Nederlanders op Decima, tot midden negentiende eeuw geïsoleerd van de rest van de wereld.
In China en Japan ontwikkelde zich een eigen cultuur die pas de laatste eeuwen westerse, kapitalistische invloed ondergaat. In de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw waren Amerikaanse en Europese ondernemers en geleerden gegrepen door het Japanse bedrijfsleven. De behoefte aan kennis over dat land was enorm. Mede om die reden is Japan. De onzichtbare drijfveren van een wereldmacht van K.G. van Wolferen uit 1989 een wereldwijde bestseller geworden. De Japanse economie stagneert nu al ruim tien jaar. Maar zonder China zou de wereldeconomie nu in een werkelijk schrikbarende crisis zijn beland.

Wat kunnen we melden over Japan in 710? Tot het eind van de zevende eeuw was het paleis van de keizer tevens de hoofdstad van Japan. De regering van het land werd gevormd door de leden van de keizerlijke huishouding. Wanneer een keizer overleed, werd zijn paleis verbrand vanwege de associatie met zijn dood. De opvolger kreeg weer elders een passend optrekje. Japan was op China georiënteerd en volgde de daar bekende gecentraliseerde keizerlijke bureaucratie. De noodzaak van een vaste hoofdstad diende zich steeds meer aan. In 710 stichtte keizerin Gemmei de eerste permanente hoofdstad van Japan in Heijo-kyo, ten westen van het huidige Nara. Het was een kleinere versie van de hoofdstad van de Chinese Tangdynastie in Chang'an. De stad strekte zich 4,5 km van oost naar west en 4 km van noord naar zuid uit. Toen de stad rond 720 was voltooid, telde hij ongeveer 200.000 inwoners. Er trad een periode van politieke stabiliteit in die bijna 75 jaar duurde (de Nara-periode, 710-784) en waarin het bestuur, de cultuur en de wetten sterk naar Chinees voorbeeld werden gemodelleerd. Het Chinese schrift werd aangepast voor de Japanse taal. In deze periode raakte het boeddhisme op grote schaal verspreid in Japan.

De Noormannen - 810

Plunderen is van alle tijden. In 810 beginnen de invallen van de Noormannen in onze streken. Godfried van Denemarken verschijnt met 200 schepen voor de Friese kust om er een rooftocht uit te voeren, dorpen worden gebrandschat, bewoners als slaven meegevoerd en de bevolking een schatting opgelegd. De komst van de Noormannen is kennelijk zo ingrijpend en tot de verbeelding sprekend dat het veel meer in ons geheugen is blijven hangen dan de invallers vier eeuwen ervoor. We maken in 810 deel uit van het Karolingische Rijk, waarvan de regeerperiode van Karel de Grote het hoogtepunt vormt. Op kerstdag van het jaar 800 kroonde paus Leo III de fiere Frank in de St. Pieterskerk in Rome naar de Byzantijnse ritus tot keizer.
Karel belooft de Kerk militair te beschermen en haar binnen zijn rijk sterker te maken. Zowel de paus als de keizer profiteren van het prestige van het klassieke Rome. Het brengt Dante eeuwen later tot de uitspraak: "Rome is de plaats die door God is gekozen als bestuur van de wereld."
Terug naar de Noormannen. De expansie van de Vikingen wordt gestuwd door overbevolking en de zucht naar buit, maar in dit bijzondere geval is de komst van Godfried eveneens bedoeld als vergelding voor de pogingen van Karel de Grote om de Denen bij zijn rijk te voegen. De Denen wisten dat onderschikking aan Karel tot gedwongen kerstening zou leiden. Zo had hij de Saksen na meer dan dertig jaar weerstand onderworpen door 4.500 Saksen na de slag bij Verden-an-der-Aller in 782 terecht te stellen. Het bloedbad is de voorbode van het christelijk geloof. Karel de Grote reageert op de komst van Godfried van Denemarken met de bouw van een verdedigingsvloot. Het komt hem wel goed uit dat zijn tegenstander uit het noorden wordt vermoord.

Karel de Grote, 742-814
Karel de Grote, 742-814

In het katholieke geschiedenisonderwijs wordt wat besmuikt gedaan over de gewelddadige kerstening van de heidenen. Tegen de moraal in die aan de buitenwereld wordt verkondigd, leeft de geestelijkheid de pacifistische lessen niet na van de martelaren die in Rome voor de leeuwen werden geworpen. Naastenliefde wordt steeds meer een dekmantel voor de belangen van de kerk als organisatie en in sommige perioden zelfs voor de vleselijke lusten van paters en prelaten.
We zien het door de hele geschiedenis heen. Met de bijbel (of een ander heilig boek) in de hand en een fanatiek godsgeloof kan alles worden gerechtvaardigd, zelfs slavernij en apartheid, de wrede martelingen tijdens de inquisitie, heksen op de brandstapel, jodenvervolging, discriminatie van de vrouw en het verbod op geboortebeperking. Als het hen zo uitkomt, scharen paus en predikant zich aan de zijde van de machtigen of kijken ze de andere kant op. Werkelijk onthutsend zijn de recente uitlatingen van het Vaticaan over de pogingen vrouwen tot priester te wijden. Het wordt als eenzelfde zware overtreding van het kerkelijk recht gezien als het seksueel misbruik van kinderen door priesters. Veel van die misdadige priesters is in het verleden voor dit misdrijf de hand boven het hoofd gehouden, vrouwen die een poging willen doen priester te worden zullen worden geëxcommuniceerd.

De nieuwe Kerk in Amsterdam
1410 - De nieuwe Kerk in Amsterdam

De Nieuwe Kerk in Amsterdam - 1410

We maken een flinke stap in de tijd, maar we blijven in onze contreien. In het hart van de hoofdstad aan de Dam staat De Nieuwe Kerk. Dit jaar is op feestelijke wijze herdacht dat 600 jaar geleden in 1410 de Nieuwe Kerk in Amsterdam werd gebouwd. H. Brugmans dateert in het eerste deel van zijn reeks over de geschiedenis van Amsterdam de bouw van het godshuis overigens in andere jaren, tussen 1380 en 1390 en in 1414. Beter is te stellen dat er nu vanuit wordt gegaan dat op 18 mei 1410 de eerste mis plaats vond in de Amsterdamse kerk.
De uitbreiding van Amsterdam noopte tot een kerk aan de nieuwe zijde, de Oude Kerk bestond al sinds 1260. In de kerk vinden we prachtige orgels, een schitterend koorhek en het mooiste preekgestoelte van Nederland. De Nieuwe Kerk is de eerste eeuwen diverse keren zwaar beschadigd door brand, in 1421, 1452 en 1645. Mogelijk heeft dat er mede toe geleid dat het kerkgebouw mist wat Brugmans zo fraai aanduidt als dat "wat de meeste andere kerken zo aantrekkelijk maakt, de hoog opstrevende toren die ten hemel wijst".
Hebt u de Nieuwe Kerk wel eens bezocht dan zult u de bijna literaire omschrijving door Brugmans wel herkennen: "De Nieuwe Kerk is geen wonder van gotische bouwkunst: ze is niet te vergelijken met de pracht en rijkdom van de Franse kathedralen, van Reims, van Rouaan, van Parijs, van Chartres en zoveel andere. Evenmin gelijkt zij op Noord- en Zuid-Nederlandse kerken als de St.-Goedele te Brussel en de St.-Jan in Den Bosch. Het fijne kantwerk van bogen, beelden, pinakels en torens ontbreekt hier zo goed als geheel. Maar wat hier in ruime mate wordt gevonden, dat zijn de goede, fraaie en indrukwekkende lijnverhoudingen die deze kerk zowel uitwendig als inwendig maken tot een lust voor de ogen van de kunstgevoelige waarnemer. In haar strenge, stille eenvoud is zij met haar hoog middenschip en lage zijschepen, haar prachtig transept, vooral haar hoog koor en brede kooromgang met de krans van sierlijke kapellen een zeer aantrekkelijk monument van het middeleeuwse Amsterdam."

Van rooms-katholiek is De Nieuwe Kerk aan het eind van de zestiende eeuw tot een gereformeerd godshuis omgedoopt. Alleen het Begijnhof resteerde de volgende eeuwen als een katholieke enclave in het overwegend protestantse Amsterdam. De grafmonumenten in de kerk trekken onze aandacht. De admiralen uit de Gouden Eeuw worden geëerd: Michiel Adriaenszoon de Ruijter, Van Galen, Van Kinsbergen en Van Speijk. In 1679 wordt Nederlands grootste dichter en toneelschrijver Joost van den Vondel bijgezet in een eenvoudig graf waarboven in 1772 een gedenkplaat werd onthuld.
Jaarlijks dient de Nieuwe Kerk als toneel voor de herdenkingsdienst voorafgaand aan de Nationale Dodenherdenking op de Dam. Zes Nederlandse koningen en koninginnen zijn er ingehuldigd. De kroning van Beatrix op 30 april 1980 zal de aanwezigen in de Nieuwe Kerk wel altijd bijblijven. Het rumoer van buiten kan hen niet zijn ontgaan, misschien zijn ze zelfs wel bang geweest voor de vele duizenden demonstranten die zich bij hen wilden scharen.
Willem-Alexander en Maxima trouwden er op 2 februari 2002. Tentoonstellingen, concerten, lezingen en manifestaties trekken een groot publiek. Ik herinner me de eerste grote expositie uit 1985 "Oude kunst in de Nieuwe Kerk" en die over honderd jaar sociaal-democratie in Nederland "De Rode Droom" in 1994.

