Egypte - jongerenprotest, Moslim Broederschap en leger
De Arabische wereld kijkt naar de voortgang van de revolutie
Yacov Ben Efrat1
De geschiedenis herhaalt zich, eerst als een tragedie en daarna als een klucht, zo luidt een beroemde uitspraak van Marx. Hij sprak over de tijd van Napoleon III in het midden van de negentiende eeuw, maar de opmerking is prima van toepassing op de Egyptische revolutie.
Tahrirplein is hetzelfde plein, de jongeren vormen dezelfde jeugd en de politie is dezelfde politie. Alleen de slogans zijn veranderd.
In plaats van de oproep tot het aftreden van Hosni Mubarak klinkt nu de roep om het vertrek van veldmaarschalk Mohamed Hussein Tantawi, het hoofd van de regerende Opperste Raad van de Strijdkrachten. In tegenstelling tot de eerste opstand die uitbrak in januari 2011, waarbij een breed scala van krachten zich verenigde, is er geen consensus binnen deze tweede golf. Ook biedt het protest geen duidelijke uitweg uit de crisis.
Drie groepen zijn prominent onder de vele die dringen om een positie te verwerven. Het leger is de heersende kracht, terwijl de oppositie is verdeeld in twee belangrijke kampen. Enerzijds de Moslim Broederschap en anderzijds de revolutionaire jeugd in bewegingen als de "Coalitie van de Jeugd van de Revolutie" en de "6e april Jeugdbeweging" die de eerste opstand heeft geleid. Het leger en de Moslim Broederschap maken deel uit van de oude orde, terwijl de jeugd van het Tahrirplein onmiskenbaar de revolutie vertegenwoordigt.
Leger: voortzetting Mubarak regime
Toen duidelijk werd dat Mubarak het veld moest ruimen, keerde het leger hem de rug toe en benoemde zichzelf als de redder van Egypte. De jeugd steunde deze stap en verklaarde op de pleinen in de steden door het hele land "het leger en de natie zijn één". Deze slogan was misleidend en opportunistisch, maar het weerspiegelde de krachtsverhoudingen.
De revolutionairen wilden een bloedbad voorkomen zoals zich dat later zou afspelen in Libië en Syrië. Voor de relatief geweldloze verwijdering van Mubarak is een prijs betaald, namelijk de overname van de staatsmacht door het leger.
In Israël zijn waarschuwingen geuit dat de Moslim Broederschap leiding zou geven aan de nieuwe golf van demonstraties in Egypte. In werkelijkheid vermijdt de Broederschap het plein en is, zoals tijdens de eerste opstand, de leiding in handen van de jeugd. De massademonstratie van vrijdag 18 november was inderdaad een oproep van de Moslim Broederschap (en de aanzet tot de huidige protestgolf), maar vooral bedoeld om de militairen te waarschuwen tegen het uitstel van de verkiezingen. De Moslim Broeders hebben geen belang bij geweld. Zij verwachten dat het regime hun als een rijpe vrucht in de schoot zal vallen. In hun ogen tellen nu alleen eerlijke en democratische verkiezingen. Daarom stellen zij zich op als de trouwe verdedigers van de democratie, ondanks dat de basis van de Sharia-wetgeving de Koran en niet de democratie is. De Broederschap neemt geen deel aan de huidige demonstraties, maar zal er de belangrijkste steunpilaar van zijn.
Het leger wil ook zijn deel van de koek en dat komt neer op het behoud van privileges en de corruptievoordelen uit de periode van Mubarak. Zeker is dat de officieren niet gelukkig zijn met zowel de opstandige jeugd als de Moslim Broederschap. Maar de jongeren die de revolutie deden ontbranden en de golf van protest droegen, ontbreekt het aan een partij, een programma of enig vooruitzicht op een vertegenwoordiging bij de vorming van een toekomstig parlement. Zij hebben daarom geen belang bij verkiezingen. In januari zijn zij niet de straat op gegaan om de Moslim Broederschap te verwelkomen, maar om een modern en democratisch regime te vestigen. Voor deze jongeren is democratie gelijk aan Facebook democratie. Te oordelen naar de talloze interviews bij de Arabische satellietzenders zijn ze van mening dat de revolutie geleid moet worden vanaf het plein, niet vanuit het parlement.
Verkiezingen
In de tien maanden na de verwijdering van Mubarak is de jeugd doorgegaan met de ''demonstratie van een miljoen" en de oproep een einde te maken aan het regime van premier Ahmed Shafiq. Toen deze werd vervangen door Essam al-Sharaf, hielden de protesten aan. Geëist werd dat het regime moest worden gezuiverd, of dat Mubarak zou worden berecht. Op hetzelfde moment voerde de Moslim Broederschap onderhandelingen met andere partijen over een grondwet die de verkiezingen en de vorming van een toekomstige regering regelde. Het schisma tussen de Broederschap en de jeugd zorgde voor een groot politiek vacuüm, het leger wist hiermee zijn voordeel te doen en consolideerde zijn positie.
