welkom
extra
Solidariteit

Pensioenen - fondsen, besturen, vakbond, premies en dekkingsgraad

Van geld naar kapitaal

Ab de Wildt

Als we alle franje achterwege laten, dan zijn pensioenfondsen simpelweg bedrijven die geld beheren. Dat krijgen ze uit premieafdrachten van mensen die verplicht aangesloten zijn bij een pensioenfonds. Premieafdrachten zijn uitgesteld loon, waaraan de overheid een voordeeltje heeft gegeven door het niet nu te belasten tegen een hoog tarief, maar later bij uitkering te tegen een lager tarief.

In het verleden leden die bedrijven een saai bestaan, maar na 1980 veranderde dat. Onder aanvoering van het CDA zag de overheid de fondsen als een goedkope bron van inkomsten en dreigde ze met het 'weg belasten' van de pensioenreserves (via de Brede Herwaardering, te vergelijken met wat kortgeleden met de woningcorporaties is gebeurd). De vakbonden gingen daarin mee door veel uittredingsregelingen te financieren met de zogenaamde overwinsten van de pensioenfondsen. Dekkingsgraden van 250 en hoger waren geen uitzondering, geschat weggesluisd vermogen meer dan 200 miljard (FD Selections, 21 augustus 2010, uitgave van het Financieele Dagblad).

Uit elkaar gespatte dromen

De toenmalige besturen bestonden veelal uit vertegenwoordigers van werknemers en vakbonden en bedrijfsdirecties. Geen echte kenners van het spel met de knikkers. Na 1990, toen het leek alsof de bomen tot aan de hemel groeiden, deden de pensioenfondsen onder invloed van het neoliberale gedachtegoed mee met de ratrace van het kapitaal. Veel geld verdienen was immers goed voor de premielasten (lager), de uitkeringen (hoger) en de salarissen van bestuurders (hoger).
Weinigen uitten kritiek, ook de vakbonden gingen mee in deze waanzin. Beleggen in aandelen, dat was het. Bovendien propageerden de bonden dat werknemers aandelen moesten kopen van 'hun' bedrijf en voorspelden met velen dat beleggen de gouden toekomst was. Specifieke kennis van beleggen was niet nodig, want de koersen bleven stijgen. Het was slechts een kwestie van kopen. Met deze politiek werden ook hoge verwachtingen verkocht. Alles was mogelijk en de hogere aandelenkoersen en de hogere rente zouden alles wel recht slijpen.

Aan deze handelswijze is een hardhandig einde gemaakt door de financiële crisis. Miljarden zijn verdampt door de dalende beurskoersen en de dalende rente, ook obligaties zijn geen vluchtweg meer. De levensverwachting is gestegen, gevolgd door de kosten. Daarnaast zijn de pensioenbesturen ondeskundig in beleggen en te veel afhankelijk van een aantal zelfbenoemde externe deskundigen. Geen econoom heeft de crisis voorspeld, de meningen over 'hoe nu verder' zijn sterk verdeeld. Door de uitspraken van minister Donner die dreigt in te grijpen door de pensioenen te verlagen, zijn veel dromen van werknemers uit elkaar gespat.

Starre boekhoudregels

Met de financiële crisis blijkt het pensioenstelsel uiterst kwetsbaar en is er een toenemend gat ontstaan tussen de verwachtingen en de werkelijke zekerheid die geboden kan worden. En wat vindt de FNV ervan? Vice-voorzitter Peter Gortzak: "In ieder geval kalm blijven en weloverwogen handelen, dus niet zoals Donner als een olifant door de porseleinkast gaan. De fondsen die het betreft, dienen hun deelnemers zo snel mogelijk te informeren en duidelijke informatie te verschaffen. Die dure plicht hebben zij. Daarnaast moeten we ons systeem schokbestendiger maken. "
Op dat laatste punt spreekt het pleidooi van Dick Sluimers, topman van pensioenfonds ABP, me meer aan. In de Volkskrant, 19 augustus 2010, legt hij uit dat - in tegenstelling tot wat alom gedacht wordt - de meeste pensioenfondsen in 2010 rijker zijn geworden. Het grootste probleem is, volgens hem, de manier waarop de dekkingsgraad berekend wordt. Sinds 2006 gaat dat aan de hand van de actuele rente, een dagkoers dus. In geval van een lage rentestand, hij is nu zelfs historisch laag, zijn de toekomstige inkomsten ook laag. Maar in de praktijk kan dat heel snel veranderen. "Het zijn dus starre boekhoudregels die ons de das omdoen. We zullen snel een betere, alternatieve rekenmethode moeten ontwikkelen die een reëler beeld geeft van de dekkingsgraad. Dan hoef je niet bij elk dip of zoals nu bij een hele grote dip zulke draconische ingrepen te doen."

Gespaarde winsten

Gortzak en zijn collega's zeggen geen woord over het ongebreidelde winststreven dat het kapitaal stuurt. Geen woord over het feit dat het een aantal jaren geleden beter uitkwam - op aandringen van de besturen van de pensioenfondsen, waarvan ze zelf deel uitmaakten - met de dagrente te werken. Geen woord over de onbetrouwbaarheid van de economische voorspellingen. Geen woord over de rechten van de huidige en komende gepensioneerden. Geen woord over de miljarden winsten die de bedrijven de laatste decennia gemaakt hebben.
Die winsten kunnen, in plaats van de pensioenpremies, gebruikt worden voor een storting in de pensioenpot met het aanhangende belastingvoordeel. Om de huidige ambitie van 70 procent van het salaris bij pensioneren te handhaven, zouden de pensioenpremies moeten stijgen van de huidige 13 naar 17 procent gemiddeld van de loonsom in 2025. Dat kost 25 miljard (FD Selections, 18 augustus 2010 ). Een peulenschil voor de winsten van de grote concerns.

Geen hand in eigen boezem dus. Is dit een voorbode van de komende Haagse onderhandelingen over een hogere pensioenleeftijd en lagere uitkeringen?