De geboorte van Venus van Sandro Botticelli
1510 - Sterfjaar Botticelli; de geboorte van Venus (geschilderd rond 1487) van Sandro Botticelli, in het Uffizi in Florence

Botticelli - 1510

Een paar jaar geleden stond ik drie uur in de rij voor de Uffizi in Florence. Maar het is het lange wachten beslist waard. Smaken verschillen natuurlijk, maar toen kon ik dan ook opnieuw met eigen ogen de mooiste schilderijen uit de Renaissance zien waaronder La Primavera (rond 1478, "De Lente") en De Geboorte van Venus (rond 1487) van Sandro Botticelli, geboren in 1445 en overleden op 17 mei 1510. Botticelli past in de rij van grote kunstschilders uit de Italiaanse Renaissance. Zijn stijl kenmerkt zich door helderheid, scherpe contouren en sierlijke vormen. La Primavera is een allegorie op het begin van de lente en toont negen figuren onder wie de godin Venus, haar geliefde Hermes en de lentegodin Flora. Opmerkelijk aan het schilderij zijn de bloemen. Er zijn meer dan vijfhonderd verschillende soorten afgebeeld, vaak tot in het kleinste detail. Ondanks de naam beeldt De Geboorte van Venus niet de eigenlijke geboorte van de godin af. Het schilderij toont de aankomst van Venus op een drijvende schelp op het eiland Cyprus. De schilderijen zijn gemaakt in opdracht van de familie De Medici.
Laten we ook eens naar de kunstwereld in Rome van 1510 kijken. Donato Bramante, de grondlegger van de hoog-renaissance, werkte aan de nieuwe St.-Pieter, Michelangelo was al twee jaar bezig met het plafond van de Sixtijnse Kapel en Rafaël beschilderde enkele zalen in het Vaticaan met onder andere zijn fresco De Atheense School. Het is een meesterlijke frescoschildering die de heidense filosofen uit de oudheid verbindt met het neoplatonisme van de renaissance. In het midden van de compositie staan Plato en Aristoteles. Plato is gemodelleerd naar Leonardo da Vinci, voor wie Rafaël bewondering had, en hij voegde portretten van zichzelf en Michelangelo in tussen de Griekse en Romeinse filosofen die de bijfiguren vormen. Ook in Rome zult u het nodige geduld moeten betrachten om al dit moois te kunnen bezichtigen.

Rond 1500 beginnen de ontdekkingsreizen. De geografische ligging is gunstig voor de Portugezen. Ze worden gevolgd door de Spanjaarden, Engelsen, Fransen en Nederlanders. De wereld wordt groter op diverse manieren. We grijpen terug op de klassieke oudheid, de mens komt centraal te staan, ruimtelijk verleggen we onze grenzen (op ongekend gewelddadige wijze gaan we op rooftocht uit naar andere continenten). Decadentie en corruptie die al eeuwen de waarden van de kerk ondermijnen, zijn de voedingsbodem voor de Reformatie, op gang gebracht door Luther, Calvijn en Zwingli. De katholieke kerk probeert met de Contrareformatie (Concilie van Trente, 1544-1563) wat van het verloren terrein terug te winnen. Het humanisme sluit de zwarte medemens uit. De wrede, maar commercieel aantrekkelijke Transatlantische slavenhandel komt op gang. Columbus 'ontdekt' Amerika in oktober 1492, al dacht hij zelf in het oosten van de omgeving van Japan en China te zijn beland. Het is het begin van een verschrikkelijke ellende op het Amerikaanse continent. Onlangs zwaaide de Venezolaanse president Hugo Chávez heftig met het boek De aderlating van een continent van Eduardo Galeano. Hij raadde Barack Obama aan om het te lezen. We begrijpen Chávez' kwaadheid en woeste uithalen, indien we tot ons laten doordringen wat het westerse imperialisme in de loop der eeuwen voor ellende heeft aangericht in Midden- en Zuid-Amerika.
We citeren Galeano: "De woeste vloedgolf van hebzucht, terreur en wreedheid kon deze gebieden alleen ten koste van indianenlevens overspoelen: volgens de meest betrouwbare recente onderzoekingen had Mexico in de tijd vóór Columbus tussen de 30 en 37,5 miljoen inwoners en men schat dat in het Andesgebied nog eens zoveel indianen woonden; Midden-Amerika telde tussen de 10 en 13 miljoen inwoners. In totaal waren er tussen de 70 en 90 miljoen Azteken, Inca's en Maya's, toen de buitenlandse veroveraars aan de horizon verschenen; anderhalve eeuw later was dat aantal teruggelopen tot slechts 3,5 miljoen." Galeano noemt pater Bartolomé de las Casas die zich verzette tegen de wreedheden van de Spaanse veroveraars. Las Casas merkte op dat de indianen liever naar de hel gingen, want dan kwamen ze tenminste geen christenen tegen. Toen er geen indianen meer waren om als arbeidskracht in de mijnen te werken, werden de slaven uit Afrika gehaald. De schattingen lopen tussen de 10 en 20 miljoen mensen die in ketenen geslagen de overtocht over de oceaan maakten.
In 1510 verovert Alfonso de Albuquerque Goa, dat de hoofdstad wordt van het Portugese koloniale imperium in het Verre Oosten. Het Portugese bestuur duurt tot 1961.

De Franse koning Hendrik IV - 1610 (1)

Tijdens een rijtoer door Parijs wordt koning Hendrik IV op 14 mei 1610 doodgestoken door een fanatieke monnik. In de tweede helft van de zestiende eeuw werd Frankrijk geteisterd door de godsdienstoorlogen. In de nasleep hiervan kwam Hendrik IV in 1589 op de troon, nadat twee andere troonpretendenten eveneens Hendrik geheten waren vermoord. Hendrik van Navarra was de eerste - en dan nog wel protestantse - koning uit het Huis der Bourbons. De krachtsverhoudingen waren echter zodanig dat Hendrik in 1593 katholiek werd. Parijs was hem wel een mis waard. Het Edict van Nantes maakte in 1598 een einde aan de Franse godsdienstoorlogen. Met minister Duc de Sully begon hij de door jaren van burgeroorlogen verwoeste economie te herstellen met stimulansen voor handel en industrie.
In 1600 huwde Hendrik zijn tweede vrouw Maria de Medici, de moeder van de toekomstige koning Lodewijk XIII (1601-1643). Maar zijn grote liefde was echter zijn minnares Gabrielle d'Estrées. Zijn vele affaires gaven de koning de bijnaam le Vert-Galant, de rokkenjager. Hendrik IV had het goed met de mensen voor, hij wenste dat elke Fransman op zondag een gebraden kippetje zou kunnen eten. Komt u nog eens in Parijs, vergeet dan niet om de Place de Grève te bezoeken. Denk dan aan Francois Ravaillac, de moordenaar van de koning die hier naar toe werd gebracht en op deze plek werd gekookt in gesmolten lood en kokende olie en vervolgens gevierendeeld.

Zou de Italiaanse schilder Caravaggio nog iets hebben vernomen van de moord op de Franse koning Hendrik IV? Hij had de scheppingskracht en de persoonlijke ervaring om het dramatisch te kunnen uitbeelden. Caravaggio sterft op 18 juli 1610 op 38-jarige leeftijd. De grootste schilder van zijn tijd leidde een avontuurlijk leven, ooit doodde hij een man tijdens een vechtpartij. Er is een verhaal verbonden aan het schilderij Judith onthoofdt Holofernes, gemaakt in 1598-1599, te zien in Galleria Nazionale d'Arte Antico/Palazzo Barberini te Rome. Voor Judith, de joodse vrouw die de Assyrische legerleider Holofernes in zijn slaap met zijn eigen zwaard wist te onthoofden, stond de prostituee Fillide Melazdroni model - de vrouw voor wie Caravaggio waarschijnlijk bij een castratiepoging de pooier Ranuccio Tomassino doodde.
De Zieke Bacchus wordt beschouwd als een zelfportret dat Caravaggio schilderde, toen hij in 1593 in het hospitaal van Santa Maria della Consalazione lag. De Madonna van Loreto bevindt zich nog op haar oorspronkelijke plaats op een altaar in de kerk van S. Agostino in Rome. De Roeping van St.-Mattheüs en de bijbehorende Marteldood van St.-Mattheüs schokten de mensen door hun realistische weergave. Datzelfde geldt nog sterker voor De kruisiging van Petrus, uit 1600-1601.
Het Nederlandse publiek maakte met Caravaggio kennis op een tentoonstelling in 2006 georganiseerd door het Rijksmuseum en het Van Gogh Museum, waarbij vele schilderijen van Caravaggio en Rembrandt naast elkaar te zien waren en op onderlinge verbanden werd gewezen. Sommige schilderijen van Caravaggio troffen me als een hamerslag. De twee grote meesters worden met elkaar vergeleken vanwege hun krachtige verbeelding van sterke emoties, dramatisch lichtgebruik en opzienbarend realisme. De voor deze gelegenheid door Duncan Bull en anderen samengestelde catalogus, 208 bladzijden, is een plezierig leesbare studie van beide genieën en als zodanig een blijvend naslagwerk.
Inmiddels zijn we vier jaar verder. Caravaggio wordt vier eeuwen na zijn dood in diverse plaatsen in Italië gevierd. In een nieuwe spannende biografie wordt zijn leven en werk met elkaar verbonden. Lees Andrew Graham-Dixon: Caravaggio: A Life Sacred and Profane, 514 bladzijden.