Het uitstel van de verkiezingen verlengde de overgangsperiode en wekte de indruk van een permanente situatie die verslechterde nadat het leger verklaarde dat het de macht pas in 2013 zou overdragen aan een gekozen president. Deze aankondiging werd bekend gemaakt na een akkoord met de betrokken partijen over een - vreemde - verkiezingsprocedure. Deze nam ruim een jaar in beslag en omvatte vier fasen om tot een regering te komen, gevolgd door de verkiezingen voor het presidentschap. Dit betekende dat de Egyptische bevolking lang bezig is met de verkiezingen en de daaraan verbonden politieke strijd, voordat besloten wordt over het karakter van een nieuwe regering.
De botsingen op het Tahrirplein vonden enkele dagen voor de eerste vrije verkiezingen in Egypte plaats. De deelnemende partijen vormden een breed en gevarieerd spectrum, van islamitische fundamentalisten tot ultralinkse trotskisten. Maar de jongeren van het Tahrir-plein trokken zich daar niets van een aan. De honderdduizenden die in gevecht gaan met de politie, hebben geen vertrouwen in de verkiezingen. Ze willen Tantawi ten val brengen en tot de presidentsverkiezingen een overgangsregering vestigen die in de plaats komt van de huidige militaire raad. Deze regering moet ondergeschikt zijn aan het Tahrirplein en haar gezag ontlenen aan de Shabab (jeugd). Zij stellen de namen van de kandidaten voor, willen bepalen wie deel uit maakt van de overgangsregering die op haar beurt aan hen verantwoording aflegt.
Deze regering zou worden belast met alle taken van een democratisch gekozen regering. Bijvoorbeeld, de verwijdering van de elementen van het oude regime, het ontslag van de figuren van het Ministerie van Binnenlandse Zaken die verantwoordelijk zijn voor de moorddadige onderdrukking waaronder Egypte tientallen jaren geleden heeft en de ontwikkeling van een sterke economie en samenleving. Dergelijke eisen kunnen echter niet gerealiseerd worden zo lang de overgangsregering geen duidelijke agenda heeft en niet democratisch gekozen is door het volk.
Moslim Broederschap
De ambities van de Moslim Broeders zijn grenzeloos. Ze hoopten het karakter van de toekomstige regering nog voor de verkiezingen te kunnen bepalen en steunden een referendum over de principes van de grondwet op basis van een door het leger aangestelde commissie. Deze stond onder leiding van dr.Tariq al-Bishri die neigt het standpunt van de Broederschap te volgen over de voorrang van het islamitisch recht boven het burgerlijk recht.
De Broederschap won het referendum (dankzij een campagne van angst tegen "seculieren en ongelovigen"). Uit vrees voor de verkiezingsuitslag overtuigden het leger en de seculiere partijen vervolgens de Broederschap om tot onderhandelingen over te gaan. Het resultaat was een principeakkoord, opgesteld door Ali al-Selmi. Dat akkoord verleende het leger verstrekkende bevoegdheden, zoals de geheimhouding over de begroting en de bepaling dat de constitutionele commissie de steun van ten minste tweederde van de nationale raadsleden - gekozen tijdens de verkiezingen -nodig had. De Broederschap keerde zich tegen een paragraaf die het leger de status van verdediger van de grondwet toekende met de bevoegdheid in te grijpen bij regeringsbesluiten die de grondwet ondermijnen. De boze reactie van de Broederschap hierop was de oproep tot "de demonstratie van een miljoen", 18 november op het Tahrirplein.
Terwijl de debatten over de grondwettelijke beginselen en de electorale structuur werden voortgezet, verlieten de jongeren het plein, moe van het ineffectieve protest. De Moslim Broederschap bleef ook weg van het plein en beschuldigde de demonstranten een schisma tussen het leger en de natie tot stand gebracht te hebben. Maar, zoals gezegd, nadat het plein werd verlaten, vreesde de Broederschap dat het leger de verkiezingen opnieuw zou uitstellen en besloot zijn spierballen te laten rollen met de "demonstratie van een miljoen" tegen het leger. Het plein vulde zich met de groene en religieuze kleur en met sektarische slogans. Daarna ging de Broederschap huiswaarts om zich voor te bereiden op de verkiezingen en het parlement zonder concurrentie over te nemen.
