Aanzet tot een solidaire welvaartsverdeling
De sociale agenda
Sjarrel Massop
Een paar weken geleden bezocht Ton Heerts, voorzitter Nieuwe Vakbeweging/FNV, het zondagse televisieprogramma Buitenhof. Gespreksonderwerp was de sociale agenda. Daar kwam het echter niet van, de discussie bleef steken bij de macht en de kracht van de Nieuwe Vakbeweging. De heer Heerts kwam niet veel verder dan de stelling dat de nieuwe structuur van de vakbeweging goede perspectieven bood om hernieuwd te gaan polderden. Hij legde alvast een looneis van 2,5 procent op tafel.
Nu de onderhandelingen tussen de VVD en PvdA tot een regeerakkoord hebben geleid, is het voor links de hoogste tijd een echte sociale agenda op te stellen, voor een solidaire verdeling en tegen elke vorm van uitsluiting.
Einde groeiscenario
Voorop wil ik stellen dat het volstrekt onnodig is deze agenda te laten doorrekenen door het Centraal Planbureau. Het gaat namelijk niet om de systeemvriendelijke rekenregels, maar om een werkelijk eerlijke verdeling van wat er al is. Om een samenleving met een lange termijn perspectief dat iedereen een leefbare samenleving biedt.
De huidige en toekomstige samenlevingen kunnen niet meer uit de voeten met een (economisch) groeiscenario. Groei was lang het adagium van politiek en economisch rechts, maar is niet langer houdbaar en ook geen na te streven oplossing voor de problemen waarvoor de mensheid zich gesteld ziet. Het kapitalisme als systeem stevent in grote snelheid af op haar grenzen, voor velen wellicht geen prettige boodschap, maar het is de verantwoordelijkheid van links om dit onder ogen te zien. Groei is immers niet nodig, als er voldoende welvaart is om te verdelen.
De sociale agenda richt zich op duurzaamheid, waarmee ik doel op revolutionaire veranderingen die ook op de langere termijn de wereld leefbaar houden. Zeker geen hervormingen die alleen maar pappen en nathouden, maar echt aanpakken. Het kapitalisme kan worden afgeserveerd, te beginnen met de neoliberale variant.
De bestaande instituties zijn echter niet in staat een revolutionaire, sociale agenda uit te voeren. Een internationale aanpak is onmisbaar, de natiestaten zijn uitgewerkt en niet meer te revitaliseren. Het woord en de macht is nu aan de mensen, dat is democratie, niet aan Cao's, lobbyisten, regeringen of (vakbonds)parlementen.
Als aanzet hier een vijftal agendapunten.
Werk
Al geruime tijd is duidelijk en wordt vandaag steeds duidelijker: volledige werkgelegenheid is onder de huidige kapitalistische productieverhoudingen een volstrekte illusie. De verhoging van de arbeidsproductiviteit heeft een geweldige progressie geboekt. Een verdienste van het kapitalisme die alleen maar in dienst stond van de opvoering van de kapitaalaccumulatie. Het wordt tijd dat de arbeid mee profiteert.
Daarnaast functioneert een traditioneel belang van het kapitaal om er een groot arbeidsreserveleger op na te houden. Dat houdt de lonen laag. De enorme flexibiliseringstendens die geleid heeft tot precarisering van de arbeid (pulpbanen), maakt het eenvoudig om de vraag naar arbeid te sturen op de crises van het kapitaal. De globalisering en de internationale infrastructuur hebben het mogelijk gemaakt de massaproductie te verplaatsen naar lage lonen regio's. Al die ontwikkelingen hebben tot gevolg dat steeds grotere delen van de bevolking niet meer tot de beroepsbevolking horen. Rond 2000 was het aandeel van de beroepsbevolking nog maar 50 procent. En dat terwijl vrouwen massaal toetraden tot de arbeidsmarkt, geheel terecht trouwens.
De verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd heeft een volstrekt averechtse uitwerking. Oudere mensen die hun baan blijven vasthouden, gaan de jongeren verdringen. Door de flexibilisering verliest een groot deel van de ouderen toch hun baan. Als dat rond hun 50ste gebeurt, wordt het gat naar 67 jaar heel groot, terwijl zij, ondanks vaak hoge opleidingen, kansloos zijn opnieuw werk te vinden. Ze worden afgepoeierd met een uitkering die hen terugzet op de bijstand, dus op 70 procent van het sociale minimum (IOW - inkomensvoorziening voor oudere werklozen).
Er is maar één remedie tegen al deze ellende: verdeling van het werk door arbeidstijdverkorting.