Galileo Galilei
Galileo Galilei, geschilderd door Justus Sustermans in 1636

Italië schittert door de kunst. Er is meer. Galileo Galilei (1564 -1642), hoogleraar in natuurkunde en militaire techniek te Padua, leidde met zijn experimenten de moderne wetenschap in. Hij nodigde vakbroeders zoals de Duitse Johannes Kepler uit door zijn telescopen te kijken en de vier manen van Jupiter waar te nemen.
Galilei combineerde wiskunde met mechanica. Hij werd één van de grondleggers van de wetenschappelijke werktuigbouwkunde. In 1610 beschreef hij in Siderius Nuntius, Boodschapper van de Sterren, kort en duidelijk zijn waarnemingen. Vóór 1610 dacht niemand eraan dat het de taak van wetenschappers was om ontdekkingen te doen. Galilei klaagde in een brief aan Kepler dat filosofen aannemen dat echte kennis alleen werd verworven door het vergelijken van teksten, niet door het uitvinden van nieuwe instrumenten. Zelfs dat kon gevaarlijk zijn in de ogen van de rooms-katholieke kerk. Opkomen voor de vrijheid van meningsuiting deed Bruno in 1600 op de brandstapel belanden. Galilei werd voor zijn rechtvaardiging van het zonnestelsel het vuur aan de schenen gelegd. In 1533 werd hij door de inquisitie gedwongen tot zijn beroemde herroeping. Zijn faam was te groot om hem tot een zwaardere straf te veroordelen. De kerk had nog andere middelen om kritisch denken te belemmeren, bekend is de Index. Hierop kwam Galilei's beroemde boek over de verdediging van de heliocentrische theorie van Copernicus te staan. Tijdgenoten gingen Galilei vergelijken met ontdekkingsreizigers als Magellaen, Columbus en Vespucci.

Remonstrantie - 1610 (2)

Terug naar Nederland. In 1609 is het Twaalfjarig Bestand ingetreden. Onze vijand Spanje is even op de achtergrond gedrongen, waardoor de druk op de binnenlandse ketel wat verdwijnt. Er ontstaat ruimte voor het in alle heftigheid naar buiten komen van een al jaren sluimerend theologisch conflict in gereformeerde kring. In 1610 bieden de Arminianen de Staten van Holland een Remonstrantie aan waarin ze hun denkbeelden over het geloof uiteenzetten. Het is een schakel in een keten van conflicten met de Gomaristen over de zuiverheid van het geloof.
De twee partijen zijn genoemd naar hun boegbeelden Jacobus Arminius (1560 - 1609) en Franciscus Gomarus (1563 - 1641), beide gereformeerde theologen en als hoogleraar werkzaam op de Universiteit van Leiden. Ze verschilden van mening over het centrale leerstuk van de gereformeerde godsdienst, de predestinatie. Zijn we vanaf onze geboorte door God voorbeschikt of kunnen we nog enige invloed uitoefenen op onze uiteindelijke bestemming? De Arminianen, de rekkelijken of Remonstranten, stonden voor een wat opener, tolerantere geloofsopvatting en samenleving. De Gomaristen, de preciesen of contraremonstranten, hamerden op een fundamentalistische uitleg van de bijbel en strenge normgeving voor de maatschappij.
Deze theologische twist zou de Republiek politiek gaan beheersen, tot een verwijdering leiden tussen Maurits en Oldenbarnevelt en een dramatische ontknoping krijgen met de Synode van Dordrecht en de onthoofding van de 72-jarige Oldenbarnevelt voor de Ridderzaal op het Binnenhof op 13 mei 1619. Zoals we nu de vierde en vijfde mei herdenken, hebben Nederlanders eeuwenlang elk jaar de dertiende mei in herinnering geroepen. De overlevering wil dat Maurits vanuit de verte toekeek bij de terechtstelling van Oldenbarnevelt, de grondlegger van de Nederlandse staat. Maurits was van mening dat het staatsbelang de executie van zijn vroegere leermeester vereiste. Tot aan de dag van vandaag zijn er burgers in ons land die op een excuus van de Oranjes wachten voor het kwalijke optreden van Maurits.

Een ander punt. De gereformeerden zullen het wel nooit met elkaar eens worden. Voor een seculiere buitenstaander voor wie elk geloof bijgeloof is, zijn de theologische haarkloverijen een bron van verbazing en vermaak, met als komisch hoogtepunt de disputen in de vorige eeuw of de slang nou wel of niet gesproken heeft. Dan te bedenken dat de belastingbetaler al eeuwen opdraait voor al die leerstoelen theologie. De scheiding van kerk en staat wordt op dit terrein wel ongelooflijk losgelaten. In de tijd gezet kunnen we het natuurlijk allemaal wel verklaren en de historicus hoort er serieus mee om te gaan, maar het lijkt me nu een typisch onderzoeksveld voldoende voor een buitengewoon hoogleraar en te bekostigen vanuit uitsluitend particuliere fondsen. Geen wereldvreemde opvatting. Thomas Jefferson zei het twee eeuwen geleden al: "Voor een leerstoel godgeleerdheid zou bij onze instelling geen plaats moeten zijn."
Niettemin blijven God, geloof en godsdienst actuele thema's. Denk alleen maar aan de vele immigranten die mohammedaan zijn en het mede hieruit voortgekomen islamdebat in ons land. Denk ook aan de katholieke kerk waar vanuit Rome elk kritisch geluid in de kerkprovincies wordt gesmoord. Theologie is tegenwoordig niet meer zo dogmatisch als vroeger, hetgeen erin resulteert dat menig wat zoekende student de studie als agnost of atheïst afrondt. Een atheïstische predikant heeft enige bekendheid gekregen.
Religie is een universeel menselijk verschijnsel. Het is een cultuurvorm, een psychologische en sociologische uitdrukkingsvorm van de behoefte van de mens aan houvast en troost. Iedere cultuur heeft een eigen scheppingsverhaal. Waarom zou die over Adam en Eva een hoger waarheidsgehalte hebben dan die van de Maya's die van mening waren dat de Goden de wereld schiepen en de mens uit maïs en goddelijk bloed maakten? Hoe uniek is Jezus' Hemelvaart? Van Alexander de Grote wordt ook beweerd dat hij ten hemel is gestegen, en wel in een mand bespannen met adelaars die werden gelokt door stokken met paardenlever eraan.

De Radicale Verlichtingsdenkers met Spinoza voorop accepteerden niet klakkeloos de autoriteit van hogere machten, ze stelden de rede centraal en zorgden voor een enorme geestelijke bevrijding. De oerknal en de evolutieleer van Darwin bieden meer verklaringskracht voor het menselijk bestaan dan het scheppingsverhaal in zes dagen. Dankzij de wetten van de zwaartekracht kon het heelal zichzelf creëren uit het niets, concludeert de Britse wetenschapper Stephen Hawking: "Spontane schepping is de reden dat er iets is en niet niets, waarom het universum bestaat en waarom wij bestaan."
Religie vervult allerlei functies ten aanzien van individuele en maatschappelijke behoeften. Ingezet door Marx, Weber en Durkhem onderzoekt de godsdienstsociologie de functies en de effecten van godsdienst in de moderne samenleving. Sociologen verklaren de verscheidenheid van godsbeelden uit de samenlevingsvormen. Psychologisch gezien komen we er dan al gauw op dat God een projectie is van de mens zelf. Filosofen zijn kritische systeemdenkers die de moraal al lang niet meer definiëren in godsdienstige termen.
Sommige kerkvorsten lijken nog in de Middeleeuwen te leven. Zo hoorde ik enkele jaren geleden aartsbisschop Danneels van België in volle ernst beweren dat hij in het bestaan van engelen geloofde. Het leek hem onwaarschijnlijk dat er tussen de mens en het dier geen andere wezens zouden bestaan. Een typisch jezuïtische redenering. We hebben inmiddels met de moraal van Godfried Danneels kennis gemaakt; hij probeerde een collega-bisschop, vanwege seksueel misbruik van een minderjarig neefje, uit de wind te houden.
Tijdens zijn bezoek aan Groot-Brittannië in september 2010 klaagde paus Benedictus XVI over de afnemende invloed van de kerk op de westerse samenleving. Hij vergat er bij te zeggen dat de middeleeuwse leer van de rooms-katholieke kerk op een aantal levensgebieden en het afwijkende gedrag van een deel van zijn medewerkers daar toch wel het meest debet aan zijn. Voor zover ze het al (durven te) lezen, nemen gelovigen God als misvatting van de Britse etholoog en evolutiebioloog Richard Dawkins onrustig of knarsetandend tot zich. Thomas Jefferson nam het al in zijn tijd waar: "De geestelijken van de verschillende religieuze sekten (...) zijn even beducht voor de voortgang van de wetenschap als heksen beducht zijn voor de naderende zonsopgang: ze kijken met argusogen naar de fatale voorbode die de verkaveling aankondigt van het bedrog waarop ze teren."