Jongeren
Maar na elke vrijdag komt een zaterdag. Naar aanleiding van de Broederschapdemonstratie en in het vertrouwen dat er geen botsingen met het leger zouden komen, trok een paar honderd demonstranten en families van gesneuvelden naar het plein voor een manifestatie op zaterdag. In het geheel niet met de angst beschuldigd te kunnen worden de confrontatie met het leger te zoeken. Echter, op hetzelfde moment zagen het leger en de politie de kans schoon te laten zien wie de baas is. De betogers werden met grof geweld aangepakt, met een aantal doden als gevolg. Het was maar een kleine stap om met dit machtsvertoon terug te keren naar de jeugd die vond dat de revolutie werd gekaapt, dat het regime niet veranderd was en dat de verkiezingen niets meer waren dan een manier om de Moslim Broederschap aan de macht te helpen.
Het resultaat van deze ontwikkelingen was het verlies van geloofwaardigheid van alle partijen. Het leger werd ontmaskerd als dienaar van het oude regime, gericht op het behoud van de controle. De Broederschap manifesteerde zijn opportunisme tijdens de voorbereiding van de verkiezingen. In eerste instantie trad de Broederschap schouder aan schouder op met het leger om er later tegen te demonstreren. Nu stellen de broeders zich afzijdig van de opstanden op en spreken ze alleen nog vanuit hun het belang bij verkiezingen. De jongeren, ondertussen, willen geen verkiezingen, maar de gebeurtenissen direct vanaf het plein leiden.
Het onvermijdelijke gevolg van deze onderlinge vijandigheid is een chaos die de belangen van Egypte en het volk schaadt. Zo wezen de jongeren de deal af die was bereikt tussen het leger en de Broederschap, waarin premier Essam al-Sharaf (verantwoordelijk voor de moorden) aftrad, de militaire raad de arrestanten vrijliet en de macht in de zomer van 2012 overging naar de gekozen president. Tevens verwierpen ze een verklaring van veldmaarschalk Tantawi, omdat hij geen spijt betuigde over de moord op de demonstranten.
Helaas maken de jongeren van het Tahrirplein een grote politieke fout door niet te beseffen dat de revolutie van 25 januari er één was in alle betekenissen van het woord en dat het oude regime was verdwenen. Ook al zijn er bepaalde restanten overgebleven. Toegegeven, het leger is hetzelfde leger gebleven, zo ook het ministerie van Binnenlandse Zaken en de pers. Maar de revolutie realiseerde een grote vooruitgang, met inbegrip van democratische verkiezingen en de oprichting van een nieuw constitutioneel regime. Hun angst voor de Broederschap drijven de jongeren en de revolutionaire partijen in de armen van de militairen.
Parlementair alternatief
In werkelijkheid zijn er twee keuzes. Ofwel de Moslim Broederschap, ofwel het leger. Blijft het leger, dan is het oude regime terug en wint de contrarevolutie. Haalt de Broederschap een electorale overwinning, dan is dat een overwinning voor de revolutie vanwege de beginselen van democratie, burgerschap en sociale rechtvaardigheid.
De jeugd zou de steun van het volk kunnen verwerven als gevolg van diens teleurstelling over de politieke partijen, inclusief de Broederschap die meer bezorgd is over de Sharia dan over 's lands dagelijks brood. Uiteindelijk is de bevolking opgestaan voor sociale rechtvaardigheid en niet voor de Sharia. Veel mensen hebben het gevoel dat niemand zich bezighoudt met hun armoede en ellende.
Toch vormen vrije, open en democratische verkiezingen de enige manier om een contrarevolutie en een militair regime te voorkomen. Wanneer de Moslim Broederschap overwint, krijgt deze partij te maken met de eisen van de bevolking, met name met de eisen van de arbeidersklasse. De integratie van de Broederschap met een leidende positie in het regeringsapparaat zal tot gevolg hebben dat de eisen op deze partij gericht zullen zijn.
De revolutie is constant in beweging en daarin is het niet te voorkomen dat de Moslim Broederschap de grote test moet ondergaan na dertig jaar te hebben gestreden voor de huidige prominente positie. De revolutionaire jeugd zal een parlementair alternatief moeten vormen, vertrouwend op de natie en de arbeidersklasse om te leren van de eigen ervaring met de Broederschap en de belangen die deze partij dient.
Onder de huidige omstandigheden zal de transformatie van het plein van een middel tot een doel alleen resulteren in een politieke en sociale chaos die ertoe kan leiden dat de bevolking zich afkeert van de revolutie en de 'sterke arm' opnieuw de rust in de straten zal herstellen.
Het belang van de revolutie is de opbouw van een nieuw regime, zodat er een constitutionele basis wordt gevormd die de fundamentele vrijheden van denken, meningsuiting en vereniging garandeert. De ogen van de wereld, vooral die van de Arabische wereld, zijn gericht op Egypte en de revolutie. De revolutionairen moeten verstandig en verantwoord handelen om de revolutie te verdedigen en die niet met te veel doelen te belasten op weg naar een diepgaande sociale verandering.
|