De Nieuwe Vakbeweging zou dat moeten agenderen, met behoud van loon voor een 32-urige werkweek. Een aantal flankerende maatregelen kan per CAO geregeld worden; zoals bijvoorbeeld het verbod op loonbetaling boven 32 uur werken. Dit om te voorkomen dat bedrijven zich eraan proberen te onttrekken. Hier ligt dan ook één van de redenen waarom sterke en strijdbare vakbonden op de bedrijfsvloer onmisbaar zijn. Gebleken is dat bureaucratische instellingen niet in staat zijn controle uit te oefenen op arbeidersgezinde maatregelen.
Mocht de 32 uur niet afdoende zijn voor algehele arbeidsparticipatie, dan is de volgende stap 30 uur, en zo verder, totdat iedereen die werken kan en wil daartoe in de gelegenheid is. Natuurlijk ontstaat er frictiewerkloosheid, maar bedrijfsopleidingen en beter onderwijs kunnen dat oplossen.
Inkomen
Dat de verdeling van inkomens en rijkdommen in de kapitalistische wereld in onbalans en niet solidair is, zullen weinigen betwijfelen. In de derdewereldlanden heeft dat geleid tot schrijnende taferelen die langzaam maar zeker ook doordringen in meer geavanceerde kapitalistische regio's. Kwetsbare landen als Griekenland, Italië, Spanje, Portugal en Ierland zijn als eerste aan de beurt. Maar het is een illusie te veronderstellen dat die beker aan Nederland voorbij gaat, daarvoor draaien de voedselbanken al te veel op volle toeren. De verzorgingsstaat wordt verder afgebouwd in het neoliberale project dat redelijk zijn voltooiing nadert.
Inkomenszekerheid is één van de cruciale voorwaarden voor mensen om zich te kunnen inzetten voor een leefbare samenleving. Inkomenszekerheid, en daarmee een gegarandeerde positie in de samenleving, zullen de hufterigheid en onveiligheid verminderen.
Dus is het voorstel vrij eenvoudig. Ieder individu ouder dan vijftig jaar ontvangt een gegarandeerd inkomen op een vast te stellen sociaal minimum (onder de huidige omstandigheden kan dat zo'n 1.250 euro per maand bedragen). Voor deze groep mensen geldt dan geen arbeidsplicht meer, doorwerken is mogelijk als ze dat willen en kunnen. De AOW kan vervolgens afgeschaft worden. Het pensioensysteem krijgt een andere opzet, een soort combinatie tussen een verzekering en omslagstelsel, maar wel voorzien van een plafond. Uiteraard staat het iedereen vrij om individuele regelingen te treffen, maar die gaan gepaard met stevige solidariteitsheffingen.
Nadere uitwerking is uiteraard nodig, in ieder geval zal de koppeling van pensioenen aan bedrijfssectoren worden losgelaten.
Jongeren en anderen tot vijftig jaar krijgen een studie- en werkzekerheid. Daarbij wordt ook het sociaal minimum verzekerd. De samenleving als geheel verplicht zich niemand uit te sluiten, van een dwangmatig meedoen zal echter geen sprake zijn, het wordt stimuleren en goed kijken waar de mogelijkheden en capaciteiten van individuen liggen, hoe ze kunnen en willen bijdragen aan de samenleving. Deze sociale agenda verdeelt de lusten en de lasten en zorgt ervoor dat deelnemen kan.
Wonen
Het fiasco van 'ieder een eigen koophuis' gaat proportionele vormen aannemen. De huizenbubbel is uiteen aan het spatten. Het is onzinnig te veronderstellen dat een huis door het te kopen alsmaar in waarde stijgt; een speculatieve illusie. Onderwijl loopt de schuld van de samenleving op en betalen we ons werkelijk scheel aan rente op die schulden. En doen de financiële markten en banken iets goeds met dat kapitaal? Daarvan hebben we zo onze bekomst.
Ook de woningbouwcorporaties (onder meer Vestia) lijken zich drukker te maken met de opvijzeling van het eigen vermogen en de reserves, door de verkoop van sociale woningen, dan om mensen te huisvesten. In Engeland kunnen we al zien welke desastreuze gevolgen dit heeft. Mensen die hun hypotheek niet meer kunnen opbrengen, zijn gedwongen hun huis tegen veilingprijzen over te doen aan banken, speculanten of huisjesmelkers. Die op hun beurt niet van plan zijn iets te doen aan de sociale woningnood die daarvan het gevolg is. In Nederland gaat het dezelfde kant uit, zie de vele sociale woningen die te koop staan.