Franse koningen in de zeventiende eeuw - 1710

In 1710 stierven in Frankrijk honderdduizenden mensen als gevolg van hongersnoden door mislukte oogsten die veroorzaakt werden door een extreme maandenlange ijskoude periode het jaar daarvoor. Frankrijk had al veel te verduren gehad. Talloze oorlogen onder koning Lodewijk XIV (1638-1715), een eerdere grote hongersnood in 1693-1694, een opnieuw uitgebroken godsdienstoorlog culminerend in de herroeping van het Edict van Nantes in 1685, waarbij vele Hugenoten werden vermoord en honderdduizenden het land uitvluchtten.
Het bracht Frankrijk economisch en sociaal tot de afgrond. Lodewijk XIV leek aan het eind van zijn leven gestraft te worden voor zijn absolute koningschap, "L'état c'est moi". De laatste jaren van le Roi Soleil, de beroemde Zonnekoning, waren treurig. Zijn zoon, kleinzoon en oudste achterkleinzoon stierven kort na elkaar in 1711-1712. Het voortbestaan van de Bourbons hing aan een zijden draadje, het was afhankelijk van een baby geboren op 15 februari 1710, Lodewijk XV. De genoemde sterfgevallen betekenden voor de baby dat hij op 12 februari 1712 zijn moeder kwijt raakte, op 18 februari zijn vader en op 8 maart zijn 5 jarig broertje. Het ontbreken van het ouderlijk gezag kan een oorzaak zijn van het losbandig leven op latere leeftijd. Dat bezorgde de koning een grote impopulariteit. Hij stond bekend als een vrouwenjager, dat zit blijkbaar in zijn familie en lijkt historisch gezien een kenmerk van de meeste mannen in de koninklijke families. Naar verluidt had Lodewijk XV negentig onwettige kinderen.
Na de Zevenjarige Oorlog (1756-1763) moest Frankrijk zijn belangrijkste koloniën, Canada en Louisiana alsmede de overheersende positie in Voor-Indië, prijsgeven. Onder het bewind van Lodewijk XV bleef Frankrijk op cultureel gebied in Europa de toon aangeven. Het hof van Versailles was een imponerend middelpunt. Dit had natuurlijk wel zijn prijs.

Lodewijk XV overleed op 10 mei 1774. Om een volksfeest te vermijden, werd hij allerijl en zonder ceremonieel begraven. Het tekent de groeiende spanningen rondom de monarchie. Hij werd opgevolgd door zijn kleinzoon, de dauphin was al eerder overleden. Op 14 juli 1789 brak te Parijs een oproer uit. De Bastille, symbool van het koninklijk despotisme, werd door Parijzenaars bestormd. De Franse Revolutie was begonnen. Lodewijk XVI werd als burger Capet op 12 januari 1793 ter dood gebracht. In oktober 1793 viel het hoofd van zijn echtgenote Marie Antoinette, dochter van Maria Theresia en Frans I van Oostenrijk, eveneens onder de guillotine op het grote Place de la Révolution (nu het Place de la Concorde). Het was een deerniswekkend einde. Trillend van angst bij het zien van de gevangenenkar ontlastte Marie-Antoinette zichzelf in een hoek van de binnenplaats van de gevangenis. Haar laatste woorden waren een verontschuldiging tot de beul, toen zij op de trap van het schavot per ongeluk op zijn voeten ging staan. De vorsten in Europa sidderden. Het volk leek wraak te nemen voor eeuwen onderdrukking.

Koningen halen de geschiedenisboeken louter vanwege hun erfelijke afkomst. Er zijn ook mensen die naam maken vanwege hun eigen verdiensten. We stellen een buitengewone Nederlander uit de achttiende eeuw aan u voor. Het is de in Utrecht in 1710 geboren Joan Gideon Loten. Stadhouder-koning Willem III en zijn vriend en adviseur graaf Bentinck zijn begraven in de Westminster Abbey in Londen. Loten is zo beroemd dat we er tussen alle koningen, soldaten en geleerden eveneens een monument ter herinnering aan hem vinden. Loten bracht ruim 25 jaar in dienst van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) door op Java, Celebes en Ceylon (1732-1758). Op dit laatste eiland was hij zelfs gouverneur. In zijn persoonlijk leven had hij met grote tragedies te maken. Twee van zijn drie kinderen overleden op jonge leeftijd in Indië, zijn vrouw Anna Henrietta van Beaumont en zijn dochter Anna Deliana wat later in Colombo op Ceylon.
De VOC was meer dan alleen een handelsonderneming. Verbonden met de VOC deden wetenschappers, vaak buitenlanders, onderzoek in verre landen. Loten was een handelsman met een zeer brede interesse. In al die jaren in de Oost bracht hij een ongelooflijke verzameling natuurhistorische aquarellen bijeen waarop vogels, zoogdieren, insecten en planten uit Azië natuurgetrouw zijn weergegeven. Deze collectie is van groot belang zowel uit kunsthistorisch als biologisch oogpunt. Hij maakte veel aantekeningen over de flora en fauna van Java, Celebes en Ceylon.
Lotens belangstelling ging nog verder dan de natuur(geschiedenis). Hij richtte zich op de astronomie. Op Ceylon en Makassar berekende hij zons- en maansverduisteringen. Hij verzamelde werken op het gebied van geschiedenis, genealogie, sterrenkunde, hydrologie, wiskunde, medicijnen en wetenschappelijke instrumenten. De dood van zijn echtgenote en kinderen deed Loten terugkeren naar Utrecht. Daar voelde hij zich sociaal ondergewaardeerd. Reden voor hem om naar het kosmopolitische Londen te verhuizen. Daar trouwde hij voor de tweede keer, nu met Laetitia Cotes. In Londen kwam hij tot zijn recht. Hij werd gekozen tot Fellow van de Royal Society en Fellow van de Antiquaries of Londen. Loten keerde in 1781, na 22 jaar in de Engelse hoofdstad te hebben doorgebracht, met zijn Engelse vrouw weer terug naar Utrecht, waar hij in 1789 stierf. Lotens erfgoed vinden we terug in het Londense Natural History Museum, the British Library and het Teylers Museum in Haarlem.

Alexander J.P. Raat: The Life of Governor Joan Gideon Loten (1710-1789)
Alexander J.P. Raat: "The Life of Governor Joan Gideon Loten (1710-1789), a personal history of a Dutch virtuosa"

We maken een diepe buiging voor de bioloog Alexander J.P. Raat die 34 jaar heeft gewerkt aan een proefschrift over Loten. Raat werkte in 1976 in Naturalis in Leiden waar hij op Loten stuitte en door diens fascinerende geschiedenis werd gegrepen. Naast zijn werk als visbioloog in binnen- en buitenland bleef hij onderzoek doen naar Loten. Raat promoveerde op woensdag 12 mei 2010 - 300 jaar na de geboorte van Loten - in Leiden op The Life of Governor Joan Gideon Loten (1710-1789), a personal history of a Dutch virtuosa. U zult wel tijd moeten vrij maken om de 832 pagina's te lezen. Aantrekkelijk zijn de illustraties en het kleurkatern.

Nederland bij Frankrijk ingelijfd - 1810

Nederlanders worden er niet graag aan herinnerd. Maar in juli 1810 wordt ons land ingelijfd bij Frankrijk. Na de Bataafse Republiek en vier jaar koningschap van Lodewijk krijgen we een andere nationaliteit met keizer Napoleon als leider van de natie. De dienstplicht wordt ingevoerd en Nederlandse jongens worden uit hun dorpen en steden geplukt om deel uit te maken van Napoleons troepen.

