welkom
extra
Solidariteit

Giovanni Boccaccio (1313-1375)

Italiaans schrijver en dichter

Harry Peer

Giovanni Boccaccio is zevenhonderd jaar geleden in Florence (of het nabijgelegen Certaldo) geboren. Hij zag het levenslicht op 16 juni 1313. Zijn belangrijkste werk is de Decamerone, een raamvertelling met honderd verhalen. De Florentijnse dichter, schrijver en humanist is één van de groten uit de vroege Italiaanse renaissance.

De Decamerone behoort tot de meesterwerken uit de wereldliteratuur. Boccaccio heeft het geschreven in de vijf jaren, nadat zijn vader en stiefmoeder in 1348 waren gestorven aan de pest. Zeven vrouwen en drie mannen, gevlucht uit het door de pest getroffen Florence, vertellen elkaar in een villa in de heuvels buiten de stad tien dagen achter elkaar een verhaal.

Aangenaam en strelend

Giovanni Boccaccio (1313-1375) Het is aangename en strelende leesstof. Humoristisch, komisch, scabreus, erotisch, hoofs, dramatisch, waarbij de lezer terloops veel mee krijgt over het leven in die tijd. Een citaat uit het eerste verhaal van de eerste dag: "Deze Chapelet was notaris, zij het een van het slag dat zich diep zou schamen, mocht van de weinige akten die hij opstelde er ooit één niet vals worden bevonden." Ogenschijnlijk alledaagse gebeurtenissen, maar ook de kerk, handel, seks, nonnen, priesters en nog veel meer spannende en spitsvondige thema's maken Boccaccio's meesterwerk tot een opwindende leeservaring.
Tegen de achtergrond van de Zwarte Dood houden de vertellers er op een bewonderenswaardige wijze de moed in en genieten ze zelfs van het bestaan. In het laatste verhaal op de tiende dag wordt er met een fraaie zin teruggekeken: "Als mijn ogen en oren me niet bedrogen hebben, is er namelijk van jullie noch van onze kant ooit één laakbare daad gesteld of één onvertogen woord gevallen, en dat terwijl er talrijke ondeugende, ja zelfs gewaagde verhalen verteld zijn en we onbekommerd gegeten en gedronken, gemusiceerd en gezongen hebben: allemaal dingen die onevenwichtige geesten tot minder eerzame handelingen plegen aan te zetten."

Groot verteller

De Decamerone is door uiteenlopende figuren van Chaucer en Tennyson tot Barbara Tuchman als literaire en historische bron gebruikt. Boccaccio staat niet op zichzelf. Hij is sterk beïnvloed door Dante Alighieri (1265-1321), over wie hij een lovende biografie heeft geschreven, en door tijdgenoot Francesco Petrarca die hij in 1350 ontmoette en met wie hij een briefwisseling tot diens dood in 1374 onderhield. De Decamerone is al vroeg en vele keren in het Nederlands vertaald, maar de meest recente vertaling door Frans Denissen, in 2010 uitgegeven door Atheneum - Polak & Van Gennep, maakt het tot puur leesgenot. Het uitgebreide, interessante en verhelderende nawoord van René van Stipriaan, gevolgd door een kort nawoord van Joyce Roodnat over de film van Pasolini van de Decamerone uit 1971 completeren de uitgave die totaal 866 bladzijden telt.
Boccaccio is een groot verteller die bovendien een geweldige bijdrage heeft geleverd aan de Italiaanse liefdespoëzie. Bijgaand gedicht getuigt daarvan. Boccaccio overleed in Florence op 21 december 1375.

A Tale from the Decameron, Schilderij John William Waterhouse, 1916

Hulde aan Amor

't Is Amor die mij hier doet spreken: hij
bewoont al lang mijn hart en vele malen
heeft hij 't al zo geboeid door slavernij
dat elk verzet ertegen bleek te falen.
En ach, sinds de ogen van mijn liefste mij
doorboren met hun flonkerende stralen,
verdoe ik al mijn dagen, al mijn nachten
aan zuchten, snikken, huilbuien en klachten.

't Is Amor die mij stuurt en richt en leidt
bij 't werk dat ik op 't punt sta te gaan dichten,
't is Amor die mij steun en kracht bereidt
nu ik mijn schrijverschap op hem wil richten,
't is Amor die zich vol toegeeflijkheid
verwaardigt om mijn schreden te verlichten,
't is Amor die mij dwingt om deze sage
van liefde uit oude tijden uit te dragen.

Daarom breng ik hem eer, en hem alleen,
want hij slechts pleegt mijn dichttalent te leiden
in opdracht van mijn liefste, die als geen
charme en deugdzaamheid tentoon kan spreiden
en zich op 't punt van schoonheid ongemeen
van elke andere vrouw blijkt te onderscheiden.
En ach, zij zou zich met volmaaktheid kronen
Als zij mij iets meer deernis zou betonen.

Ik vraag hier elke man die een vrouw bemint
of hij mijn schild wil zijn en mijn betrouwen
tegen wie afgunst voelt en kwaadgezind
niet op de kracht der liefde wenst te bouwen.
En als gij niet versteend zijt of verblind,
verzoek ik u, beminnelijke vrouwen,
om haar, die zo hooghartig doet, te vragen
haar dienaar niet zo wreed meer te belagen.

Uit: Frans van Dooren, Vervuld van Liefde zijn al mijn Gedachten. De mooiste klassieke Italiaanse liefdesgedichten. Ambo, Amsterdam 2002.