Deze ontwikkelingen moeten een halt toegeroepen worden door de verkoop van sociale woningen stop te zetten en het beheer door de corporaties onder controle te brengen van belangenverenigingen van buurtbewoners en huurders. Daarnaast is beëindiging nodig van prestigieuze projectontwikkelingen en de aanwending van het vrijkomende kapitaal voor leefbare, duurzame en betaalbare sociale woningbouw. In Utrecht zijn al leerzame initiatieven om leegstaande kantoorpanden geschikt te maken voor studentenhuisvesting.
Ook dit is geen kwestie van al of niet beschikbaar zijn van geld, maar van politieke keuze en wil ten gunste van de verdeling van de welvaart en de humane aanwending van het beschikbare kapitaal.
Gezondheidszorg
De zorg wordt onbetaalbaar, de kosten reizen de pan uit, een mythe die in stand wordt gehouden. Tegelijkertijd vindt de ontmaskering van de marktwerking plaats. Een kort overzicht.
De DBC, diagnosebehandelcombinatie - heeft specialistische maatschappen, maar ook artsen in loondienst - laat zien dat complexe en onnodige en dure behandelingen zeer lucratief zijn. De concurrentie tussen verzekeringsmaatschappijen heeft niet geleid tot verlaging van de ziektekostenpremies. Integendeel, grote maatschappijen domineren de markt en zorgen ervoor dat de premie hoog blijft. Tegenwoordig worden premieverhogingen gebruikt om de reserves en het eigen vermogen van de fondsen kunstmatig te verhogen.
De concurrentieslag op de medicijnenmarkt is op een faliekante mislukking uitgelopen, er zijn grote prijsverschillen voor identieke medicijnen. De controle op de grote farmaceutische bedrijven is vrijwel nihil. De aanbestedingen in de thuiszorg zijn al tijden een aanfluiting, hebben niets met goede zorg te maken en jagen medewerkers in de thuiszorg over de kling. Het eigen risico loopt maar op en dat weerhoudt mensen ervan een beroep op de zorg te doen. Uitstel van zorg betekent slechte, preventieve zorg en is prijsopdrijvend voor de veel duurdere, curatieve zorg.
Marktwerking heeft niet geleid tot minder bureaucratie. Integendeel, het is volstrekt onduidelijk wat allerlei sujetten in de zorg doen, terwijl ze riante salarissen opstrijken. Specialisten worden duur opgeleid, maar kunnen na hun opleiding geen werk vinden. Toezichthouders in de zorg staan onder grote druk, leveren geen kwaliteitswerk en kijken de andere kant op als er misstanden aan het licht komen. Ze hebben een old boys netwerk te verdedigen en zijn al lang niet meer onafhankelijk. Er wordt raar geïnvesteerd in de zorg, zeker niet efficiënt en planmatig, waardoor er door onderbezetting een overschot aan dure medische apparatuur staat te niksen.
Ik heb het ook allemaal maar van horen zeggen, maar als er slechts een fractie van waar is, dan is het nog triest. Het is de hoogste tijd de zorg ingrijpend anders te organiseren, om te beginnen met de versterking van de patiëntenverenigingen.
Onderwijs
Al jaren vallen de onderwijsherzieningen over elkaar. Het studiehuis, de tweefasestructuur, het competentiegericht onderwijs verteren veel geld, maar het schiet allemaal niet op. Kortom, de managementlagen houden elkaar lekker bezig. De grote conglomeraten als Amarantis tonen voortdurend hun onvermogen en mismanagement, terwijl ze bakken met geld verslinden, al of niet in verstrengeling met adviesbureaus en zelfstandige 'consultants'. Maar tot kleinere klassen leidt het niet. Integendeel, het speciale onderwijs moet eraan geloven met grotere en complexere groepen. Wanhopige docenten komen steeds minder aan onderwijzen toe.
Al die fratsen worden onder meer op de studenten afgewenteld. Langstudeerboetes zijn dan wel afgeschaft, maar het sociale leenstelsel is sterk in het voordeel van mensen die over de middelen beschikken om hun kinderen te laten studeren. Hoezo sociaal? Hoezo opkomen voor een kenniseconomie? Eerste aanzet tot een alternatief: meer docenten voor de klas.
Tenslotte
De vijf hier kort beschreven thema's voor een sociale agenda zijn een aanzet, een eerste stap. Uitbreiding naar bijvoorbeeld cultuur en milieu is een volgende stap.
Het eerste resultaat is met name een agenda tegen verloedering, willekeur en sociale uitsluiting. Maar hopelijk ook een stimulerend programma voor zekerheid en ontwikkeling. Er is denkkracht nodig om deze aanzetten uit te werken, daadkracht om ze in beweging te brengen, politieke en economische macht om ze uit te voeren!
|