Iets van vrolijker aard. 1810 is het geboortejaar van drie beroemde componisten: de in Polen geboren Frédéric Chopin, de Duitser Robert Schumann en de Hongaar Ferenc Erkel.
Chopin werd op 22 februari 1810 geboren bij Warschau. Zijn moeder was Poolse, zijn vader een Frans leraar. Chopin maakte al gauw naam als wonderkind op de piano. Hij vertrok in 1830 naar Wenen en daarna naar Parijs waar hij een aangenaam leven leidde als componist en pianoleraar. Tussen 1837 en 1847 had hij een stormachtige relatie met de Franse schrijfster George Sand. Chopin stierf op 14 oktober 1849 te Parijs, geveld door tuberculose aan het strottenhoofd die hem meer dan tien jaar pijn had bezorgd. Zijn oeuvre bestaat bijna geheel uit composities voor piano solo.
Robert Schumann (1810-1856) behoort tot de belangrijkste componisten van de Duitse Romantiek. Hij werd op 8 juni 1810 te Zwickau in Saksen geboren. Hij studeerde bij de beroemde pianist Friedrich Wieck en trouwde met diens dochter Clara, net als haar vader een ster achter de piano. Schumann bekleedde in Düsseldorf het ambt van stedelijk muziek directeur, leidde er verschillende koren en trad op als adviseur voor bijzondere muzikale festiviteiten. Schumann schreef vier grote symfonieën, waarvan de derde, de "Rheinische", zeer populair is geworden. Tevens schreef hij pianowerken, liederen en kamermuziek. Schumann liet zich sterk inspireren door de literatuur, zoals de van muziek doordrenkte romans van Jean Paul.
Er is veel gespeculeerd over de relatie tussen Clara en Robert. Ze trouwden in 1840. Twee jaar later kondigde een nerveuze ineenstorting de fatale depressietoestand van later aan. Schumann leed onder psychische spanningen en probeerde zich op 27 februari 1854 te verdrinken in de Rijn. Hij overleed op 29 juli 1856 in de psychiatrische kliniek Endenich bij Bonn. Twee biografen proberen Schumanns leven en psyche te ontrafelen. Net uitgegeven, Peter Gülke met Robert Schumann. Glück und Elend der Romantik en Martin Geck met Robert Schumann. Mensch und Musiker der Romantik.
Ferenc Erkel werd geboren op 7 november 1810 in Gyula. Erkel schreef een tiental opera's en de muziek van het Hongaarse volkslied. Hij was jarenlang dirigent van het Philharmonisch Orkest en directeur van de Opera in Boedapest. Voorts was hij een internationaal beroemd schaker. Voldoende redenen voor Hongarije om in 2010 een postzegel van hem uit te geven. Polen, Portugal en Servië huldigen Chopin dit jaar eveneens met een postzegel. Ferenc Erkel was de jongste van het hier beschreven muzikale trio. Hij overleefde Chopin en Schumann met vele jaren. Erkel overleed op 15 juni 1893 in Boedapest.

Kunst, muziek en literatuur. Het heeft onze aandacht. Elisabeth Gaskell is als Elisabeth Cleghorn Stevenson geboren in Londen op 25 september 1810. Haar moeder stierf een jaar na haar geboorte. Elisabeths boeken - waaronder de levendige biografie over Charlotte Brontë - worden nog veel gelezen. Ze trouwde in 1832 met William Gaskell, een dominee. De dood van hun 10 maanden oude zoontje William in 1845 gaf een wending aan haar leven, zette haar aan tot schrijven. Haar eerste roman Mary Barton: A Tale of Manchester Life verscheen in 1848. Het geeft een aangrijpend beeld van het arbeidersleven. Ik weet niet of zij bekend was met het drie jaar eerder verschenen De toestand van de arbeidersklasse in Engeland van Friedrich Engels. Charles Dickens was zo getroffen door haar boek dat hij haar uitnodigde om bijdragen te leveren voor zijn tijdschrift Household Words. Een feuilleton gepubliceerd tussen 1851 en 1853 werd gebundeld in wat wordt beschouwd als haar meesterwerk Cranford. Het is gebaseerd op het dorpsleven zoals zij in haar jeugd leidde. Daarna kwam ze nog met vier andere romans uit: Ruth, North and South, Sylvia's Lovers en Wives and Daughters. In de literaire kringen, waar ze als een beroemdheid werd gezien, ontmoette ze Charlotte Brontë met wie ze bevriend raakte. Elisabeth Gaskell stierf aan een hartkwaal in 1865.

Prinses Marianne, 1810-1883
Prinses Marianne, 1810-1883

Ook in 1810 wordt op 9 mei in Berlijn Marianne, de dochter van de latere koning Willem I (1813-1840), geboren. De Oranjes leefden toen al vijftien jaar buiten Nederland, dat sinds 1806 Lodewijk als koning op de troon had. In 1810 was er geen enkel vooruitzicht dat de Oranjes ooit nog naar Nederland zouden terugkeren. Marianne was een nakomertje. Haar oudste broer Willem die koning zou zijn van 1840 tot 1849 was al 18 jaar.
Napoleon was in 1810 oppermachtig in dit deel van Europa. In het zuidwesten op het Iberisch schiereiland werden hem al wel flinke slagen toegebracht. De Fransen van maarschalk Massena werden in 1810 door een Engels-Portugees leger in Portugal onder leiding van Wellington verjaagd. Maar de veldtocht in 1812 naar Rusland waarbij de keizer ongeveer 500.000 soldaten verloor zou hem fataal worden. Marianne was van 1830 tot 1849 gehuwd met prins Albrecht van Pruisen met wie zij vier kinderen kreeg. Een kleinzoon geboren in 1880 gold zelfs nog enige tijd als serieuze kandidaat voor een huwelijk met koningin Wilhelmina.
Mariannes levensstijl werd naar de conventies van die tijd door de hofkringen sterk afgewezen. Willem-Alexander en Maxima zouden alsnog een daad stellen door hun mogelijk vierde dochter maar naar haar te noemen. Marianne is immers een mooie, krachtige, strijdbare naam en herinnert ons aan de Franse Revolutie. Marianne ging er 'vandoor' met haar 'koetsier', Johannes van Rossum. Ze voedde zelf hun zoontje op. Johannes Willem werd niet ouder dan 12 jaar. Het jongetje overleed aan roodvonk. Hij stierf op Eerste Kerstdag 1861 in de armen van zijn moeder. Het was een vreselijke slag voor de ouders. De prinses beleefde nog twaalf gelukkige jaren met Van Rossum die op 10 april 1873 stierf. Ze is nooit met hem gehuwd geweest.
We mogen Marianne overigens beslist niet losbandig noemen. Haar eerste echtgenoot Albrecht was dat wel. Hij bedroog haar regelmatig. Ongetwijfeld zal dat tot een verwijdering tussen de echtelieden hebben geleid, waarbij Marianne zo moedig was haar eigen weg te gaan. Verwanten keerden zich van haar af, maar Marianne bleef met wisselend succes vechten voor haar status. Vanwege haar onconventionele levenswijze mocht de Oranjeprinses zich op een gegeven moment niet meer officieel aan het Haagse Hof vertonen. Ze leefde tot 1883 en maakte dus de regeerperioden en strapatsen van zowel haar vader, haar broer Willem II en haar neef Willem III mee. Wilt u meer over haar weten? Lees dan Prinses Marianne, geschreven door Arnout van Cruyningen, in 2010 uitgegeven bij Omniboek in Kampen.
We weten niet of Marianne de zegen zou hebben gekregen van de eveneens in 1810 geboren Gioachino Vincenzo Pecci, paus van 1878 tot 1903. Af en toe verbleef prinses Marianne in Italië waar ze Villa Carlotta aan het Meer van Como kocht voor haar dochter. Leo XIII beschouwde zichzelf als "een gevangene van het Vaticaan" vanwege de controverse met de Italiaanse staat over de annexatie van kerkelijke gebieden. We kennen deze paus vooral vanwege de beroemde sociale encycliek Rerum Novarum (1891), waarin hij de organisatie van arbeiders in vakbonden toestond (wel rooms-katholieke) en niet alleen het socialisme maar ook het harde liberale kapitalisme veroordeelde.
Minder bekend is dat in deze encycliek tevens staat vermeld dat de vrouw van nature meer bestemd is voor huishoudelijk werk. Het traditionele antisemitisme van de rooms-katholieke kerk manifesteerde zich weer sterk in de anti-joodse houding die Leo XIII aannam bij de zaak Dreyfus door te verklaren dat de joden anarchisten, vrijmetselaars en vijanden van de kerk waren.

De landen in Midden- en Zuid-Amerika vieren in 2010 de Bicentenario. Toen Napoleons legers Spanje en Portugal binnenvielen verloren de kolonisatoren de greep op de landen overzee. Van het machtsvacuüm maakten de opstandelingen in de kolonies buiten Europa - Mexico, Venezuela, Argentinië, enzovoort - gebruik om het Spaanse en Portugese juk van zich af te schudden. De in 1810 in Mexico begonnen Onafhankelijkheidsoorlog duurde tot 1821. De namen en daden van de revolutionairen Simon Bolivar en Jose de San Martin zijn in het geheugen gegrift van de volgende generaties. De Midden- en Zuid-Amerikaanse landen mogen dan politiek onafhankelijk zijn geworden, economisch blijven ze afhankelijk van de Engelsen en later van de Amerikanen. Er zijn geregeld revoltes tegen de economische overheersing, sociale uitbuiting en ecologische vernietiging door Amerikaanse en Europese multinationals.

In 1974 wandelde ik voor het eerst op het terrein van de Humboldt universiteit in Oost-Berlijn, waarvan het hoofdgebouw ligt aan de boulevard Unter den Linden. Het maakte net als de rest van de stad allemaal een erg spartaanse indruk. Tegenwoordig oogt het levendiger en meer ontspannen, het academisch leven is een stuk vrijer. Als Universiteit van Berlijn in 1810 begonnen, is het niet de oudste universiteit in Duitsland, maar wel één van de bekendste. In 1828 kreeg het de naam van de koning Friedrich-Wilhelms-Universität die het meer dan honderd jaar behield.
De geleerde en staatsman Wilhelm von Humboldt (1767-1835) is één van de oprichters van 'de moeder van alle moderne universiteiten'. Over hem en zijn broer Alexander (1769-1859), de bekende wereldreiziger, natuuronderzoeker en schrijver, heeft Manfred Geier een meesterlijke dubbelbiografie geschreven Die Brüder Humboldt.
De opleiding begon met 52 docenten die 256 studenten bedienden, verdeeld over de vier klassieke faculteiten rechten, medicijnen, filosofie en theologie. De beroemdste hoogleraar was de filosoof Georg Hegel. Twee eeuwen later zijn er elf faculteiten en 36.000 studenten. De geschiedenis van de universiteit is getekend door de stand van de wetenschap en door politieke en culturele ontwikkelingen, de Duitse romantiek, het revolutiejaar 1848, de periode Bismarck, nationalistische tendensen in de aanloop tot en tijdens de Eerste Wereldoorlog, de Nazi-dictatuur van Hitler met de boekverbrandingen en de verdrijving van en de moord op Joodse studenten en medewerkers en vervolgens de communistische regimes van Ulbricht en Honecker.
Bekende studenten en geleerden hebben er verkeerd: Heinrich Heine, Karl Marx, Max Planck, Albert Einstein. Maar liefst 29 Nobelprijs prijswinnaars zijn met de universiteit verbonden, onder wie twee Nederlanders, Henricus van 't Hoff in 1901 en Peter Debije in 1936, beide voor chemie. In 1948 ging een deel van de universiteit in West-Berlijn verder als de Freie Universität. De DDR-autoriteiten wijzigden een jaar later de oude naam in Humboldt - Universität zu Berlin. Sinds de Duitse eenwording ontdekt de universiteit bij wijze van spreken de wereld, studenten komen uit meer dan honderd landen.

Sociale en politieke voorvallen - 1910

Vanaf de wording van de Nederlandse Republiek golft er af en toe een groep buitenlanders ons land in: honderdduizenden uit de Spaanse Nederlanden, Franse Hugenoten, Joden uit Spanje en Portugal en later Oost-Europa, Duitse hannekemaaiers en ambachtslieden, Italiaanse schoorsteenvegers, enzovoort. In 1910 vestigden de eerste Chinese immigranten zich in Nederland. Ze stonden toen nog niet bekend als restauranthouders. Velen van hen werkten als stokers op de grote vaart. Ze bleven in Nederland hangen nadat schepen vanaf eind jaren twintig niet meer op kolen voeren. Eerst voorzagen ze in onderhoud door pinda's te gaan verkopen. Na de Tweede Wereldoorlog kwamen veel Chinezen uit Nederlands-Indië naar Nederland. Er braken gouden tijden aan voor de Chinese restauranthouders. De Nederlander was blij af en toe iets anders dan saaie aardappelen te kunnen eten.

Politiek gezien stormt het in 1910 in de wereld. Laten we in aansluiting op 1810 als eerste de blik richten op Mexico. Mexico heeft een lange geschiedenis van geweld. President Diaz die sinds 1876 president van dit land was, wordt in 1910 afgezet. Er begint een onrustige periode, waaruit drie leiders voortkomen: de conservatieve Venustiano Carranza en het tot de verbeelding sprekende tweetal Pancho Villa en Emiliano Zapata, een indiaan die een guerrillaleger van boeren leidde en radicale landhervormingen eiste.
Carranza die politieke en economische hervormingen beloofde, wordt in 1914 tot president gekozen. De moord op hem in 1920 wordt vaak beschouwd als het einde van de revolutie. Met de revolutie groeide het Mexicaans nationalisme, het verzet tegen buitenlandse inmenging en tegen de katholieke kerk. Mexico viert nu op grootse en nationalistische wijze tweehonderd jaar onafhankelijkheid. Maar het land staat op de rand van de afgrond, door drugsgeweld, criminaliteit, armoede en werkloosheid.

Na een tien jaar durend protest tegen de monarchie wordt koning Manuel van Portugal in 1910 afgezet. Hij vlucht op zijn jacht naar Gibraltar. Vervolgens brengt hij de rest van zijn leven in Engeland door met het verzamelen en categoriseren van zeldzame en oude Portugese boeken. De verdrijving van Manuel doet de overige monarchen in Europa schrikken. Keizerin Elisabeth van Oostenrijk (Sissy) was in 1898 gedood door een anarchist, in 1906 ontsnapten de Spaanse koning Alfonso en zijn vrouw voor de zoveelste keer aan een aanslag. Wie zou het volgende slachtoffer zijn? De gedachten hieraan plaagden ook koningin Wilhelmina. Manuel sterft op 2 juli 1932, slechts 42 jaar oud. Het toeval wil dat hij de dag voor zijn overlijden samen met de ex-koning van Spanje naar een tenniswedstrijd keek in Wimbledon.
Portugal wordt in 1910 een republiek en neemt het jaar erop een liberale grondwet aan. Na twee onrustige decennia komt IN 1932 Salazar aan de macht als premier en leidt het land op dictatoriale wijze tot zijn dood in 1968.

We reizen verder naar Zuid-Afrika. De wonden van de Boerenoorlog zijn diep. Duizenden boeren zijn met hun vrouwen en kinderen om het leven gekomen in bloedige veldslagen en in de door het Engelse leger gecreëerde concentratiekampen. De Unie van Zuid-Afrika ontstaat in 1910 uit de voormalige Britse koloniën, de Kaap, Natal en de voormalige Boerenstaten Transvaal en Oranje-Vrijstaat. De Unie van Zuid-Afrika wordt een dominion van het Britse Rijk. Een verdeelde blanke minderheid die de macht heeft, vormt een eiland in een grote zwarte massa die wordt onderdrukt, culminerend in de totstandkoming van het brute Apartheidsbewind in 1948.

We putten in deze reis door de eeuwen onze inspiratie en energie uit allerlei bronnen: andere mensen, kunst, de natuur en uit spiritualiteit gevoed door geloof of introspectie. Het geeft zin aan ons leven. De geschiedenis brengt mensen voort die zulke zichtbare positieve sporen nalaten dat ze waardevol blijven voor volgende generaties. Markeringsmomenten zijn geboorte - en sterftejaar. Markante figuren overlijden in 1910. Twee auteurs die voor eeuwen zullen worden gelezen.
We noemen de Amerikaan Mark Twain (geboren als Samuel Langhorne Clemens in 1835), auteur van de Avonturen van Tom Sawyer (1876) en De Avonturen van Huckleberry Finn (1885). Hij schreef op grond van zijn eigen levenservaring als schipper op de Mississippi, als gouddelver in Nevada en reiziger in de Verenigde Staten en daarbuiten.
Leo N. Tolstoi (geboren in 1828) heeft de Russische letterkunde een vooraanstaande plaats in de wereldliteratuur bezorgd. Zijn werken zijn magistraal: Oorlog en vrede (1863-1869), Anna Karenina (1874-1876), De dood van Iwan Illyitch (1887). Opstanding leidde tot zijn verbanning uit de Grieks-orthodoxe kerk. In het tweede deel van zijn leven ontwikkelde Tolstoi een leer die we het best kunnen aanduiden als een christelijk getint anarchisme. Tolstoi verwierf zowel lezers als volgelingen. Tolstoi is tweemaal genomineerd en gepasseerd voor de Nobelprijs voor de literatuur. Begrijpt u het?

Leo Tolstoi, 1828-1910
Leo Tolstoi, 1828-1910, beeldmateriaal van The Bettmann Archive, bekend vanwege magistrale romans als "Oorlog en Vrede"

Oorlog en ellende brengen twee inspirerende pioniers op het vlak van de medische hulpverlening voort. Florence Nightingale (1820-1910) verrichtte tijdens de Krimoorlog (1853-1856) als verpleegster pionierswerk ten behoeve van zieke en gewonde soldaten. De soldaten droomden van 'de lady met de lamp'. Zij schudde net als haar tijdgenoot Henri Dunant (1828-1910) de wereld wakker over de wreedheden en de pijn van een oorlog. Waarom heeft de grondlegster van de moderne verpleging niet net als Dunant de Nobelprijs voor de Vrede (als eerste in 1901 aan hem uitgereikt) gekregen? Haar voorbeeld inspireerde Henri Dunant tot het stichten van het Rode Kruis.
Nederlanders hebben naam gemaakt in de natuurkunde, althans gelet op het aantal Nobelprijzen in deze discipline. Johannes Diederik van der Waals (1837-1932) krijgt in 1910 de Nobelprijs voor de Natuurkunde uitgereikt voor zijn verrichtingen op het gebied van de toestandsvergelijking van gassen en vloeistoffen. In 1902 kregen Hendrik Antoon Lorentz en Pieter Zeeman al als eerste Nederlanders de Nobelprijs voor Natuurkunde en wel voor hun onderzoek naar de invloed van magnetisme op stralingsfenomenen. Na dit drietal volgen nog Heike Kamerlingh Onnes in 1913, Frits Zernicke in 1953, Nico Bloembergen en Simon van der Meer in respectievelijk 1981 en 1984 (samen met anderen) en Gerardus 't Hooft en Martinus Veltman in 1999. De geleerde Nederlanders delen de prijs met beroemdheden als Willem C. Röntgen in 1901, Pierre en Marie Curie in 1903 en Albert Einstein in 1921.

We genieten van de postimpressionistische werken van de Franse kunstschilder Henri Rousseau, geboren in 1844 en overleden op 2 september 1910. Vanwege zijn werkkring wordt Rousseau "de douanier" genoemd. Hij begon pas op zijn veertigste te schilderen. Zijn naïeve of primitieve stijl spreekt tot de verbeelding. Henri Rousseau is het meest bekend om zijn mysterieuze jungles. Hebt u De Droom uit 1910, een van zijn laatste schilderijen wel eens gezien? De liggende naakte vrouw in de jungle verdient bij wijze van spreken een plaatsje in het jarige Tropenmuseum in Amsterdam dat herdenkt in 1910 als Koloniaal Instituut begonnen te zijn (het museum van het Koninklijk Instituut voor de Tropen werd in 1864 opgericht als Koloniaal Museum en ging in 1910 op in het nieuwe Koloniaal Instituut).
De Droom is wel een volstrekt ander beeld dan de eerste abstracte aquarel uit 1910 van de Russische schilder Wassily Kandinsky (1866-1944), het werkstuk zonder titel vormt het begin van de abstracte kunst. Onlangs konden we in de Hermitage aan de Amstel enkele weken De dans van Matisse uit 1910 bewonderen. Het maakte deel uit van de tentoonstelling Van Matisse tot Malevich over moderne schilderkunst in het eerste decennium van de twintigste eeuw. Deze zomer bezocht ik de overzichtstentoonstelling Schöne Welt van de in 1910 overleden Albert Anker in het Kunstmuseum van Bern. De belangstelling van deze Zwitserse kunstschilder voor zowel kinderen als oude mensen valt op een ontroerende manier samen in het schilderij van de jongen die zijn in kussens op een leunstoel achterover gelegen verstilde grootvader voorleest. Ankers schilderijen geven ons een wat geromantiseerd beeld van het Zwitserse dorps - en boerenleven uit zijn tijd.
Medio oktober van dit jaar was ik in de Kunsthal in Kiel op een bijzondere expositie over Max Pechstein (1881-1955), een pionier van het expressionisme. Misschien was 1910 wel zijn meest productieve jaar. Ik noteer in het Duits: Die Orangeschale, Fischerhaus, Kühe, Mädchen mit rotem Fächer, Sommer, Wiesenrand.

Clara Zetkin en Rosa Luxemburg
1910 - Clara Zetkin en Rosa Luxemburg

Eind augustus 1910 komt op een Conferentie van socialistische vrouwen in Kopenhagen de Duitse onderwijzeres Clara Zetkin met het voorstel tot het uitroepen van een internationale vrouwendag, elk jaar te vieren op 8 maart. We beschikken over een mooie foto van het befaamde duo Clara Zetkin en Rosa Luxemburg uit 1910. Het initiatief sluit aan op een decennialange strijd van vrouwen wereldwijd voor lotsverbetering van de vrouw, gelijke rechten met mannen, veilige en gezonde arbeidsomstandigheden, toegankelijk onderwijs, een goede gezondheidszorg, algemeen kiesrecht. Het is in 2010 in veel landen, vooral in Denemarken, gevierd. De vrouwenstrijd valt samen met die van arbeiders in vakbonden, coöperaties en politieke partijen. Beroemd is het optreden van de suffragettes in Groot-Brittannië.
Zetkin heeft een lange en avontuurlijke staat van dienst in de vrouwenbeweging en socialistische en communistische beweging. In 1889 vertegenwoordigde ze, 32 jaar oud, de socialistische vrouwen uit Berlijn op het stichtingscongres van de Tweede Internationale in Parijs. Zij was in 1914 één van de vier parlementsleden (met Rosa Luxemburg, Karl Liebknecht en Frans Mehring) die in het Duitse parlement tegen de oorlogskredieten stemde. In 1918 behoorde ze tot de oprichters van de Duitse communistische partij, waarvoor ze in 1920 in het parlement kwam. Ze waarschuwde tegen Hitler. Ze moest uitwijken naar de Sovjet-Unie, waar ze in 1933 in een sanatorium in een klein plaatsje bij Moskou overleed. Als feminist en revolutionair is ze voor velen een lichtend voorbeeld.

Gerrit Kastein, 1910- 1943
Omslag boek van Buck Goudriaan over verzetsman Gerrit Kastein, 1910- 1943

We ronden het jaar 1910 af met de herinnering aan twee totaal verschillende, maar zeer markante in dit jaar geboren personen, moeder Teresa en de verzetsman Gerrit Kastein. Moeder Teresa wordt over de hele wereld, met name in Macedonië herdacht, waar ze op 26 augustus 1910 in Skopje is geboren als Agnes Gonxha Bojaxhia. "De Heilige van de Goot" kreeg in 1979 de Nobelprijs voor de Vrede voor haar levenslange inzet voor de allerarmsten in het Indiase Calcutta. De katholieke zuster is de stichteres van een liefdadige religieuze orde, de Missionarissen van Naastenliefde. Ze kreeg ook kritiek vanwege haar volgzaamheid ten opzichte van het pauselijk standpunt over geboortebeperking en abortus. Ze overleed in Calcutta op 5 september 1997.
Onlangs las ik de biografie van Gerrit Kastein. Hij is op 25 juni 1910 geboren te Zutphen. Wat een indrukwekkende man; arts/neuroloog en communist, werkte in Spanje tijdens de burgeroorlog als hoofd van de "Nederlandsche Ambulance" om hulp te verlenen aan de Republikeinen. Ging meteen in het verzet in de Tweede Wereldoorlog, liquideerde twee beruchte hoge NSB-ers: generaal buiten dienst. H.A. Seyffardt en H. Reydon, secretaris-generaal van het Departement van Volksvoorlichting en Kunsten. De verrader Anton van der Waals karakteriseerde Kastein "als een communistisch intellectueel van een vreeswekkende koelbloedigheid", hetgeen ook de ondertitel is van Verzetsman Gerrit Kastein 1910-1943, geschreven door Buck Goudriaan, uitgegeven door De Nieuwe Vaart."
Gerrit Kastein werd op 19 februari 1943 in Delft gearresteerd en vervolgens overgebracht naar het hoofdkwartier van de SiPo/SD (Sicherheitspolizei/Sicherheitsdienst) op het Binnenhof nummer 7 in Den Haag. Om aan verhoor en marteling door de Gestapo te ontkomen en mogelijk door te slaan, sprong hij aan zijn handen geboeid door het gesloten raam en stortte zich van de tweede verdieping naar beneden … Hij overleed enkele uren later aan zijn verwondingen. Kastein liet een vrouw en twee dochters achter. Het is opmerkelijk dat op de plaats van handeling op het Binnenhof niets herinnert aan wat daar gebeurde, geen gedenkplaat, geen gedenksteen. In 1946 heeft Gerrit Kastein postuum het Verzetskruis 1940-1945 gekregen. Hoeveel Nederlanders weten nog van zijn verzetswerk?
Een nieuwe generatie historici is aangetreden. Chris van der Heijden wrijft de alom gerespecteerde Lou de Jong aan dat hij in termen van goed en fout over de Tweede Wereldoorlog heeft geschreven. In reactie hierop benadrukt Van der Heijden in GRIJS verleden dat de meeste Nederlanders in een grijs gebied modderden, zich aanpasten aan de Duitse bezetter, zich schikten en er het beste van probeerden te maken. Wat moet je met zo'n constatering? Zijn boek is geprezen om originaliteit, stijl en inhoud, maar stuit tevens velen tegen de borst. NIOD directeur Hans Blom schreef een lovende recensie, maar concludeerde aan het slot toch dat niet een grijs, maar een veelkleurig verleden de inzet van een boek over de Tweede Wereldoorlog zou moeten zijn. Het lijkt mij van het grootste belang hen te eren, van die personen te leren die met gevaar voor eigen leven voor de vrijheid van ons land vochten. In Leiden, Den Haag en Hoogvliet is een straat naar Kastein vernoemd. Gerrit Kastein was een moedig man die verdient dat zijn naam in elke plaats in Nederland wordt gegeven aan een straat, een plein, een school. Hij was niet grijs, hij was rood.

Vandaag - 2010

De eerste weken van januari 2010 lezen we in de krant nog wat over de net gehouden Klimaatconferentie in Kopenhagen. Die berichtgeving wordt snel overstemd door de aardbeving in Haïti die honderdduizenden mensen het leven kost. Een half jaar later wordt Pakistan getroffen door een ongekende watersnoodramp waardoor tien miljoen mensen dakloos raken. In de zomer van 2010 wordt Moskou bedreigd door branden, vele mensen sterven in het vuur. Verwoestende orkanen volgen elkaar op in China. Het aardolielek als gevolg van een explosie op een boortoren van British Petroleum in de Golf van Mexico veroorzaakt een ongekende milieuramp; 800 miljoen ton olie stroomt de zee in. De catastrofe vindt nota bene plaats in het internationaal jaar van de biodiversiteit. Er zijn ongeveer 1,5 miljoen soorten bekend. Onderzoekers vermoeden dat er tussen de 5 en 50 miljoen soorten bestaan. Regeringen zeggen dat ze zich inspannen om het verlies aan dieren en planten te stoppen.
In 2010 worden we overspoeld met boze berichten over seksueel misbruik van kinderen - vooral jongens - in katholieke internaten door gefrustreerde priesters. In het ene na het andere land wordt de deksel van de beerput opgelicht. In de Verenigde Staten is de rooms-katholieke kerk zo ongeveer failliet geraakt vanwege de schadeclaims ingediend door de slachtoffers. De voormalige aartsconservatieve bisschop Jo Gijsen uit Limburg blijkt in zijn jonge jaren een gluurder te zijn geweest. Er rust een taboe op het onderwerp seksualiteit in de rooms-katholieke kerk. Hoe is het in vroegere eeuwen geweest? Hoeveel naamloze slachtoffers zijn er in het verleden gemaakt?
Het celibaat wordt als een tijdloos evangelisch dictaat opgelegd, terwijl het toch pas in de Middeleeuwen is voorgeschreven. De rooms-katholieke kerk is een autoritair geleide ondemocratische organisatie. De uitsluiting van de vrouw voor het priesterschap is een belediging voor de democratische en zuivere geest. Het Vaticaan past bescheidenheid, zal het boetekleed moeten aantrekken en de augiasstal reinigen. Het getuigt van hovaardij dat Rome de securalisering van de samenleving als oorzaak van de misstanden durft aan te wijzen. Als bron van moreel gezag is de rooms-katholieke kerk opgedroogd.

Theologie of Pedofilie

De sportliefhebbers in Nederland treft een vreselijk lot. Het Nederlands elftal slaagt er opnieuw net niet in om wereldkampioen voetballen te worden. Op de BBC hoorde ik dat dit kwam, omdat de Nederlanders een minderwaardigheidscomplex hebben van de twee verloren finales in de jaren zeventig. Wat op het netvlies blijft staan en waar we wereldwijd de voorpagina's van de kranten mee hebben gehaald, is de karatetrap van Nigel de Jong. Ik heb het samen met 200.000 lotgenoten tenenkrommend aangezien op het Museumplein. Gelaten dropen we na afloop van de wedstrijd af. Het aantrekkelijke aanvallende voetbal van vroeger was een schop- en slagpartij geworden. Weer een illusie armer.
De verruwing in de sport zien we eveneens in de politiek. In het voorjaar van 2010 strandde het kabinet Balkenende/Bos op de vraag of Nederland zijn verblijf in Uruzgan wel of niet zou verlengen. Tegen de afspraken in met de Tweede Kamer wilde het CDA het verblijf van de troepen in Afghanistan voortzetten. De PvdA hield de democratische mores hoog. Hoe ziet Nederland eruit naar vier kabinetten van Balkenende?
J.P. Balkenende heeft destijds het vraagstuk van waarden en normen aangekaart. Helaas moeten we vaststellen dat de omgangsvormen in Nederland de afgelopen acht jaar onder zijn bewind beroerder dan ooit zijn geworden. Met zijn onbeholpen, krampachtige verdediging van de hypotheekrenteaftrek gaf de minister-president te kennen dat de rijkste burgers buiten schot blijven bij het terugdringen van de staatsschuld en het opleggen van de bezuinigingen. Werkelijk een waarlijk hoogstaande moraal …
Het streven was om van Nederland een kenniseconomie, een innovatieland te maken. Helaas. In 2010 wachten duizenden hooggeschoolde werknemers uit twee grote farmaceutische bedrijven angstig op hun ontslag. In de verkiezingsstrijd buigt het CDA net als de VVD verder naar rechts mee met de PVV op 'law and order', immigratie en integratie.

In het bergachtige Zwitserland met veel grotere temperatuurverschillen dan in Nederland rijden de treinen stipt op tijd. Er is een dicht spoorwegnet. De Hauptbahnhof van Zürich heeft 52 perrons, Amsterdam met twee keer zoveel inwoners slechts vijftien. Wanneer zijn we in ons land af van de ergernis van vertraagde en uitgevallen treinen?
Het ergste is misschien wel dat de oude vertrouwde postbode uit het straatbeeld verdwijnt. Voor een habbekrats nemen parttime arbeidskrachten zijn taak over. We merken meteen dat met het ontslag van de ervaren medewerkers goede en tijdige postbezorging in de knel komen. Met dank aan de vrije markt fundamentalisten in Den Haag die het wetgevend kader hebben geschapen voor de liberalisering van de post.
Er is de afgelopen jaren hard gewerkt aan nieuwe verhoudingen binnen het Koninkrijk. Op 10 oktober 2010 bestaan de Nederlandse Antillen niet meer. Curaçao en Sint Maarten gaan verder als zelfstandige landen (net als Aruba). Bonaire, Saba en Sint-Eustatius zijn voortaan bijzondere gemeenten van Nederland.

De verkiezingen op 9 juni leiden tot een gefragmentariseerd politiek landschap. Het CDA verliest 20 van de 41 zetels in de Tweede Kamer. De grootste politieke partij is nog nooit zo klein geweest, de VVD heeft 31 zetels. Met een zetel meer dan de PvdA ligt het initiatief voor de kabinetsformatie bij de VVD. Het is moeilijk om een stabiel meerderheidskabinet te vormen. Waar in Groot-Brittannië David Cameron en Nick Clegg er deze zomer in slaagden de Labourregering van Gordon Brown in een week af te lossen, duurde de kabinetsformatie in Nederland ruim drie maanden. Op donderdag 30 september 2010 presenteerden Rutte, Verhagen en Wilders het regeer- en gedoogakkoord gesloten tussen de VVD, het CDA en de PVV. De linkse oppositie maakte er gehakt van.
Zelf was ik op deze dag aan het eind van de middag op het Binnenhof getuige van de eerste spectaculaire actie tegen het aanstaande kabinet. Vijf actievoerders beklommen voorzichtig de Ridderzaal. Steeds meer politieagenten renden zenuwachtig rond. Ondertussen gonsde het op het plein van de geruchten: het zijn krakers die tegen de antikraak wet protesteren die morgen ingaat; ze komen op voor het milieu; ze waarschuwen tegen Wilders. Uiteindelijk blijken de klimmers van Greenpeace. Ze ontvouwden een groot spandoek met de tekst "Kabinet Rutte. Viezer kan niet". Het beeld haalt de volgende dag de Volkskrant in een paginagroot artikel met de kop "Niks-aan-de-hand-kabinet buigt aantoonbaar diep voor Wilders". Op het CDA-congres in Arnhem op zaterdag 2 oktober lopen de emoties hoog op. 68 procent is voor, 32 procent tegen samenwerken met de PVV. De CDA'ers die tegen zijn, maakten bewogen duidelijk geen politieke medewerking te kunnen gedogen van de PVV die mensen met een andere godsdienst discrimineert; over waarden en principes valt niet te marchanderen.
Wat Wilders betreft, schiet me een uitspraak te binnen van Winston Churchill: "A fanatic is someone who can't change his mind and won't change his subject". Wanneer teveel mensen zich op sleeptouw laten nemen door een onverdraagzaam persoon kan het de verkeerde richting uitgaan in de maatschappij.

Rutte betrapt met Wilders

We marcheren met een VVD/CDA kabinet gedoogd (of in een wurgklem gehouden) door de PVV naar een onzekere toekomst. De verzorgingsstaat wordt verder afgebroken, forse bezuinigingen wachten, de tegenstellingen in de samenleving en de sociale ongelijkheid zullen aanzienlijk toenemen. We zullen er alles aan moeten doen om het vaandel van de solidariteit hoog te houden.
Terugkijkend. Lezer, we hebben een lange reis gemaakt, gegroet; denk aan de tijd.


1